Het was zijn werkgever die hem naar de dokter stuurde. 'Als ik nog maar opstond uit mijn stoel, moest ik daarna weer op adem komen. Met de fysieke job die ik had – ik stond in voor het onderhoud van gebouwen – was dat natuurlijk niet meer houdbaar ', herinnert hij zich. Op de dienst longziekten van het UZA viel na een reeks onderzoeken het harde verdict. Peter had een ver gevorderd stadium van emfyseem, een vorm van chronisch obstructief longlijden (COPD) waarbij de longblaasjes geleidelijk kapotgaan. 'Ik rookte, had van nature zwakke longen en was in mijn vorige job vaak bezig met afbreken en slijpen. Dat zal allemaal wel hebben meegespeeld', denkt hij.
'Het UZA werd mijn tweede thuis'
Longarts dr. Veronique Verplancke schreef medicatie en pufs voor, evenals longrevalidatie. Aan dat laatste had hij veel. 'Nadien voelde ik me telkens beter. Ook dankzij de longdrainage, waarbij de kinesitherapeute mijn longen vrijmaakte van slijmen. En het was zalig om met lotgenoten te kunnen praten. We babbelden veel en maakten grapjes over onze ziekte. Van elkaar konden we dat hebben', vertelt Peter. Met de hulp van de rookstopbegeleider zwoer hij definitief het roken af.
Toch ging Peters toestand met rasse schreden achteruit. Hij werd de klok rond afhankelijk van zuurstof en daar kwam na een tijdje ook thuisbeademing bij, zowel 's nachts als enkele uren overdag. Na verloop van tijd woog Peter nog maar krap 53 kilo, ondanks een verrijkte voeding en zelfs sondevoeding. 'Keer op keer moest ik worden opgenomen in het ziekenhuis. Daar voelde ik me altijd veilig en gesteund. Het werd een tweede thuis.' Op de duur kon hij bijna niets meer. Door de kortademigheid werd zelfs praten moeilijk. 'Er kwam soms bezoek, en verder ging ik al eens rondwandelen in een doe-het-zelfzaak. Leunend op mijn winkelkar, een beetje rondkijken. Ja, als technieker in hart en nieren vond ik dat leuk', glimlacht hij.
Zes maanden op de wachtlijst
Al kort na zijn diagnose viel het woord longtransplantatie. In de loop van 2015 onderging hij de screening. 'Ze onderzoeken je dan letterlijk van top tot teen, en ook psychisch', zegt Peter. 'Ik had het geluk dat er verder niets aan mij scheelde. Dus mocht ik op de wachtlijst.' Zes maanden moest hij uiteindelijk wachten. 'Dat was kantje boordje. Op het laatst had ik een keer mijn behandeling met het beademingstoestel verwaarloosd. Het koolzuurgehalte in mijn bloed was daardoor gevaarlijk gestegen en opeens voelde ik mezelf wegzakken. Had mijn moeder me toen niet gevonden, ik was er niet meer geweest. Ik raakte er weer bovenop, maar daarna nam ik er vrede mee dat ik misschien zou sterven. Het was een last die van me afviel.'
Ik had er al vrede mee dat ik misschien zou sterven
Uitgerekend een week later kwam hét telefoontje: er waren donorlongen voor Peter. 'Ik was zo van mijn melk dat ik zelfs mijn reistas vergat', lacht hij. De volgende ochtend was het D-day. Toen de verpleegkundigen Peters bed naar de operatiezaal reden, stonden de andere verpleegkundigen in een haag op de gang om hem geluk te wensen.
'Niet te beschrijven hoe dat was'
Het werd een operatie van wel twaalf uur, maar in de weken erna kwam Peter verbazend snel op krachten. 'De revalidatie begon al op intensieve zorg. Na drie weken mocht ik naar huis.' Het was de start van een nieuw leven. Peter: 'Ik kan moeilijk beschrijven hoe het was om weer alles te kunnen doen, te kunnen stappen zonder zuurstof of rollator, weer ergens naartoe te kunnen ... Vrienden die hadden gedacht me nooit meer terug te zien, waren zo verrast toen ze mij na mijn operatie weer tegenkwamen.'
Peter moest nog zeven maanden revalideren. Tot vandaag gaat alles goed, op een enkele afstotingsreactie na, die de artsen onder controle kregen. Hij staat weer actief in het leven, wandelt, fietst, is opnieuw bezig met kunst en muziek ... En hij kocht een huis, dat hij eigenhandig wil verbouwen. 'Niet iedereen krijgt een geschenk als dit', beseft hij. 'Ik ga daarom heel bewust om met mijn gezondheid. En ik geniet van elke dag. Zoals nu: zien dat de zon schijnt is genoeg om mij gelukkig te maken.'
Ademtest voor CurieuzeNeuzen
Hebben mensen die in een straat met veel luchtvervuiling wonen, een verhoogde kans op luchtwegproblemen zoals astma of een chronische longziekte? De dienst longziekten wil dat nagaan met een nieuwe techniek waarbij uitgeademde lucht wordt onderzocht op specifieke merkers. Die stoffen weerspiegelen de toestand van de longen en luchtwegen.
'We gaan daarvoor samenwerken met het team rond CurieuzeNeuzen en Airbezen, dat met medewerking van 20.000 Vlamingen de luchtkwaliteit in Vlaanderen in kaart bracht', zegt prof. dr. Jan Van Meerbeeck. 'Bij mensen die in een straat met een hoge concentratie aan vervuilende stoffen wonen, willen we op basis van zo'n ademstaal controleren of er inderdaad sprake is van schade aan de longen of luchtwegen. In een volgende fase willen we dan onderzoeken in hoeverre die resultaten samenhangen met de directe woonomgeving dan wel met andere factoren. Zo speelt ook de weg die mensen naar hun werk of school afleggen, allicht een grote rol.'