Cardiologen volgen al meer dan 50 jaar patiënten met pacemakers vanop afstand op. Ook het UZA kijkt zorgvuldig mee over de schouder van verschillende patiëntengroepen. 'In 2020 hebben we onze werkwijze gestroomlijnd en een Telemonitoring Unit (TMU) opgericht', zegt prof. dr. Hein Heidbuchel, diensthoofd cardiologie. 'Sindsdien werken 7 TMU-medewerkers in een shiftensysteem, waarbij ze afwisselend elke werkdag alle inkomende patiëntendata opvolgen. Een eigen softwaresysteem helpt om alle gebeurtenissen zo overzichtelijk mogelijk te documenteren.'
Heldere werkwijze
Kwalitatieve telemonitoring staat of valt volgens Hein Heidbuchel met een goed uitgetekende workflow. 'Ten eerste wil je dat de monitoring een deel van je taken vervangt en geen bijkomend werk creëert. Dat vraagt om een herorganisatie van je werking. Ten tweede moet op elk moment duidelijk zijn wie verantwoordelijk is en wie welke actie onderneemt. Je mag er niet aan denken dat drie zorgverleners een probleemmelding zien, maar dat niemand ingrijpt omdat ze ervan uitgaan dat de ander ermee bezig is.'
In het eigen softwareplatform kunnen TMU-medewerkers en behandelende artsen de gegevens en al dan niet ondernomen acties voor alle patiënten nakijken. De TMU-medewerkers zijn technologen, die meestal biomedische wetenschappen studeerden, en die zowel medisch als technisch geschoold zijn. Ze maken deel uit van het artsenteam dat pacemakers en defibrillatoren implanteert en ze ondersteunen ook raadplegingen bij patiënten met dergelijke toestellen. Voor bezorgde patiënten kunnen zij dus heel wat zaken zelf nakijken en toelichten. Bij twijfel overleggen ze met de arts, die het beleid blijft bepalen.
Hein Heidbuchel: 'Patiënten moeten voelen dat ze door iemand met kennis van zaken worden opgevolgd, iemand die de vraag verstaat. Als je contactpersoon enkel een doorgeefluik is, dan is er een extra stap in het zorgproces gecreëerd die alleen maar tot tijdverlies leidt.'
Nieuwe zorgpaden
Het opvolgingsmodel van de TMU werd opgezet voor patiënten met pacemakers en defibrillatoren, maar je kan er moeiteloos andere patiëntengroepen in integreren. 'Ondertussen volgen we ook patiënten op met innovatieve druksensoren om hospitalisaties te voorkomen', zegt Hein Heidbuchel. 'Die technologie wordt nog niet terugbetaald, maar we planten er jaarlijks een aantal in met eigen financiering en we volgen de patiënten thuis op.'
Thuisopvolging verbetert de zorg en helpt om die patiënten naar het ziekenhuis te brengen die een echt probleem hebben.
De TMU kijkt ook mee naar patiënten die onder narcose een elektroshock (cardioversie) moeten krijgen om hun hartritme te normaliseren. 'Vroeger ontdekten we soms net voor de ingreep, als het hele team bij wijze van spreken klaar staat, dat iemands hartritme al vanzelf genormaliseerd is. Nu vragen we patiënten of ze de app Fibricheck willen gebruiken. Als ze onze QR-code scannen, kunnen wij meekijken naar metingen die ze zelf uitvoeren door hun vinger op het lichtje en de camera van hun smartphone te leggen. Zo controleren we nu tot de ochtend van hun opname hoe het met hen gaat en of ze nog in ritmestoornis zijn.'
Patiënt aan het stuur
Een voordeel van telemonitoring is dat je patiënten triggert om hun ziekteproces sterker zelf in handen te nemen. Hein Heidbuchel: 'Van bij de opstart investeren we veel in voorlichting. Welke mechanismen spelen er bij je aandoening? Wat meten we en hoe? Elk contactmoment met een TMU-medewerker is ook een leermoment. Patiënten leren met welke zelfmetingen ze geen contact moeten opnemen of bij welke symptomen ze ons net sneller moeten contacteren.'
De dienst cardiologie ontwikkelde de voorbije jaren ook een eigen app C2U (cardio to you) om patiënten met voorkamerfibrillatie en hartfalen beter voor te lichten en op te volgen. De app schotelt je als patiënt vragen over jouw situatie voor. Geef je een fout antwoord, dan krijg je een heldere uitleg op maat. Patiënten kunnen via de app ook metingen doorsturen en contact opnemen met het zorgteam.
Efficiëntere zorg
Veel cardiopatiënten voelen zich door de laagdrempelige thuisopvolging sterk geruggensteund. 'Een TMU-medewerker contacteer je sneller voor bezorgdheden waarmee je een arts niet durft te storen', legt Hein Heidbuchel uit. 'Thuisopvolging verbetert zo de zorg en helpt om die patiënten naar het ziekenhuis te brengen die een echt probleem hebben. Daardoor kan je artsen en middelen efficiënter inzetten.'
'Transmurale zorg is geen hype, maar een noodzaak voor de toekomst. Ook de markt is er klaar voor. Op mijn voorzet hebben internationale fabrikanten van toestellen en software recent een wereldwijd charter ondertekend om cardiologische meetgegevens makkelijker uitwisselbaar te maken. Nu hoop ik vooral dat de overheid een gepast regelgevend en financierend kader voorziet dat het zorgsysteem echt verandert!'