Wanneer krijgen we de arts te zien? Waarom is dat onderzoek afgelast? Weet die nieuwe verpleegkundige wel hoe ons kindje graag zijn flesje drinkt? Ouders van een prematuur kindje zitten vaak met allerlei praktische vragen. Dat ze in de loop van de opname heel wat wisselende gezichten zien, kan voor onzekerheid zorgen. ‘Om de stress bij ouders te verminderen, riepen we dik vijf jaar geleden de functie van GA-verpleegkundige in het leven’, zegt Anne De Backer, bijna twintig jaar verpleegkundige op intensieve neonatale zorg. ‘GA-verpleegkundige is de afkorting van Globale-Aandachtsverpleegkundige. Maar de naam zegt ook: ik ga deze weg met jullie mee.’
De GA-verpleegkundige neemt één kindje en zijn ouders specifiek onder zijn of haar vleugels. Hij of zij neemt de zorg voor het kind zoveel mogelijk op zich, waakt over de kwaliteit van zorg, is vast aanspreekpunt voor ouders en zorgverleners en woont gesprekken met de arts bij. Daardoor is er meer continuïteit en herwinnen ouders een gevoel van controle.
Concreet wordt in een aantal specifieke situaties een GA-verpleegkundige aangesteld. Bijvoorbeeld als een baby na minder dan 29 weken zwangerschap wordt geboren, als er zware medische problemen zijn of als de ouders in een sociaal zwakke positie zitten. Doorgaans is er GA-begeleiding voor zowat de helft van de kinderen op de afdeling.
‘Niet samen naar de zoo’
De GA-verpleegkundige is voor de ouders een houvast tijdens de volledige opname en groeit vaak uit tot vertrouwenspersoon. Al is ze er natuurlijk niet elke dag. Soms nemen twee deeltijds werkende verpleegkundigen de GA-begeleiding samen op zich. Zeker als het niet goed gaat met een kindje, heeft een GA-verpleegkundige het vaak extra zwaar. En ook de ouders vragen soms veel aandacht. Dat maakt de functie niet altijd even gemakkelijk. ‘Als het allemaal wat te veel wordt, mogen we een time-out vragen’, zegt Anne.
Als een kindje verschillende maanden op de afdeling ligt, groeit er vaak een band tussen de verpleegkundige en het gezin. Anne: ‘Dat is fijn, maar ik hou toch bewust afstand. Als ouders nadien nog af en toe willen mailen, is dat oké, maar ik ga niet mee naar de zoo. Ik wil mijn werk niet mee naar huis nemen.’
Het werk op de afdeling heeft haar gesterkt, vertelt ze. ‘Het heeft mij geleerd te relativeren. Als ik beloofd heb om naar het voetbal van mijn zoon te gaan kijken, en het regent die dag pijpenstelen, dan denk ik wat zouden sommige ouders er niet voor geven om hun kindje te zien voetballen?’