De stichting Nicolas Gigot werd opgericht door Nadine Brialmont, die haar zoon Nicolas verloor aan hyperthermie. Op het einde van zijn leven kon Nicolas enkel nog met zijn ogen knipperen, terwijl hij duidelijk nog bewust wilde communiceren. De frustratie die daarbij komt kijken herkende ook Caroline, een medewerker van het UZA. Haar schoonvader werd onlangs opgenomen op de dienst intensieve zorg van het UZA omwille van een auto-immuunziekte.
Caroline vertelt: “Mijn schoonvader werd volledig verlamd en kon niet meer spreken of communiceren. Maar voor de rest was hij volledig bij bewustzijn. Je merkte dat hij veel wou zeggen maar dat dit niet ging: zo had hij bijvoorbeeld ergens jeuk, lag een arm of been niet meer goed, maar hij kon niet vragen om even te krabben of een been te verleggen. Hij had pijn en kon niets zeggen. Hij was bang en kon niets zeggen. Hij wilde met zijn familie praten, maar kon niets zeggen. Ik kan me niet voorstellen door welke hel hij gegaan is. Maar ook voor de artsen, verpleegkundigen en voor de familie is dit heel frustrerend.”
En dus ging Caroline op zoek naar een manier om iets aan de situatie te veranderen. Ze vond online een artikel over de TOBII-machine en kwam in contact met de stichting Nicolas Gigot.
Spreken met de ogen
De stichting Nicolas Gigot zamelt geld in om TOBII-machines te kunnen schenken aan ziekenhuizen, zodat patiënten die niet langer kunnen praten door beademing, verlamming... toch kunnen communiceren met hun omgeving.
Het TOBII-toestel is een optische computer die oogbewegingen registreert bij de patiënt. Zo kan een patiënt volzinnen vormen of zijn noden en pijn uitdrukken. Als de patiënt motorisch nog kan bewegen, kan hij zelf de tablet bedienen. De robotstem van de machine geeft de boodschap dan door aan familie, artsen en verpleegkundigen.
Na haar zoektocht nam Caroline contact op met de stichting: “De stichting liet weten dat ze op korte termijn een TOBII-toestel aan het UZA wilden schenken. Ik legde de contacten met de hoofdverpleegkundige Jo Buys en diensthoofd prof. dr. Philippe Jorens en ook zij waren enthousiast. Ik ben ontzettend dankbaar dat we in het UZA – als eerste Antwerpse ziekenhuis - nu over zo’n toestel beschikken. Ik heb zelf kunnen ervaren dat dit een wereld van verschil kan betekenen voor heel wat patiënten in een gelijkaardige situatie. Mijn schoonvader is ondertussen gelukkig aan de beterhand. Hij heeft dit toestel dus niet meer nodig, maar ik ben blij dat er uit deze moeilijke periode toch iets positiefs zal voortvloeien voor andere patiënten, hun familie en verpleegkundigen.”