Patiënt met VR-bril

De kleurrijke muren, met hier en daar een olifant, zijn allesbehalve toeval. De zorgverleners van het Moeder- en kindcentrum doen er alles aan om jonge patiënten een veilig gevoel te geven. Ze krijgen hier warme aandacht, eerlijke uitleg en de ruimte om zichzelf te zijn. Ook als ze bang, boos of verdrietig zijn.

Aline Michiels
Aline Michiels
Pedagogisch medewerker kindergeneeskunde
Juliëtte Venverloo
Juliëtte Venverloo
Pedagogisch medewerker kindergeneeskunde

Sigrun Buyens, psychologe: ‘Een veilig gevoel’

‘Het gebeurde vorige week nog’, vertelt psychologe Sigrun Buyens. ‘De ouders van een meisje van twee hielden hun kind goedbedoeld even vast, zodat de prik die ze moest krijgen snel voorbij was. Maar dat zorgt er helaas net voor dat kinderen angst krijgen voor prikken en procedures, of zelfs voor de zorgverleners.’

Wij gaan naar scholen toe om klasgenoten te informeren. Heel veel kinderen denken bijvoorbeeld dat kanker besmettelijk is.

Een veilig gevoel, dat is waar we in het Moeder- en kindcentrum naar streven voor elk kind. Hoe? Door naar de mening van kinderen te luisteren, hen veel informatie te geven, en zo angst, stress, pijn of dwang zo veel mogelijk te voorkomen. Niet altijd makkelijk. De psychologen stellen zich daarom altijd onmiddellijk voor en maken dingen bespreekbaar. ‘Wanneer een kind bijvoorbeeld een ruggenprik echt niet ziet zitten en om narcose vraagt, dan houden we daar rekening mee’, aldus Sigrun Buyens. 

Ook de manier waarop artsen over een behandeling praten, is belangrijk: in duidelijke taal en gericht naar het kind. ‘Maar we letten er ook op dat we hen niet belasten met informatie waar ze juist niet om vragen’, licht Sigrun Buyens toe. ‘Bijvoorbeeld wanneer ouders de slaagkans willen weten, maar het kind daar niet mee bezig is. Dan praten we met hen apart.’
 

MKC met mooi versierde muren

Overal in het Moeder- en kindcentrum vind je kleurrijke tekeningen van illustrator Kaatje Vermeire.

En ook broers, zussen, vrienden en klasgenoten betrekken de psychologen mee in hun werking. ‘Wij gaan persoonlijk naar de scholen toe, dat helpt enorm. Je zou ervan verschieten hoeveel kinderen in het vijfde leerjaar bijvoorbeeld nog denken dat kanker besmettelijk is’, vertelt Sigrun Buyens. ‘We leggen ook uit wat er kan veranderen op emotioneel en fysiek vlak. Zo zijn ze voorbereid, en hopelijk minder onwennig in de omgang met hun klasgenoot.’

Mohamed (12): ‘Bij elke prik reis ik naar Marokko’

Zoef! Een houten pijltje vliegt door de ziekenhuiskamer. Op het bed zit Mohamed (12) te grinniken met een kartonnen pistool in zijn hand. ‘Ik zag op YouTube hoe je dat zelf kan knutselen. In de speelkamer hebben de vrijwilligers me ermee geholpen.’

Mohamed heeft mucoviscidose en heeft door deze ziekte al meer tijd in het zieken­huis doorgebracht dan hij zou willen. Gelukkig is hij intussen goede vrienden met het zorgpersoneel. ‘Ze komen vaak mijn kamer binnen om me gezelschap te houden of om samen te snoepen’, vertelt hij. ‘En wanneer ik een prik moet krijgen, krijg ik een masker waarvan ik een beetje woeshie woeshie of dromerig word in mijn hoofd.’
 

Mohamed en Juliëtte

Mohamed is intussen goede vrienden met het zorgpersoneel.

Mohamed heeft het over een mengsel van lachgas en zuurstof. Op de kinderafdeling gebruiken zorgverleners het omdat het rustgevend werkt voor kinderen. Dankzij het ontspannend effect, de huidverdovende zalf die vooraf wordt aangebracht en door de focus te verleggen naar iets anders, gebeurt de prik zonder dat kinderen het beseffen. ‘Ze vertellen dan ook verhalen. Meestal gaan we op reis naar Spanje of Marokko. Dan zwemmen we in de zee wanneer ze mijn arm ontsmetten bijvoorbeeld’, glimlacht Mohamed. 

Juliëtte en Aline: ‘Duidelijke info zorgt voor vertrouwen’

‘Ik kom net terug uit een slagroom­wereld’, vertelt Juliëtte. ‘Een kind kreeg een ruggenprik en babbelen over slagroom hielp om comfortabel te blijven.’ Kinderen voorbereiden en ondersteunen tijdens een therapie is één van de belangrijkste taken van pedagogisch medewerkers Aline en Juliëtte. Door ademhalingsoefeningen te doen om kalm te blijven bijvoorbeeld, maar ook door goed te informeren. ‘Als kinderen naar de operatiekamer gaan, dan laten we een filmpje zien over hoe het er daar uitziet. We gebruiken ook vaak de strip van ons kinder­magazine Oliver, dan leren de kinderen hoe bijvoorbeeld een MRI werkt die ze gaan krijgen. Duidelijke informatie zorgt vaak voor meer vertrouwen.’ 

Zestienjarigen die een kankerdiagnose krijgen, willen tegelijk gewoon blijven babbelen over hun liefdesleven.

Daarnaast zijn Aline en Juliëtte vertrouwensfiguren, zowel voor ouders als voor kinderen. ‘We proberen ons zo goed mogelijk in te leven in hun wereld’, aldus Juliëtte. ‘Een zestienjarige die te horen krijgt dat hij kanker heeft, wil tegelijkertijd gewoon blijven babbelen over zijn liefdesleven, of praten over wat hij mist. Dan luisteren wij.’ 

Een prikkelarme ruimte

De snoezelkamer is een prikkelarme ruimte waar kinderen helemaal tot rust komen.

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op