Het UZA voert zo'n 45 niertransplantaties per jaar uit. 86 UZA-patiënten staan momenteel op de wachtlijst. In heel België krijgen per jaar ongeveer 450 patiënten een nieuwe nier. Bij 95 procent van die patiënten is die nier een jaar na de ingreep nog gezond. Een struikelblok blijven echter de lange wachtlijsten: het is gemakkelijk twee tot drie jaar wachten op een geschikt orgaan. Dat komt voor een stuk doordat almaar vaker ook oudere patiënten worden getransplanteerd. 'Vroeger kwam een patiënt van 65 jaar of ouder sowieso niet in aanmerking, tegenwoordig transplanteren we ook gezonde zeventig-plussers', zegt prof. dr. Daniel Abramowicz, diensthoofd nierziekten. De medische wereld blijft dan ook zoeken naar nieuwe technieken en manieren om meer patiënten te kunnen helpen. Een overzicht.
Nierdonatie na hartstilstand
Gewoonlijk komen donornieren van hersendode patiënten die kunstmatig in leven worden gehouden aan een beademingsmachine. Sinds een tiental jaar zijn echter ook non heart beating donoren een optie. Het gaat dan om erg zieke patiënten over wie de familie en het behandelende team het eens zijn dat verdere behandeling geen zin heeft. Patiënten worden dan afgekoppeld van de beademingsmachine, waarna ze een natuurlijke dood sterven. Meteen daarna worden de organen verwijderd. Dat gebeurt altijd met instemming van de familie. Meestal gaat het om patiënten uit het eigen ziekenhuis. 'In Nederland gebeurt dit al veel vaker, maar ook bij ons wordt non heart beating-donatie een belangrijke bron van donornieren. Als de donor niet te oud is en geen bijkomende ziekten heeft, zijn die organen perfect bruikbaar', zegt Abramowicz.
Familielid als donor
De afgelopen jaren was er een voorzichtige toename van zogenaamde levende nierdonatie, waarbij de patiënt een nier krijgt van een familielid. In het UZA gaat het tegenwoordig om zo'n 5 à 10 procent van de nierdonaties. En er is nog ruimte voor groei. Mogelijke gezondheidsnadelen voor de donor zijn alvast geen tegenargument. 'Het is bewezen dat een gezond persoon met maar één nier evenveel kans heeft op een lang en gezond leven als iemand anders', zegt Abramowicz. Ook voor de patiënt is het een voordeel. 'De langetermijnresultaten na levende nierdonatie zijn beter. Dat komt onder meer doordat we donoren alleen aanvaarden als ze over twee perfect gezonde nieren beschikken', zegt nefroloog prof. dr. Jean Louis Bosmans.
Geen match, toch transplantatie
Dankzij nieuwe technieken komen familieleden vandaag vaker in aanmerking om een nier af te staan, ook als donor en ontvanger strikt genomen niet verenigbaar zijn. 'Afhankelijk van hun bloedgroep dragen mensen bepaalde antigenen in hun lichaam, de zogenaamde ABO-antigenen', legt Abramowicz uit. 'Die antigenen bepalen mee of er een match mogelijk is. Een persoon met bloedgroep O bijvoorbeeld, maakt antistoffen aan tegen de ABO-antigenen van een persoon met bloedgroep A of B. Daardoor zou hij de nier bij transplantatie onmiddellijk afstoten.' Tegenwoordig is dat probleem te omzeilen door de patiënt de weken voor de transplantatie een speciale behandeling te geven. Hij krijgt dan specifieke antilichamen toegediend, terwijl andere antilichamen worden verwijderd met behulp van een speciale techniek. 'Een grote vooruitgang als je weet dat drie tot vier op de tien kandidaat-donoren normaal niet in aanmerking komen vanwege die ABO-antigenen', aldus Abramowicz.
Een nier voor een nier
De Belgische transplantatiecentra hebben sinds een drietal jaar een overeenkomst voor een Living Donor Exchange Program, als het ware een uitwisselingsprogramma voor levende donoren. Een familielid dat een nier wil afstaan, maar geen goede match is voor de patiënt, kan zijn nier doneren aan een andere patiënt binnen het programma. In ruil daarvoor krijgt de 'eigen' patiënt een donornier van een andere donor. Bosmans: 'Om dat mogelijk te maken kunnen familieleden van patiënten op de wachtlijst zich laten registreren in een virtuele pool. Elke drie tot vier maanden wordt via een computerprogramma gezocht naar een geschikte match of matchen. Daaruit zijn al een aantal transplantaties voortgekomen.'
Lang leve de donornier?
Vijf jaar na een niertransplantatie werkt gemiddeld nog zo'n 80 procent van de nieren. De gemiddelde levensduur is tien jaar, al zijn er ook patiënten die twintig jaar gezond leven met eenzelfde nier. 'Een donornier heeft hoe dan ook niet het eeuwige leven', legt prof. dr. Daniel Abramowicz uit. 'Door de medicatie die ze krijgen, hebben patiënten immers last van een hoge bloeddruk. Daardoor raakt de donornier geleidelijk aangetast.' Het goede nieuws is dat patiënten de levensduur van hun nier positief kunnen beïnvloeden door gezond te leven en, vooral, door hun medicatie nauwgezet te nemen.