Natuurlijk bevallen of keizersnede?

Almaar meer vrouwen bevallen met een keizersnede. Normale evolutie of slechte zaak? Prof. dr. Yves Jacquemyn, diensthoofd gynaecologie, houdt zes veel gehoorde uitspraken over keizersnedes tegen het licht.

Prof. dr. Yves Jacquemyn
Prof. dr. Yves Jacquemyn
Diensthoofd gynaecologie-verloskunde

Het aandeel keizersnedes in België ligt vandaag op 17 à 18 %, een percentage dat blijft toenemen. De belangrijkste medische redenen voor een keizersnede zijn een vroeggeboorte met stuitligging of dreigend zuurstofgebrek, eerdere keizersnedes, dwarsligging van de baby of complicaties tijdens de arbeid. Soms wil de vrouw zelf een keizersnede, meestal uit vrees voor bekkenbodemproblemen.

De evolutie naar meer keizersnedes is volgens Jacquemyn onomkeerbaar. ‘Patiënten bepalen meer zelf het beleid. In 1990 zou het nog ondenkbaar zijn geweest dat een gynaecoloog inging op een verzoek om een keizersnede, nu vinden we het meer en meer aanvaardbaar.’ Is het toenemende aantal keizersnedes een probleem? Jacquemyn hoor je dat niet zeggen. ‘We willen natuurlijk geen 90 % keizersnedes, maar weinig gynaecologen zijn nog van mening dat een natuurlijke bevalling per definitie beter is. Onderzoek toont aan dat beide voor- en nadelen hebben.’ Een aantal stellingen op een rij.

België heeft een hoog percentage keizersnedes.

Niet waar. Samen met Nederland en Scandinavië heeft België een van de laagste percentages keizersnedes ter wereld. Ter vergelijking: in Brazilië en Argentinië gebeurt 80 à 90 % van de bevallingen met een keizersnede.

Het aantal keizersnedes stijgt alleen omdat vrouwen er vaker zelf om vragen.

Niet waar. De wens van de vrouw speelt mee, maar daarnaast zijn er andere factoren. Zo wagen almaar minder gynaecologen zich aan een stuitbevalling. Ook bevallingen met zuignap of verlostang worden vaker vermeden. Verder neemt het aantal ernstig zwaarlijvige zwangeren toe, bij wie een natuurlijke bevalling vaak onmogelijk is.

Bij een keizersnede is er een hogere kans op medische verwikkelingen bij de moeder.

Waar. Het risico op een bloeding ligt bij een keizersnede zo’n 20 % hoger en stijgt licht met elke keizersnede. Ook is er bij een volgende zwangerschap een heel kleine kans dat de baarmoeder scheurt. Vanaf twee keizersnedes neemt dat risico echter niet verder toe: medisch gezien staat er dan ook geen limiet op het aantal verantwoorde keizersnedes. Er is ook een heel klein risico dat een volgende vrucht zich in het baarmoederlitteken nestelt, met een grote kans op een miskraam of zelfs verlies van de baarmoeder. Al die complicaties zijn erg zeldzaam. 

Baby’s lopen minder risico bij een keizersnede.

Niet waar. Ook tijdens een keizersnede kunnen er zaken mislopen. Doordat de vrouw stil op haar rug ligt en er een heel sterke verdoving wordt gegeven, is bijvoorbeeld de kans op een slechte bloeddoorstroming groter, wat kan leiden tot zuurstoftekort bij de baby. Bij een te vroege geplande keizersnede bestaat ook de kans dat de longetjes van de baby niet volledig rijp zijn, met een iets hoger risico op ademhalingsproblemen. Zwangere vrouwen die eerder een keizersnede ondergingen, hebben een heel licht verhoogde kans op een doodgeboorte. De reden is onbekend.

Het herstel na een keizersnede is pijnlijker en duurt langer.

Niet waar. Volgens onderzoek wordt de vaginale pijn na een natuurlijke bevalling als even heftig ervaren als de pijn na een keizersnede. Een paar weken na de bevalling voelen beide groepen zich evenzeer hersteld. Ook de bewering dat je na een keizersnede geen zwaarder gewicht mag tillen dan dat van je eigen baby, is achterhaald. Net een natuurlijk bevallen vrouw moet oppassen: haar bekkenbodemspieren moeten genoeg hersteld zijn voor ze weer zwaardere gewichten mag tillen. Van de vrouwen die kunnen vergelijken, hoor je er even veel zeggen dat de keizersnede het moeilijkst was, als dat ze de vaginale bevalling het zwaarst vonden. Het gaat dus om een heel persoonlijke ervaring. 

Na een keizersnede loop je minder risico op bekkenbodemproblemen

Waar. Na een vaginale bevalling heb je een verhoogde kans op urine- of stoelgangincontinentie op korte of lange termijn. Oorzaak is een verzwakte bekkenbodem. Ook de zwangerschap op zich stelt je bekkenbodem op de proef, maar die impact is kleiner.

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op