Virale hepatitis is een ontsteking van de lever die, zoals de naam het aangeeft, wordt veroorzaakt door een virus. Hepatitis B en C worden in ons land vooral overgedragen via besmet bloed of onveilig seksueel contact. Beide vormen kunnen chronisch worden. In dat geval raakt de lever steeds meer aangetast en kan de patiënt levercirrose of zelfs leverkanker krijgen.
Hepatitis E loop je vooral op door onvoldoende verhit varkensvlees te eten, of producten waarin varkensvlees verwerkt zit, zoals pastei. Van een infectie met hepatitis E genezen de meeste mensen spontaan. Alleen bij patiënten die afweeronderdrukkende medicatie innemen – denk aan transplantatiepatiënten – en daardoor een verminderde weerstand hebben, kan een chronische hepatitis E-infectie chronisch worden. Leverspecialist prof. dr. Thomas Vanwolleghem geeft meer uitleg.
Waaraan merk je dat je hepatitis hebt?
'Hepatitis wordt niet voor niets een stille doder genoemd: je kunt het jaren hebben zonder iets te merken. De voornaamste klacht is vermoeidheid. Symptomen als een opgezette buik of geelzucht doen zich pas in een heel laat stadium voor. Voor de jaren 1990 deden zich veel besmettingen voor, onder meer via bloedtransfusies, doordat hepatitis C nog niet bekend was. Precies omdat hepatitis C vaak geen duidelijke klachten oplevert, is het belangrijk dat huisartsen en specialisten voldoende screenen en niet aarzelen om een bloedtest voor te stellen. Zo kunnen we hopelijk een epidemie van levercirrose en -kanker voorkomen.'
Hepatitis E is bij veel mensen nog onbekend?
‘Dat klopt, al komt het virus relatief frequent voor. Recent onderzoek dat we samen met Sciensano hebben gedaan toont aan dat elk jaar zowat 50.000 Belgen een besmetting met hepatitis E oplopen. Je krijgt het na het eten van besmette voedingsmiddelen, zoals varkensvlees en schaaldieren. Helemaal onschuldig is hepatitis E niet. De meeste patiënten merken er niets van, maar een klein percentage kan problemen krijgen aan nieren en zenuwen of een ernstige geelzucht. Bovendien kunnen transplantatiepatiënten het virus minder makkelijk overwinnen. In dat geval kan de chronische besmetting de lever verder aantasten, wat soms tot cirrose kan leiden. Deze groep patiënten moet daarom extra voorzichtig zijn met het eten van onvoldoende verhitte of rauwe voedingsproducten.’
Hoe wordt hepatitis behandeld?
'Patiënten met hepatitis B worden alleen behandeld als hun lever ontstoken is. De andere patiënten volgen we goed op om virusopflakkeringen en levercomplicaties vroeg op te sporen. Voor patiënten met een chronische hepatitis C is de behandeling enorm verbeterd: sinds 2015 bestaat er heel goede medicatie met weinig bijwerkingen, die bij zo goed als alle patiënten aanslaat. Zelfs hepatitis C met ernstige verwikkelingen kunnen we zo genezen. Alleen de weinige patiënten met een acute besmetting vallen nog uit de boot: zij moeten in principe nog zes maanden wachten op een behandeling.
Voor hepatitis E is er nog geen goede behandeling. De meeste patiënten hebben er ook geen nodig, maar transplantatiepatiënten met een chronische besmetting zouden er wel baat bij hebben. Momenteel is het behelpen met algemene virusremmers.’
Het UZA heeft een aparte raadpleging voor hepatitispatiënten. Wat houdt dat in?
'Samen met mij houden een of twee artsen raadpleging. Zo bundelen we de patiëntenzorg en de expertise. Nieuwe patiënten bij wie de ziekte recent is vastgesteld, zien we meteen. De onderzoeken gebeuren dan nog diezelfde voormiddag, zodat de patiënt indien nodig snel met zijn behandeling kan starten. We doen overigens ook veel wetenschappelijk onderzoek om de zorg van hepatitispatiënten te verbeteren.'