Digitaal oor volgt je hartslag

Telemonitoring is de toekomst. Met behulp van het OnePulse-systeem en een goed uitgebouwde Telemonitoring Unit brengt het UZA voortaan alle waarden van pacemakers en andere implantaten op een omvattend platform samen. ‘Ook metingen van patiënten met hun smartphone of smartwatch kunnen we daarin integreren’, zegt prof. dr. Hein Heidbuchel, diensthoofd cardiologie.

prof. dr. Heilko Miljoen
Prof. dr. Heilko Miljoen
cardioloog
prof. dr. hein heidbuchel
Prof. dr. Hein Heidbuchel
diensthoofd cardiologie
prof. dr. Marc Claeys
Prof. dr. Marc Claeys
adjunct-diensthoofd cardiologie

Cardiologen zijn altijd al voorlopers geweest op het vlak van telemonitoring. In de jaren tachtig  stuurden patiënten gegevens van hun pacemaker via telefoon door. ‘Vandaag seint het internet al die data, ook van implanteerbare defibrillatoren (ICD) en ingeplante ritmerecorders, zonder tussenkomst van de patiënt door. Maar al die informatie is alleen nuttig als we er snel en gepast op kunnen reageren: dé uitdaging is het creëren van een goede workflow’, beklemtoont Heidbuchel. 

In 2020 richtte de dienst cardiologie daarom een Telemonitoring Unit (TMU) op, een team van cardiologen, elektrofysiologen, (katheterisatie)verpleegkundigen en een ICT-specialist die samen nieuwe werkstromen uitwerken voor efficiënte telemonitoring. 

Alle data op één platform

‘Tot voor kort raadpleegden we dagelijks systemen van verschillende producenten, wat tijdrovend en niet eenvormig was’, legt Heidbuchel uit. ‘Om dat overzichtelijker te maken, zijn we in zee gegaan met de Belgische startup LindaCare en hebben we hun platform samen verder ontwikkeld. Daarop komen alle waarden gestructureerd en gebruiksvriendelijk terecht. Afwijkende data springen meteen in het oog. In die zin vormt het de ruggengraat voor onze zelf ontwikkelde workflow. In het systeem wordt onder meer aangegeven welke medewerker de informatie heeft bekeken, met welke arts ze is besproken, welke actie – bijvoorbeeld een extra raadpleging – daaruit voortvloeit en hoe dringend die is. Ook de informatie van raadplegingen brengen we nu in datzelfde systeem onder. Zo kunnen we onze patiënten nog beter opvolgen.’ 

 

Al die data zijn alleen nuttig als je er snel en gepast op kan reageren.

Een achttal TMU-verpleegkundigen neemt de dagelijkse opvolging van de data op zich en verzorgt de contacten met patiënten en artsen. Patiënten die zich zorgen maken, kunnen hen altijd zelf opbellen. De TMU-medewerker gaat dan na of er zich iets afwijkends heeft voorgedaan en overlegt indien nodig met de arts.

‘Intussen volgen we met dit systeem ook patiënten van andere cardiologen en ziekenhuizen op. En later kunnen we eventueel dezelfde service leveren aan andere diensten, bijvoorbeeld voor het opvolgen vanop afstand van de longfunctie, de bloedsuikerspiegel of de werking van een mechanisch kunsthart. Zij kunnen onze methodes overnemen of de opvolging aan onze TMU uitbesteden’, zegt Heidbuchel.

En hij ziet nog meer mogelijkheden. ‘Nu al sturen patiënten metingen van hun smartphone of smartwatch door, zoals een onregelmatig hartritme of zelfs een ECG. Almaar meer patiënten gebruiken dat soort toepassingen. Als zorgverlener moet je daar een gestructureerd antwoord op bieden, zodat we onze patiënten kunnen opvolgen zonder dat ze onnodig naar het ziekenhuis moeten komen. Dat is de vernieuwing die we met onze TMU in de zorg willen brengen.’

UZA-cardioloog dichtbij

Het UZA behandelt patiënten uit de brede Antwerpse regio en daarbuiten. Om hen indien mogelijk in hun eigen buurt te kunnen opvolgen, organiseert de dienst cardiologie ook raadplegingen van UZA-cardiologen buiten het UZA. Dat kan bijvoorbeeld in een ander ziekenhuis of in een huisartsenpraktijk zijn. Intussen zijn er satellietraadplegingen in onder meer Geel, Sint-Niklaas, Willebroek, Brecht, Zoersel en Berchem. Alle locaties en informatie over hoe je daar een afspraak kan maken, zijn te vinden op de website uza.be/cardio­logie. Als je in je eigen omgeving terecht kan, biedt het secretariaat die optie aan.

Cruciaal tijdens pandemie

Tijdens de voorbije pandemie bewees telemonitoring meer dan ooit zijn waarde. Het zorgde er mee voor dat de dienst relatief gemakkelijk kon overstappen op afstandsgeneeskunde. Heidbuchel: ‘De meeste patiënten met een pacemaker of ICD volgden we al vanop afstand op, wat we aanvulden met telefonische- of videoraadplegingen. Bij patiënten bij wie er nog geen thuismonitoring was geïnstalleerd, lieten we een toestel aan huis bezorgen. Met de nodige begeleiding liep dat vlot.’

Dat alles bood echter nog geen alternatief voor routinecontroles met ECG of echocardiogram. Heidbuchel: ‘We wilden onze kwetsbare patiënten zo veel mogelijk uit het ziekenhuis houden, maar tegelijk geen belangrijke problemen missen. Vergeet niet dat tijdens de eerste coronagolf in sommige landen het aantal gevallen van plotse dood met 30 procent steeg: voornamelijk hartpatiënten die niet tijdig naar de raadpleging of de spoed wilden of konden gaan.’ 

Zo'n app zal nooit een gewone raadpleging vervangen, maar patiënten hoeven wel minder vaak naar het ziekenhuis te komen.

De dienst ving dat hiaat deels op met de mobiele app FibriCheck, ook van Vlaamse bodem, waarmee patiënten de regelmaat van hun hartritme kunnen meten en doorsturen. ‘Op basis daarvan kunnen wij eventuele hartritmestoornissen opsporen en de patiënt indien nodig alsnog op controle laten komen. We hebben dat project succesvol en snel uitgerold met de steun van de Stad Antwerpen, die ons er een innovatieprijs voor heeft toegekend. Een aantal andere ziekenhuizen nam het systeem nadien over.’ 

Vandaag maakt de dienst nog steeds gebruik van die technologie. Veel patiënten ervaren het als een geruststelling. ‘Zo’n app zal nooit een gewone raadpleging vervangen, maar patiënten hoeven wel minder vaak naar het ziekenhuis te komen. In die zin heeft de pandemie ook positieve gevolgen gehad’, aldus Heidbuchel. 

STEMI-netwerk zorgt voor minder overlijdens na hartinfarct

De kans op overlijden in het ziekenhuis na een acuut hartinfarct daalde de voorbije decennia van 10 naar minder dan 5 procent. Dat is grotendeels te danken aan de uitbouw van het STEMI-netwerk, een netwerk van ziekenhuizen die de juiste omkadering en expertise hebben om patiënten snel te behandelen met een ballondilatatie of stent. Getroffen patiënten worden rechtstreeks naar een van die diensten verwezen. 

‘De provincie Antwerpen telt vier STEMI-ziekenhuizen, waaronder het UZA’, zegt prof. dr. Marc Claeys, adjunct-diensthoofd cardiologie. Als oprichter van de STEMI-databank, die behandelingsgegevens van de betrokken centra verzamelt en analyseert, zet hij zich mee in voor ­kwaliteitsverbetering. Zo is het essentieel dat patiënten binnen het uur na aankomst in het ziekenhuis op de behandeltafel liggen: met elke gewonnen minuut wordt er immers hartspierweefsel gered. 

‘Een specifieke groep zijn patiënten die na hun hartinfarct een cardio­gene shock doormaken, wat betekent dat de pompfunctie bijna volledig stilvalt’, vervolgt Claeys. ‘Van hen overlijdt helaas nog altijd zo’n 40 procent. Sinds kort kunnen we die patiënten helpen met een ­IMPELLA-hartpomp: een minuscuul pompje dat we via een katheter tot in het hart brengen en dat de pompfunctie deels overneemt. Met die therapie kopen we tijd, in afwachting van spontaan herstel of eventueel een harttransplantatie. Zo hopen we de kansen van die patiënten te verbeteren.’

Onderzoek: COVID-19 bij topsporters

Met de COVIDEX-studie wil een team Vlaamse weten­schappers, onder leiding van UZA-cardioloog dr. Hielko Miljoen, de gevolgen van een COVID-19-besmetting op het hart onderzoeken, met name bij atleten.
 

Waarom?
COVID-19 kan leiden tot aantasting van de hartspier. Voor personen die sporten is dat extra gevaarlijk: een van de oorzaken van plotse hartdood bij jonge sporters is immers een al dan niet eerder doorgemaakte ontsteking van de hartspier. Bij één studie naar plotse hartdood bij atleten werd dit bij 5 tot 8 procent vastgesteld. 
 

Doel?
Met de studie wil het onderzoeksteam bij een grote groep atleten nagaan hoe zij COVID-19 hebben doorgemaakt, bij hoeveel van hen er sprake is van aantasting van de hartspier en in welke mate dat aanleiding geeft tot hartritmestoornissen op langere termijn. 

Meedoen?
Sport je al minstens vijf jaar vier uur of meer per week en heb je een positieve COVID-19-test afgelegd, dan kan je je aanmelden via ­www.covidex.be.

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op