Als zwangere vrouw kan je in het UZA je afspraak bij de gynaecoloog met een vroedvrouwenraadpleging combineren. ‘De meeste aanstaande mama’s die bij de gynaecoloog gaan voor hun eerste echo met nekplooimeting passeren ook bij ons’, zegt hoofdvroedvrouw Stephanie Printemps. ‘Wij bespreken met hen bredere vragen over de zwangerschap, zoals hoe je wil bevallen of hoe je met zwangerschapskwalen omgaat. Sinds februari gebruiken we ook als een van de eerste ziekenhuizen de nieuwe tool Born in Belgium Pro om kwetsbaarheden in kaart te brengen.’
Van papieren tot familiaal geweld
Born in Belgium Pro maakt gebruik van digitale vragenlijsten die zorgverleners de psychosociale situatie van aanstaande mama’s helpen inschatten. Stephanie Printemps: ‘Dat gaat breed: van hebben ze een netwerk van familie en vrienden, over zijn de mutualiteits- en verblijfspapieren in orde, tot hoe is de financiële en psychologische situatie. Ook middelenmisbruik en familiaal geweld komen aan bod. De tool helpt ons om te polsen naar 13 kwetsbaarheden en formuleert aandachtspunten en doorverwijsadressen in de regio. Alles wordt veilig online opgeslagen zodat andere zorgverleners het dossier kunnen opvolgen en patiënten gevoelige feiten niet onnodig moeten herhalen als ze toestemming gaven om die gegevens uit te wisselen.’
Born in Belgium Pro ontstond uit het project Born in Brussels, dat in september 2018 werd opgestart om gezondheidszorg toegankelijker te maken. ‘Een zwangerschap geldt als window of opportunity’, zegt UAntwerpen-professor Katrien Beeckman, die het RIZIV-project Born in Belgium Pro coördineert. ‘Voor aanstaande mama’s komt er meestal geen betere motivator om bepaalde zaken in hun leven aan te pakken. Bovendien kan je dubbele gezondheidswinst boeken: je helpt zowel de huidige generatie als de toekomstige, de baby. Uit onderzoek blijkt meer en meer hoe doorslaggevend de eerste duizend levensdagen, van de bevruchting tot pakweg twee jaar, voor onze verdere gezondheid zijn.’
Brede aanpak en opvolging
Toen het project in het najaar van 2021 met middelen van het RIZIV naar België werd uitgebreid, sprong het UZA als een van de eerste ziekenhuizen mee op de kar. ‘Onze artsen en vroedvrouwen geloofden meteen heel sterk in het idee. Hoe vroeger in de zwangerschap je kwetsbaarheden detecteert, hoe beter je ze op verschillende niveaus kan aanpakken en hoe minder impact ze op de moeder en het kind hebben’, zegt Stephanie Printemps. ‘Via Panza, het Perinataal Antwerps Netwerk Zwangerschap in Armoede, kenden veel betrokkenen uit de regio elkaar ook al. Inmiddels gebruiken een vijftigtal lokale organisaties, zoals verenigingen tegen armoede, vroedvrouwenpraktijken, afkickcentra of Kind & Gezin, de tool van Born in Belgium Pro.’
Als een screening tijdens de vroedvrouwenraadpleging in het UZA een kwetsbaarheid signaleert, dan krijgt de patiënte meteen een aantal aanbevelingen en contactgegevens mee. ‘Soms verwijzen we extern door, bijvoorbeeld naar een OCMW of een organisatie die mensen zonder papieren helpt. Andere keren geven we interne contacten door, zoals een psycholoog bij een sluimerende depressie. Of we leggen meteen een kennismakingsgesprek bij de dienst patiëntenbegeleiding vast. Op 24 weken in de zwangerschap, als aanstaande mama’s ook een suikertest ondergaan, plannen we voor iedereen met een kwetsbaarheid een nieuwe afspraak in. Dan kijken we met de vrouwen hoever we staan, wat we nog willen en kunnen bijsturen tegen de bevalling.’
Alles wordt veilig online opgeslagen zodat andere zorgverleners het dossier kunnen opvolgen en de patiënt gevoelige feiten niet onnodig moet herhalen.
Watervaleffect voor eerste lijn
Uit onderzoek blijkt dat zorgverleners zonder systematische screening maar 1 op de 20 mogelijk kwetsbare zwangere vrouwen identificeren. Met systematische screening verhoogt dat naar meer dan 1 op de 4. ‘Voor het UZA hebben we nog geen cijfers sinds we de tool in februari in de praktijk invoerden’, zegt Stephanie Printemps. ‘Wel blijkt dat de collega’s van de dienst patiëntenbegeleiding door de screening niet overbevraagd raken, zoals ze eerst vreesden. Het maakt een wereld van verschil of je zes maanden hebt om bijvoorbeeld mutualiteitspapieren in orde te maken, dan wel of dat moet in de paar dagen dat iemand op de materniteit verblijft. Ook medisch is de situatie totaal anders voor de baby en de mama als je pakweg middelengebruik op twaalf weken kan stoppen, in vergelijking met ontwenningsverschijnselen die op de materniteit opduiken.’
In het UZ Brussel bleek tijdens het eerste jaar dat de tool zeer laagdrempelig is: minder dan 1 procent van de aanstaande mama’s weigerde aan de screening deel te nemen. Katrien Beeckman: ‘Tussen februari en november 2021 werden 783 vrouwen minstens voor een deel gescreend. Van hen vertoonde 83 procent een mogelijke kwetsbaarheid en 15 procent zelfs drie mogelijke kwetsbaarheden. Bij 54 procent van de bevraagden hebben we minstens één actie ondernomen vanuit het platform. Die cijfers zijn vrij hoog maar er zijn veel gradaties van kwetsbaarheden. Het belangrijkste is dat er na de screening een geïntegreerde aanpak ontstaat, in de vorm dat niet alleen ziekenhuizen maar ook tal van eerstelijnszorgverleners nog meer betrokken worden en we zo allen meer oog krijgen voor kwetsbaarheden van aanstaande mama’s.’