Aneurysma’s beter bestuderen en behandelen_illustratie

Een verwijding of aneurysma kan de grote lichaamsslagader (aorta) doen scheuren, met levensbedreigende inwendige bloedingen als gevolg. Onderzoekers van het UZA en de UAntwerpen werken aan innovaties om betere behandelingen sneller te testen in aortamodellen en geneesmiddelen efficiënter toe te dienen.

Aline_Verstraeten
Aline Verstraeten
Geneticus UAntwerpen
Bart Loeys
Prof. dr. Bart Loeys
diensthoofd medische genetica

Bij een aneurysma is een deel van een bloedvat abnormaal verwijd. Zo’n verwijding ontstaat ongemerkt en geeft meestal geen klachten – vaak wordt ze bij toeval ontdekt. Vergroot het aneurysma, dan wordt de aortawand steeds zwakker en dunner, zoals bij een ballon die steeds harder opgeblazen wordt. De aortawand kan dan scheuren, zelfs bij een normale bloeddruk.

Een aorta nabootsen

Een aneurysma van de hoofdslagader in de borstkas – de thoracale aorta – noemen we een thoracaal aorta aneurysma (TAA). Bij een TAA kunnen geneesmiddelen – bloeddrukverlagende bèta­blokkers en angiotensine-­receptor-blokkers zoals losartan – dat proces wel vertragen, maar niet stoppen. In het Centrum voor medische genetica (CMG) proberen onderzoekers van het UZA en de UAntwerpen de onderliggende mechanismen van aneurysma’s verder te ontrafelen en veelbelovende therapieën te testen. Prof. dr. Aline Verstraeten: ‘Een obstakel is dat we daarvoor nog geen goed menselijk model hebben. We gebruiken nu muismodellen, maar de stap van muizen naar mensen blijft erg groot. Geneesmiddelen die voor muizen veilig en doeltreffend lijken, kunnen voor mensen inefficiënt of schadelijk zijn.’

Als tussenstap willen Aline Verstraeten en haar team daarom een humaan aorta-op-een-chip ontwikkelen – een 3D-complex van cellen dat de echte aorta nabootst. ‘We nemen bloedcellen van een patiënt en maken daar stamcellen van, die we opkweken tot de diverse celtypes die je in de aortawand aantreft. Die celtypes brengen we dan in een 3D-structuur samen op een chip, een dun plaatje waarin mini-kanaaltjes zijn aangebracht, zodat je de cellen kan bevloeien om de bloedstroom na te bootsen of om medicijnen toe te dienen. Met moleculaire experimenten kunnen we dan bestuderen welk effect geneesmiddelen op de diverse celtypes hebben of wat er gebeurt als je de cellen aan verschillende soorten bloeddruk blootstelt. Door te vergelijken met een aorta-op-een-chip van een gezonde controlepersoon krijg je ook de ziektemechanismen scherper in beeld.’

Zulke orgaanmodellen op chips zijn er al voor longen, spieren, lever en nieren, maar nog niet voor de aorta. ‘We zijn er intussen in geslaagd om uit stamcellen van TAA-patiënten de diverse celtypes van de aortawand te kweken. De komende 2 tot 3 jaar willen we die op een chip samenbrengen. Als dat lukt, kunnen we therapieën die in muismodellen doeltreffend lijken eerst uitproberen op onze aorta-op-een-chip, voordat we ze testen in klinische studies met patiënten. We ontwikkelen zo betere geneesmiddelen en vermijden teleurstellende resultaten in klinische studies. En op termijn kunnen we behandelingen misschien wel helemaal proefdiervrij ontwikkelen en testen.’

Therapieën die in muismodellen doeltreffend lijken, kunnen we dan eerst uitproberen op onze aorta-op-een-chip, voor we ze testen in klinische studies met patiënten.

Geneesmiddelenkoeriers

In de wand van de aorta zit het eiwit elastine, dat de vaatwand tegelijk stevig en soepel houdt. Bij een aneurysma wordt dat elastine afgebroken en raakt het verbrokkeld. Dierproeven tonen aan dat een hoge dosis van het geneesmiddel losartan aortaverwijding kan stopzetten. Het probleem: als je losartan oraal toedient, resulteert zo’n hoge dosis bij mensen in ernstige bijwerkingen. Daarom is een methode nodig om losartan heel gericht toe te dienen, zodat het enkel en alleen op de zieke delen van de aorta inwerkt.

Nanodeeltjes kunnen een oplossing bieden, denkt prof. dr. Bart Loeys. ‘Dat zijn uiterst kleine deeltjes waarin je moleculen van een geneesmiddel zoals losartan kan verpakken. Ik vergelijk ze met koeriers die pakketjes vervoeren. Koeriers moeten precies weten op welk adres ze moeten leveren. Door de nanodeeltjes chemisch aan te passen, hechten wij er een soort adreslabel aan vast, zodat we ze naar de juiste plek in de zieke aorta kunnen sturen. De nanodeeltjes worden intraveneus toegediend en geven de medicatie pas vrij bij binding aan het afbrokkelende elastine in de aortawand. Dat gebeurt heel gericht, zodat je veel minder toxische nevenwerkingen krijgt in de rest van het lichaam en je hoge dosissen kan gebruiken, met maximaal effect.’

Ook dit project zit nog in de beginfase, zegt Bart Loeys. ‘Momenteel testen we bij muizen of we de nanodeeltjes tot in de juiste celtypes van de aortawand krijgen en of ze daar de aneurysmavorming tegengaan. Dat willen we dan later ook in de aorta-op-een-chip testen, voor we klinische studies met patiënten opzetten. Het gebruik van nanodeeltjes in de mens is overigens al goedgekeurd door de Amerikaanse genees­middelenautoriteit, de Food and Drug Administration (FDA). Zodra we een goed adreslabel hebben ontwikkeld, kunnen we het dus meteen gebruiken bij de mens.’

Aangemaakt op
Laatste update op