Transplantatie

In België is iedereen die bij leven geen verzet aantekende, na zijn dood een potentiële orgaandonor. Dankzij die wetgeving behoren we in Europa tot de drie landen met het grootste aantal donoren per miljoen inwoners. ‘Toch blijft bewustmaking meer dan ooit noodzakelijk’, zegt prof. dr. Geert Roeyen, hoofd van het transplantatiecentrum van het UZA.

Geert Roeyen
Prof. dr. Geert Roeyen
Diensthoofd transplantatiecentrum
Philippe Jorens
Prof. dr. Philippe Jorens
Diensthoofd intensieve zorg

In 2023 kregen 936 Belgen een donororgaan. 446 van hen kregen een nier, 314 een lever, 116 een of twee longen en 49 een hart. Nog eens elf Belgen werden getransplanteerd met een pancreas of darm. Het UZA is één van de vier centra in Vlaanderen die transplantaties uitvoeren. ‘Het aantal transplantaties blijft stijgen, maar het aanbod organen stijgt helaas niet evenredig’, zegt Geert Roeyen. ‘Dat komt onder meer doordat er een verschuiving is naar oudere donoren, van wie vaak niet alle organen bruikbaar zijn. Vroeger waren zestigplussers als donor uitzonderlijk, vandaag maken ze bijna de helft uit.

Eurotransplant en lokaal netwerk

Door het tekort aan organen groeien de wachtlijsten. Donorwerving is dan ook een van de belangrijkste taken van het transplantatiecentrum, dat als overkoepelende dienst de vier UZA-transplantatieprogramma’s ondersteunt. Geert Roeyen: ‘We sensibiliseren ook omliggende ziekenhuizen rond orgaan­donatie. Dit najaar organiseren we bijvoorbeeld een symposium over transplantatie voor zorgverleners uit de brede regio.’

Een groot aanbod uit ­Antwerpse ziekenhuizen komt ook de UZA-patiënten ten goede, legt Geert Roeyen uit. ‘De toewijzing van organen gebeurt via Euro­transplant. Daarbij wordt rekening gehouden met allerlei criteria, maar ook met de nabijheid van het donorcentrum. Hoe korter het transport, hoe beter immers voor het orgaan. Bij donororganen uit de eigen regio is de uitkomst voor onze patiënten dus beter.’ Het transplantatiecentrum heeft een goede samenwerking met een heel aantal regionale ziekenhuizen van provincie Antwerpen. Als zij een donor hebben, stuurt het UZA een team om de organen in een zo goed mogelijke conditie voor te bereiden.

De transplant­coördinatoren staan dag en nacht klaar om bij de aanmelding van een donor de hele ­procedure in goede banen te leiden.

Snelle, delicate gesprekken

Een belangrijke rol is weggelegd voor de transplantcoördinatoren. Zij staan dag en nacht klaar om bij de aanmelding van een donor, al dan niet vanuit het buitenland, de contacten te verzorgen en de hele procedure in goede banen te leiden.

Ook de eigen dienst intensieve zorg brengt regelmatig een donor aan. ‘Bij mogelijke orgaan­donatie nemen we contact op met de transplantcoördinator’, zegt intensivist dr. Annick De Weerdt. ‘Die gaat na of die persoon bij leven verzet heeft aangetekend. Indien niet gaan we met de familie praten. Wettelijk gezien is hun toestemming niet nodig, maar we respecteren altijd hun wens.’

Het overleg met de familie is altijd een delicate aangelegenheid. ‘In één gesprek moet je dan overschakelen van de rol van behandelaar naar die van donormanager. Dat is ook voor ons niet gemakkelijk. Meestal stemt de familie in. Meer nog: het gebeurt steeds vaker dat nabestaanden zelf over orgaan­donatie beginnen’, zegt Annick De Weerdt. Toch zijn er af en toe ook weigeringen, doorgaans om religieuze redenen.

Afscheid in alle rust

Als de familie geen bezwaar heeft tegen donatie, komt de transplantcoördinator indien gewenst uitleg geven. ‘We hebben veel respect voor mensen die zich als orgaandonor opgeven, en ook voor de familieleden die in orgaandonatie toestemmen. Zij moeten die beslissing nemen in erg moeilijke en emotionele omstandigheden. Het is dankzij hen dat andere mensen de kans op een nieuw leven krijgen. Voor de organen worden verwijderd, kan de familie nog rustig afscheid nemen. Het wegnemen gebeurt met veel respect, zodat het lichaam nadien nog kan worden opgebaard. Uiteraard blijft het strikt anoniem wie het orgaan ontvangt. Als de familie het wenst, kunnen ze wel informeren of de ontvanger het goed stelt,’ zegt prof. dr. Philippe Jorens, diensthoofd intensieve zorg.

Het gebeurt steeds vaker dat nabestaanden zelf over orgaandonatie beginnen.

De meerderheid van de donoren zijn personen die hersendood zijn. Steeds vaker gebeurt donatie echter ook bij patiënten die niet hersendood zijn, maar die zonder intensieve ondersteuning niet kunnen overleven. Annick De Weerdt: ‘Als we het er als team over eens zijn dat verdere behandeling zinloos is, bespreken we dat met de familie. Meestal beslissen we dan gezamenlijk om de behandeling stop te zetten. Daarna brengen we de mogelijkheid van donatie ten berde. Als de nabestaanden daarmee instemmen, nemen we de organen kort na het overlijden weg. Die vorm noemen we Donation after Cardiac Death (donatie na cardiaal overlijden, afgekort DCD). Binnen de Eurotransplantzone is België een van de weinige landen die daarvoor een wettelijk kader heeft.’ DCD groeide op korte tijd uit tot een belangrijke vorm van donatie, met een stijging van 106 donoren in 2019 naar 200 in 2023.

Extra begeleiding

Intussen blijft het transplantatiecentrum aan de kar trekken voor een hogere kwaliteit van zorg. ‘We hebben bijvoorbeeld met succes mee geijverd voor de terugbetaling van een nieuwe bewaartechniek bij nierdonatie, machineperfusie genoemd. Tijdens het vervoer wordt de nier voortdurend gespoeld, wat vooral bij de oudere donornieren een betere uitkomst geeft’, zegt Geert Roeyen.

Een recente verbetering is ook het nieuwe zorgpad bij lever- of niertransplantatie, dat het transplantatiecentrum dit jaar uitrolde onder leiding van de dienst fysische geneeskunde. Geert Roeyen: ‘Patiënten krijgen voor en na de transplantatie extra begeleiding van onder meer een kinesi­therapeut, diëtist en psycholoog. Dat leidt tot een vlotter herstel. Het Riziv verhoogde daarvoor de terugbetaling.’

Registreer je als donor

Eén donor kan tot acht levens redden. De ­Belgische wet bepaalt dat iedereen een potentiële orgaandonor is, tenzij hij of zij bij leven verzet aantekende. De meeste ziekenhuizen houden echter rekening met de wens van de na­­bestaanden. Daarom is het nuttig om je expliciet als orgaandonor te laten registreren: dan is het voor je familie helder wat je wens is. Een kleine 500.00 Belgen zetten al die stap.

Je laten registreren kan via de huisarts, op het gemeentehuis of via klikvoororgaandonatie.be. Tip: log in met de itsme-app en in enkele klikken ben je klaar. Daarnaast is het een goed idee om te bespreken met je naasten hoe jij tegenover orgaandonatie staat. Dat maakt het beslissingsproces voor hen een stuk makkelijker.
 

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op