Bij leverdialyse worden afvalstoffen uit het bloed verwijderd die de zieke lever niet meer zelf kan opruimen. De behandeling wordt toegepast bij patiënten met bepaalde chronische leverziekten die een acute opstoot doormaken en zonder leverdialyse weinig of geen kans op overleving hebben. De techniek die het UZA gebruikt, is MARS, voluit Molecular Adsorbent Recirculating System.
‘Bedoeling is de patiënt uit het acute stadium te halen, of als dat niet lukt, vier of vijf dagen tijd te winnen in afwachting van een levertransplantatie’, verduidelijkt prof. dr. Peter Michielsen, adjunct diensthoofd gastro-enterologie hepatologie. ‘In die korte periode ondergaat de patiënt drie tot vijf dialysesessies. Het bloed wordt gespoeld met albumine, een eiwit waaraan de afvalstoffen zich binden. Doordat vergevorderd leverfalen vaak gepaard gaat met nierproblemen, ondergaat de patiënt tegelijk klassieke nierdialyse. Ondersteuning door de dienst nefrologie-dialyse is dan ook noodzakelijk.’
Wie gaat dat betalen?
De behandeling is peperduur en werd tot voor kort niet terugbetaald. Michielsen: ‘Sinds 2008 financiert het Riziv leverdialyse echter in het kader van een studie waaraan alle Belgische transplantatiecentra deelnemen. In 2008 werden in totaal 26 patiënten met MARS behandeld, van wie tien in het UZA. Van die 26 kregen tien intussen een donorlever, zes konden na de behandeling van de acute wachtlijst worden gehaald. Tien anderen zijn toch overleden.’
‘Vanwege de hoge kosten komen alleen patiënten met welbepaalde indicaties in aanmerking. Onder hen mensen met een acute opstoot van bijvoorbeeld hepatitis B of C of heel ernstige leververgiftiging, patiënten van wie de lever na een transplantatie niet op gang komt en personen bij wie een heel groot stuk van de lever is weggenomen’, zegt prof. dr. Dirk Ysebaert, diensthoofd transplantatieheelkunde.
Leverdialyse kan niet alle leverfuncties overnemen. Een wondermiddel is het dus zeker niet. ‘Maar het geeft ons wel extra tijd en verhoogt zo de overlevingskansen. De studie zal uitwijzen of het zinvol is om de therapie als standaardbehandeling te weerhouden’, aldus Michielsen.