‘In onze kliniek volgen we vrouwen op die als gevolg van hun zwangerschap een hartziekte ontwikkelden, naast vrouwen met een hartaandoening die zwanger willen worden. Ook vrouwen met zwangerschapsdiabetes en -vergiftiging komen op consultatie bij ons. Die aandoeningen leiden op latere leeftijd namelijk tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.’
‘Een andere groep patiënten van onze kliniek zijn vrouwen in de (peri)menopauze. Klachten als hartkloppingen en overmatig zweten hangen samen met de overgang, maar kunnen ook wijzen op een onderliggende hart- of vaatziekte. Daarnaast rijzen er steeds meer vragen rond de veiligheid van hormoontherapie bij patiënten met cardiovasculaire klachten. Ook dat willen we bespreekbaar maken in onze kliniek.’
‘Zelfs bij de klassieke hartaandoeningen is er een verschil tussen vrouwen en mannen. De risico’s en de symptomen zijn anders. Vrouwen ervaren niet die typische druk op de borst bijvoorbeeld. Hartklachten blijven bij vrouwelijke patiënten dan ook vaak onder de radar, waardoor de mortaliteit bij hen hoger ligt dan bij mannen. Met onder meer inspanningsecho’s zetten we in op een doorgedreven diagnose.’
‘Bij de meeste onderzoeken naar hartziektes zijn 70 tot 80 procent van de deelnemers mannen. Maar vrouwen zitten anders in elkaar, waardoor de impact van een medicijn ook verschillend is. We hebben met andere woorden meer studies bij vrouwen nodig. Zelf voeren we ook onderzoek uit. Momenteel loopt hier een studie over het voorkomen van zwangerschapsvergiftiging door fysieke training.’
‘We werken met twee stafleden in de kliniek – Prof. dr Van Berendoncks en ikzelf – bijgestaan door een assistent. Daarnaast overleggen we met collega’s van de afdelingen gynaecologie en cardiologie. Onze patiënten worden naar ons doorverwezen vanuit andere diensten in het UZA, maar ook vanuit andere ziekenhuizen.’