Dr. Guy De Schutter en dr. Sam Moustie, sportartsen van S.P.O.R.T.S., zien dagelijks mensen die hun grenzen sportief willen verleggen. Dat is vaak het begin van een mooi avontuur, maar kan ook op een tegenvaller uitdraaien. ‘We zien bijvoorbeeld heel wat veertigplussers die lang weinig gesport hebben en dan op korte termijn een heel grote uitdaging willen aangaan, genre triatlon of de Mont Ventoux. Dat is vragen om kwetsuren. Het kan zelfs gevaarlijk zijn als ze intussen zonder het zelf te weten een hartprobleem hebben ontwikkeld’, zegt Moustie.
Wie laat zich screenen?
Wie na jaren stilzitten weer intensief wil sporten, zoekt het best eerst een sportarts op. Maar wat is intensief sporten? Moustie: ‘Alles hangt af van wat je gewoon bent en wat je wilt bereiken. Velen denken dat een loopprogramma voor beginners niet intensief is, maar dat is het wel. Ontzettend veel van die mensen eindigen met een blessure. Bovendien vormt lopen hoe dan ook een behoorlijke belasting voor je hart.’ Elk jaar duiken er wel berichten op over sporters die onverwacht op een sportveld sterven aan een niet-gekend hartprobleem. Screening kan dat risico sterk beperken. De kans op gewone blessures is echter oneindig veel groter. ‘Zeker als mensen in één keer naar de hoogste versnelling gaan, is het risico op blessures erg groot. En dan is de zin om te sporten vaak weer over, soms voor jaren’, aldus Moustie.
Screening en begeleiding zijn ook zinvol voor mensen die al veel sporten, maar twijfelen of ze goed bezig zijn of aan een nieuwe uitdaging beginnen. En ook voor kinderen en jongeren die intensief of in competitieverband sporten, is screening aan te raden. Want ook bij hen is letselpreventie belangrijk en kan er heel uitzonderlijk sprake zijn van een verborgen hartkwaal.
Een aantal sportfederaties, waaronder die voor wielrennen, gymnastiek en basketbal, legt aan zijn leden een sportmedisch onderzoek op. Binnen de meeste sportclubs is die verplichting er echter niet. Bovendien verloopt zo’n keuring niet altijd zoals het moet. ‘Artsen die snel een briefje schrijven zonder dat ze de sporter zelfs maar hebben onderzocht, dat komt nog altijd voor. Bij S.P.O.R.T.S. duurt alleen al het lichamelijk onderzoek gemakkelijk drie kwartier’, merkt Moustie op.
Rookt u?
Zowel recreatieve sporters als topsporters kunnen bij S.P.O.R.T.S. voor screening terecht. SKA, de Vereniging voor erkende Sport- en Keuringsartsen, werkte samen met cardiologen en orthopedisten een standaard schema voor screening uit. Doel is om hartkwalen of mechanische problemen – bijvoorbeeld een zwakke rug of knieprobleem - uit te sluiten en om voor eventuele problemen een oplossing of behandeling te zoeken.
‘Iedereen ondergaat eerst een lichamelijk onderzoek, waarbij we ook naar eventuele risicofactoren peilen’, licht Moustie toe. ‘Rookt de sporter? Heeft hij of zij problemen met bloeddruk of cholesterol? Neemt hij of zij medicatie? Is er sprake van overgewicht? Zijn er ziekten in de familie?’ Er wordt ook nagegaan of er geen orthopedische problemen zijn. Mogelijke pijnpunten zijn bijvoorbeeld vroegere blessures die niet helemaal zijn hersteld, scheefstand van het bekken als een gevolg van ongelijke beenlengte, plat- of holvoeten, spierzwakte ... De sporter ondergaat ook een elektrocardiogram (EKG) in rust. Afhankelijk van eventuele risicofactoren of klachten gebeurt er nadien nog verder onderzoek, bijvoorbeeld een longfunctietest of inspannings-EKG, beter gekend als fiets- of loopproef. Moustie: ‘Een belangrijke meerwaarde van S.P.O.R.T.S. is het multidisciplinaire karakter: ons team werkt nauw samen met andere specialisten. Bij problemen kunnen we de patiënt dan ook snel doorverwijzen.’
Oranje kaart
Als de onderzoeken zijn afgerond, krijgen de sporters uitgebreid advies. Zijn ze geschikt voor de sport die ze willen beoefenen? Kiezen ze eventueel beter een andere sport? Moeten ze bijkomende oefeningen doen om aan zwakke punten te werken? Hoe starten ze het best? Veel gelukkigen kunnen met een gerust hart de sportschoenen aantrekken, anderen krijgen bij wijze van spreken een oranje kaart. ‘Soms botsen we op problemen die we kunnen oplossen, zoals steunzolen om een afwijkende voetstand te corrigeren’, haalt Moustie aan.
‘Sporters met loopambities moeten we soms voorzichtig afremmen: zeker als ze amper getraind zijn, is het soms beter eerst aan algemene conditie en spierkracht te werken, bijvoorbeeld met fietsen, zwemmen en verstevigende spieroefeningen. Ook overgewicht en lopen gaan niet goed samen: je kiest dan beter eerst voor een andere sport, tot je wat gewicht hebt verloren.’ De sporters krijgen ook advies over hoe en aan welke hartslag ze het best trainen. Indien gewenst krijgen ze een uitgewerkt trainingsschema. ‘De sporters starten met een duidelijk plan, wat de kans op slagen sterk verhoogt’, zegt Moustie.
Vergrootglas voor topsporters
Ook topsporters, voor wie screening hoe dan ook verplicht is, kunnen bij S.P.O.R.T.S. terecht. Afhankelijk van hun sport ondergaan zij meer uitgebreide tests. Moustie: ‘Een klein probleempje kan bij hen meteen veel grotere proporties aannemen. Een sporter die een bepaald gewricht twintig uur per week belast, loopt uiteraard veel meer risico op een blessure. Bij die mensen moet je dus echt met een vergrootglas gaan kijken.’
Als u door uw sportarts bent goedgekeurd, is dat niet het einde van het verhaal. Zeker vanaf de leeftijd van 35 jaar laat u zich het best tweejaarlijks opnieuw nakijken, of vroeger als er een probleem mocht opduiken. Moustie stelt vast dat screening stilaan meer ingeburgerd raakt. ‘We willen zeker niet de boodschap brengen dat sport gevaarlijk is. Integendeel: beweging is absoluut goed voor iedereen. Het kan echter geen kwaad om er op een verstandige manier aan te beginnen.’