Elk jaar voert het transplantatiecentrum van het UZA meer dan 70 transplantaties uit van organen in de buikregio. Het overgrote deel van die ingrepen zijn nier- en levertransplantaties. Uitzonderlijk komt ook een pancreas- of darmtransplantatie voor. In België hebben we – in vergelijking met de buurlanden – relatief korte wachtlijsten. Toch staan in het UZA altijd ook ongeveer 80 patiënten op de lijst voor een nieuwe nier en ongeveer 15 voor een geschikte lever. De gemiddelde wachttijd voor een levertransplantatie bedraagt ongeveer twee jaar, maar schommelt sterk. Voor nierpatiënten steeg de wachttijd onlangs van gemiddeld twee naar drie jaar.
Per definitie verzwakt
Het onvermijdelijke wachten biedt ook een kans. ‘Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat werken aan een betere conditie bij transplantatiekandidaten hun herstel na de ingreep bevordert’, legt prof. dr. Geert Roeyen, diensthoofd van het transplantatiecentrum, uit. ‘Dat is logisch: zwakkere patiënten recupereren moeizamer na een operatie en transplantatiekandidaten zijn bijna per definitie verzwakt.’
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat werken aan een betere conditie bij transplantatiekandidaten hun herstel na de ingreep bevordert.
Bij het overgrote deel van de patiënten zorgt het nier- of leverfalen ook voor aanverwante gezondheidsproblemen. Geert Roeyen: ‘Veel nierpatiënten kunnen minder bewegen en lijden ook aan ziektes als obesitas en diabetes, die hen in een sociaal isolement kunnen brengen. Bij leverpatiënten spelen andere aanverwante gezondheidsproblemen die gevolgen hebben op het vlak van eiwitinname en spieropbouw. De realiteit van wachtlijsten biedt het voordeel dat je die periode kan gebruiken om patiënten mentaal en fysiek fitter aan de operatietafel te krijgen.’
Plan op maat
De overheid reserveert sinds begin 2024 middelen voor een zorgpad prehabilitatie en revalidatie bij abdominale transplantaties. Abdominaal betekent voor organen in de buikregio, zoals nier of lever; onder prehabilitatie verstaan we patiënten fitter hun operatie laten ingaan. ‘Voor long- en harttransplantaties bestaat er al langer heel wat omkadering’, zegt Geert Roeyen. ‘Voor transplantaties in de buikregio krijgen nu de eerste patiënten in het UZA extra begeleiding. Het RIZIV bepaalt dat we kunnen starten vanaf het moment dat ze op de wachtlijst komen en dat de hulp tot twee jaar na de transplantatie kan lopen.’
Elke patiënt krijgt een individueel behandelplan. Een multidisciplinair team bepaalt de meest geschikte mix van fysiotherapie, voedingsondersteuning, psychologische en sociale begeleiding. Om de zes maanden evalueert het multidisciplinaire zorgteam het plan en stuurt bij indien nodig. Op dit ogenblik kunnen alleen UZA-patiënten in het zorgpad prehabilitatie en revalidatie stappen. Zodra het nieuwe traject goed ingeburgerd is, zullen ook transplantatiekandidaten uit regionale ziekenhuizen en dialysecentra extra ondersteuning krijgen.