Raf (64) heeft er net een uur training op zitten. Hij merkt dat hij de voorbije maanden opnieuw fitter is geworden. ‘In mei 2012 werd bij mij prostaatkanker vastgesteld’, vertelt hij. ‘Omdat de tumor te ver gevorderd was voor een operatie, ben ik gestart met hormoontherapie. Die kan de tumor wellicht nog jaren in toom houden.’
De medicatie legt de aanmaak van het mannelijke hormoon testosteron stil. Helaas horen daar ook nevenwerkingen bij. ‘Patiënten maken meer buikvet aan en zien hun cholesterol- en bloedsuikerwaarden stijgen. Dat verhoogt ook het risico op hart- en vaatziekten. Andere neveneffecten zijn verlies van spiermassa, warmte-opwellingen en botontkalking. Nu almaar meer patiënten vijf jaar of langer met die hormoontherapie overleven, zien we die bijwerkingen vaker’, zegt uroloog dr. Lucien Hoekx.
Raf stelde inderdaad vast dat hij op de duur minder kracht had en ook sneller moe werd. ‘Niet dramatisch, maar ik merkte het toch. Vroeger zou ik een hoop tegels in één keer met de kruiwagen hebben vervoerd, nu liep ik op en af. En soms moest ik al vroeg in de namiddag een dutje doen.’
Nevenwerkingen tegengaan
In het buitenland werden speciale revalidatieprogramma’s voor prostaatkankerpatiënten opgestart, bedoeld om de nevenwerkingen tegen te gaan. Met succes: de patiënten werden fitter en hun risico op breuken en hart- en vaatziekten verminderde. Opvallend was ook dat ze sterk aan levenskwaliteit wonnen. Het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA), de dienst urologie en de dienst fysische geneeskunde zetten in 2013 ook een revalidatieprogramma op poten.
Hoekx: ‘De deelnemers, grotendeels zeventigers, werken aan hun conditie en bouwen spierkracht en -massa op. Dat gebeurt in veilige omstandigheden. Ze gaan eerst op controle bij de cardioloog en de fysisch geneesheer. Vervolgens wordt een programma op maat uitgewerkt. Intensief sporten is er niet bij, al gaan ze wel degelijk vooruit.’ ‘Iedereen wordt individueel getest en moet er tijdens het sporten op letten binnen een welbepaalde hartslagzone te blijven. Als er toch een probleem is, kan de patiënt – of liever de sporter – meteen bij een arts of kinesitherapeut terecht’, zegt Veerle Lamotte, MOCA-trajectbegeleidster en coördinator van het programma.
Liever sporten dan praten
Ook Raf schreef zich in en kwam van begin oktober tot begin februari twee keer per week naar het UZA voor een dik uur fitness. ‘Het is niet de bedoeling dat je je afbeult’, zegt hij. ‘En je kiest ook wat je het best ligt. Ik hou bijvoorbeeld meer van fietsen dan van de loopband. Zo ga je heel geleidelijk vooruit, bijna zonder dat je het zelf merkt. Ik kan nu heel wat zwaardere inspanningen aan dan enkele maanden geleden.’
Het fijne contact met de andere deelnemers was voor Raf een bijkomende stimulans om te blijven komen. ‘Al heel snel werd er gezwansd en vertelden we elkaar over onze vakantie en de kleinkinderen. Ook met de kinesitherapeuten had ik een heel goede band.’ Het sociale aspect draagt sterk bij tot het succes van de revalidatie, beaamt ook Hoekx. ‘Plus het feit dat sporten centraal staat. Voor informatieve sessies rond kanker krijg je mannen moeilijk warm. Dit concept trekt hen meer aan.’
Uit metingen blijkt dat de deelnemers in het UZA na drie maanden aan spierkracht hadden gewonnen en vetmassa hadden verloren. Hoekx: ‘Het meest springt echter de gestegen levenskwaliteit in het oog, zoals ook blijkt uit de vragenlijsten. Voor de revalidatie deden die mensen nauwelijks aan sport. Wel, intussen zien ze er stukken alerter uit en zitten ze beter in hun vel. Het straalt van hen af. Dat ze ondanks hun hormoontherapie spieren kunnen opbouwen, is een enorme opsteker.’
Ook Raf is enthousiast. Niet alleen in de fitnesszaal, maar ook daarbuiten merkt hij dat zijn conditie is verbeterd. Hij raakt vlotter de trap op en zijn dagelijkse wandeling met de hond kost minder energie. Bedoeling is dat de deelnemers nu op eigen houtje blijven sporten. Raf is dat alleszins van plan. Het fitnesscentrum in zijn buurt lijkt een goed alternatief. ‘En daarnaast gaan we proberen om samen met ons groepje te blijven sporten.’
Voor wie?
Het revalidatieprogramma richt zich tot alle patiënten met prostaatkanker die hormoontherapie krijgen, als genezende of chronische behandeling. Ook patiënten van buiten het UZA zijn welkom. Hebt u interesse, dan woont u eerst de infosessie bij. Daarna volgt een check-up bij de cardioloog en de fysisch geneesheer. Vervolgens wordt een programma op maat samengesteld.
Drie maanden lang komt u twee keer trainen in het UZA onder begeleiding van een kinesitherapeut. Er zijn een achttal deelnemers per groepje. Ter afsluiting is er een daguitstap. De revalidatie wordt grotendeels terugbetaald: de kosten voor eigen rekening bedragen ongeveer 200 euro.