De samenwerking tussen beide diensten komt niet uit de lucht gevallen. De dienst orthopedie van het UZA werd in 1990 opgestart door het voormalige diensthoofd orthopedie van Monica, prof. dr. Jozef Verstreken. Het overwegend jonge artsenteam werkte vooral de eerste jaren nauw samen met de collega’s uit Deurne. Voor orthopedische ingrepen aan de rug en de hand bleef het UZA tot op vandaag een beroep doen op twee artsen van Monica.
Vanwaar het idee om de samenwerking verder uit te bouwen?
Prof. dr. Johan Somville, diensthoofd orthopedie UZA: ‘Onze directies denken al langer aan een intensievere samenwerking tussen beide ziekenhuizen. In de Antwerpse regio zijn immers twee grote ziekenhuisblokken ontstaan. Door de 573 bedden van het UZA samen te voegen met de 400 bedden van Monica staan ook wij veel sterker.’
Dr. Jef Michielsen, diensthoofd orthopedie AZ Monica: ‘Omdat onze diensten al jaren officieus samenwerkten, was het logisch dat orthopedie het voortouw nam. Na een succesvolle proefperiode van twee jaar is de samenwerking nu officieel bekrachtigd.’
Hoe ziet de samenwerking er concreet uit?
Michielsen: ‘Basisingrepen, zoals een knie- of schouderoperatie, blijven in beide ziekenhuizen gebeuren. Voor de meer ingewikkelde ingrepen verwijzen we de patiënt naar de dienst met de meeste expertise.’
Somville: ‘In de eerste fase zal het AZ Monica vooral de rug- en handoperaties op zich nemen, terwijl wij ons blijven toeleggen op tumoren, het bekken en de voetchirurgie. Heel uitgebreide problemen waarbij meerdere diensten betrokken zijn en de ondersteuning door intensieve zorg cruciaal is, worden in het UZA behandeld.’
Welke voordelen biedt die nieuwe aanpak voor de patiënt?
Somville: ‘Doordat we onze expertise samenleggen, kunnen we een heel breed gebied aan specialisaties bestrijken. Op het vlak van rug-, hand-, tumor-, bekken- en voetchirurgie mogen we ons centre of excellence noemen.’
Michielsen: ‘Samengeteld werken er op onze diensten 22 orthopedisten. Met de geneesheren in opleiding erbij komen we tot een team van meer dan 30 artsen. Daarmee worden we een van de grootste centra in België en kan de patiënt met elk orthopedisch probleem bij ons terecht. Een kleinere dienst kan nooit dezelfde service en kwaliteit bieden.’
Uit de samenwerking zich ook op andere vlakken?
Michielsen: ‘Ja, studenten en geneesheren in opleiding zullen stage kunnen lopen in beide ziekenhuizen. En we wisselen ook knowhow uit, onder meer op het vlak van IT.’
Somville: ‘Ook voor wetenschappelijk onderzoek krijgen we meer armslag, doordat onze gezamenlijke patiëntenpopulatie vergroot en we de kosten kunnen delen.’
Michielsen: ‘Uniek is trouwens dat artsen die voor de associatie werken, in een privéziekenhuis zoals Monica kunnen werken en tegelijk aan wetenschappelijk onderzoek kunnen doen.’
Intussen blijven jullie wel afzonderlijke diensten.
Somville: ‘Inderdaad, maar er is wel een gemeenschappelijke medisch coördinator met een mandaat van vier jaar. Momenteel is dat dr. Michielsen, over drie jaar neem ik de fakkel over.’
Michielsen: ‘Die wissel van de wacht is een bewuste keuze. We willen niet dat een van beide centra een dominante rol speelt.’
Zo’n samenwerking is ongetwijfeld niet van de ene dag op de andere beklonken.
Michielsen: ‘Zeker niet. Dat twee diensten van een universitair en een privéziekenhuis samenwerken, is hoogst uitzonderlijk.’
Somville: ‘De combinatie is niet evident doordat onze filosofie verschillend is: in een academisch ziekenhuis nemen opleiding en onderzoek een grote plaats in, waardoor je niet hetzelfde tempo haalt als in een privéziekenhuis. Je mag ook niet vergeten dat we jaren goede concurrenten zijn geweest, en nu opeens collega’s. Dat vraagt een aanpassing.’
Info: dienst orthopedie UZA, T 03 821 32 48, dienst orthopedie AZ Monica, T 03 320 58 00