Kinderen die geboren worden met een perfect functionerend gehoor kunnen al tijdens het opgroeien met gehoorverlies te maken krijgen. Soms is dat het gevolg van medicatie: zo ontwikkelen tot de helft van de kinderen met kanker en naar schatting een vierde van de patiënten met mucoviscidose gehoorverlies. Dat is het gevolg van chemotherapie en antibiotica. ‘De chemotherapie die het vaakst gehoorschade veroorzaakt, is cisplatine’, verduidelijkt NKO-arts dr. Nicolien van der Poel. ‘Helaas maakt die bij heel veel kinderen deel uit van de behandeling. Bij de antibiotica gaat het meer specifiek om aminoglycosiden, die kinderen met muco heel vaak krijgen. Ook kankerpatiënten krijgen dat geneesmiddel vaak, omdat ze vatbaarder zijn voor infecties.’
Strikte screening
Nu kinderen met kanker en mucoviscidose steeds betere kansen hebben, komen de gevolgen van behandelingen op lange termijn meer op de voorgrond. Nicolien Van der Poel: ‘Daarom wordt dat soort risico’s vooraf besproken met de ouders en de patiënt, en testen we de kinderen gericht op gehoorverlies. We nemen voor de behandeling een gehoortest af, en tijdens en na de therapie volgen we hun gehoor verder op. Als we bij kankerpatiënten al tijdens de behandeling beginnende gehoorschade vaststellen, nemen we dat op met de oncoloog. Helaas is de medicatie aanpassen bijna nooit een optie: het gaat om levensnoodzakelijke geneesmiddelen.’
‘We nemen voor de behandeling een gehoortest af, en tijdens en na de therapie volgen we hun gehoor verder op.’
Gevolgen beperken
Eventuele gehoorschade wordt zo snel mogelijk opgespoord en aangepakt. Soms gaat het over licht gehoorverlies, andere kinderen kunnen een hoorapparaat nodig hebben. ‘Vroeg behandelen is belangrijk’, onderstreept Nicolien van der Poel. ‘Een goed gehoor is immers noodzakelijk voor de spraak- en sociale ontwikkeling. Door snel met gehoorrevalidatie te beginnen, proberen we de gevolgen van het gehoorverlies zoveel mogelijk te beperken.’
De mate van opvolging hangt af van de graad van gehoorverlies en de nood aan revalidatie, maar ook van de ernst van de ziekte. ‘Veel ouders hebben door de gezondheidsproblemen van hun kind zo veel aan hun hoofd dat bijkomende afspraken en onderzoeken niet altijd vanzelfsprekend zijn. Uiteraard houden we daar rekening mee’, geeft Nicolien van der Poel mee.
Tinnitus bij 1 op de 10 kinderen
Los van gehoorproblemen door medicatie blijken verbazend veel kinderen in Vlaanderen met oorsuizen of tinnitus te kampen: uit onderzoek van het UZA en UAntwerpen (zie kaderstuk) blijkt dat tien procent van de lagereschoolkinderen ermee te maken krijgt. ‘Bij tinnitus hoor je voortdurend een geluid dat de omgeving niet waarneemt. Het kan om suizen gaan, maar bijvoorbeeld ook om een piep- of bromtoon of zoemen’, zegt prof. Laure Jacquemin, postdoctoraal onderzoeker en klinisch audioloog. Bij kinderen kan het probleem ontstaan door oorontstekingen, maar ook door gehoorschade na blootstelling aan lawaai of schade door medicatie.
‘Dat een op tien kinderen tinnitus heeft, was ook voor ons een verrassing. Toch durf ik niet beweren dat de aandoening bij kinderen is toegenomen. We vermoeden vooral dat ouders sneller hulp zoeken’, vervolgt Laure Jacquemin.
In kaart: van oorsuizen tot gehoorbescherming
De dienst NKO van het UZA onderzocht samen met UAntwerpen het voorkomen van tinnitus bij Vlaamse kinderen tussen 9 en 12 jaar. Enkele cijfers:
- 10 % van de kinderen heeft last van oorsuizen. Bij de helft van hen heeft de tinnitus geen impact op hun leven.
- 1 op 2 draagt nooit gehoorbescherming.
- 1 op 3 loopt risico op gehoorschade door lange tijd naar luide muziek te luisteren.
Als eerste ziekenhuis in Vlaanderen biedt het UZA aangepaste therapie voor kinderen met tinnitus aan. Laure Jacquemin: ‘Een kind met oorsuizen gaat eerst langs bij de NKO-arts, die het controleert op afwijkingen aan de oren of het gehoor. Na verwijzing zien we de patiënt eerst samen met de ouders. We geven dan uitleg over tinnitus, waarbij we beklemtonen dat het vaker voorkomt en dat het op zich niet schadelijk is. Dat we hun klacht ernstig nemen en hen vaak kunnen geruststellen, volstaat voor de meerderheid om verder te kunnen.’
Onnodige ongerustheid
Anderen volgen Tinnitus Retraining Therapy (TRT), gesprekstherapie waarbij de patiënt leert om zijn aandacht te verleggen en de tinnitus van negatieve connotaties te ontdoen. ‘De ouders worden daar nauw bij betrokken: als zij ongerust zijn, beïnvloedt dat namelijk de beleving van het kind negatief. Meestal volstaan een paar sessies’, aldus Laure Jacquemin.
Helemaal verdwijnen doet de tinnitus meestal niet. Laure Jacquemin: ‘Sommige ouders voelen zich schuldig of hebben het moeilijk met de gedachte dat de tinnitus voor altijd is. Maar zeker bij kinderen, bij wie de hersenen nog heel sterk in ontwikkeling zijn, zie je het probleem vaak volledig naar de achtergrond verdwijnen. Aan de ouders kunnen we dus de positieve boodschap meegeven dat veel kinderen het oorsuizen niet als problematisch ervaren.’
Het team is geen voorstander van systematische screening bij kinderen, bijvoorbeeld via de huisarts of het medisch schoolonderzoek. ‘Dan riskeer je de aandacht te vestigen op iets dat het kind tot dan toe misschien niet als een probleem ervaarde. Op onze kinderraadpleging proberen we tinnitus wel systematisch op te sporen, aangezien het bij onze patiënten vaker voorkomt en we indien nodig een aangepaste behandeling kunnen aanbieden’, besluit Laure Jacquemin.
Met deze tips help je om gehoorschade en/of tinnitus bij kinderen te voorkomen:
- Zorg op luide evenementen altijd voor goede gehoorbescherming, ook op een evenement voor kinderen. Voor kleine kinderen zijn speciale gehoorbeschermers het meest geschikt, lagereschoolkinderen kunnen oordopjes dragen en voor jongeren die geregeld naar een concert of festival gaan, zijn op maat gemaakte oordopjes een goede investering.
- Gebruikt je kind oortjes of een koptelefoon om naar zijn gsm of andere geluidsdrager te luisteren, laat het dan het volume op maximaal een derde zetten.
- Leer je kind om regelmatig een geluidspauze in te lassen.