Soms lijkt het zo, maar celtherapie is eigenlijk niet echt een recente tak in de geneeskunde. ‘Celtherapie is elke vorm van behandeling waarbij lichaamscellen worden ingezet om de patiënt te genezen of te ondersteunen’, zegt prof. dr. Zwi Berneman, diensthoofd hematologie en medisch directeur van het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG).
‘De oudste vorm van celtherapie is in die zin de bloedtransfusie, die al meer dan een eeuw wordt toegepast. Later kwam daar de beenmergtransplantatie bij, een therapie waarbij de patiënt beenmerg- of stamcellen krijgt toegediend. Stamcellen zijn cellen die tot verschillende soorten lichaamscellen kunnen uitgroeien. De behandeling wordt vooral toegepast bij beenmergziektes zoals leukemie. Ze bestaat al van eind jaren 1950, maar is pas na 1980 verfijnd.’
Verwachtingen hooggespannen
De voorbije twintig jaar is de kennis rond onze lichaamscellen enorm gegroeid. De wetenschap weet nu beter hoe die cellen zich gedragen en kan ze in proefbuizen kweken en manipuleren. Dat zet de deur voorzichtig open voor andere toepassingen, van het bestrijden van hiv en bepaalde agressieve kankers tot het genezen van ooraandoeningen en het opnieuw doen aangroeien van levers. ‘Let wel, bij geen enkele van die nieuwe toepassingen gaat het al om een gevestigde behandeling. Ze bevinden zich nog in een experimenteel stadium. Maar voor sommige domeinen, waaronder de cardiologie, zijn de verwachtingen hooggespannen’, nuanceert Berneman.
Het UZA speelt een voortrekkersrol in de verkenning van nieuwe pistes op het vlak van celtherapie. Eind 2005 werd het CCRG opgericht, een multidisciplinair platform waarbinnen research gebeurt naar grensverleggende therapieën. Een belangrijke activiteit is het onderzoek naar dendritische cellen. Dat zijn als het ware de orkestleiders van het afweersysteem. Ze geven instructies aan de T-lymfocyten, witte bloedcellen die je dan weer de soldaten van het afweersysteem zou kunnen noemen. Zij krijgen bevelen over wat ze moeten doen en waartegen ze zich moeten verweren.
Agressieve leukemie
De dendritische cellen vervullen een sleutelrol in een recent gevoerd onderzoek naar een therapeutisch vaccin tegen AML, een agressieve vorm van leukemie. Tien AML-patiënten kregen een vaccin op basis van eigen bewerkt celmateriaal. Het ging om mensen die niet in aanmerking kwamen voor een transplantatie en die eerst behandeld waren met chemotherapie, meestal succesvol.
‘Concreet kweekten we dendritische cellen op basis van witte bloedcellen van de patiënt. Die dienden we toe bij wijze van vaccin. De dendritische cellen waren zo gemanipuleerd dat ze de T-lymfocyten aanzetten om eventueel resterende kankercellen aan te vallen’, legt Berneman uit.
De cellen manipuleren gebeurde via een speciale methode die ontwikkeld werd door prof. dr. Viggo Van Tendeloo, wetenschappelijk directeur van het CCRG en dr. Peter Ponsaerts van de Universiteit Antwerpen. Sindsdien wordt de methode wereldwijd toegepast.
Het vaccin bracht bij de patiënten een zekere afweerreactie teweeg. Er waren drie personen bij wie de artsen op basis van een moleculaire test een herval verwachtten. Dankzij het vaccin kwam die er niet. Het onderzoeksteam hoopt dat het vaccin op termijn de genezingskansen van geselecteerde patiëntengroepen met AML kan verhogen. Vooral als er weinig kankercellen overblijven, zou de therapie een grote rol kunnen spelen. Voordeel is dat de behandeling erg comfortabel is en op een lokale huidreactie na geen nevenwerkingen heeft. Berneman: ‘Ik zeg niet dat we hiermee de ultieme oplossing hebben, maar we hopen zo stapje voor stapje nieuwe middelen toe te voegen aan het behandelingsarsenaal.’
Bedoeling is nu het vaccin verder te verfijnen en het ook uit testen bij mensen met multiple myeloma, een momenteel zo goed als ongeneeslijke ziekte in het beenmerg. Een gelijkaardig vaccin wordt intussen toegediend aan mensen die na een stamceltransplantatie een verhoogde kans hebben op infectie met het cytomegalovirus (CMV). Verder wordt de therapie getest bij hiv-patiënten, in samenwerking met het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB). ‘In buitenlandse centra worden vergelijkbare vaccins getest bij patiënten met prostaatkanker en melanoom, een agressieve vorm van huidkanker. Ook daar zijn de resultaten hoopgevend’, weet Berneman.
Beschadigd hartweefsel herstellen
Het gebruik van dendritische cellen om herval bij kanker tegen te gaan, ziet Berneman als een van de meest veelbelovende toepassingen binnen de celtherapie. In het algemeen is immunotherapie – behandelingen waarbij het eigen afweersysteem wordt ingezet – aan een wereldwijde opmars bezig.
‘Een andere beloftevolle toepassing is de behandeling van hartinfarcten’, zegt Berneman. ‘In het UZA loopt sinds 2004 een studie waarbij patiënten die een zwaar hartinfarct doormaakten, eigen bewerkte beenmergstamcellen opnieuw ingespoten krijgen. Nu wordt door de dienst cardiologie een gelijkaardige studie gepland in samenwerking met een extern bedrijf. Daarbij zullen beenmergcellen van patiënten veranderd worden in cellen die lijken op hartspiercellen, om ze vervolgens opnieuw in te spuiten.’ Doel is het beschadigde hartweefsel te helpen herstellen. ‘Mogelijk zullen we zo ooit de epidemie van hart- en vaatziekten veel beter kunnen controleren. Maar het kan nog gemakkelijk twintig jaar duren voor er concrete resultaten zijn’, blikt Berneman vooruit.
Ook het kweken van epitheelcellen (cellen die de organen en weefsels bedekken) om oog- en oorziektes te genezen, ziet hij als een bijzonder interessante piste. ‘Als je bedenkt dat er nu al kunsthuid kan worden gekweekt, is het zeker realistisch dat we daarmee goede resultaten kunnen behalen’, aldus Berneman
Celtherapie in het UZA
Met zijn jarenlange ervaring in bloedtransfusies en stamceltransplantatie neemt de dienst hematologie binnen het UZA het voortouw in het verkennen van nieuwe pistes op het vlak van celtherapie. Daarnaast is het vooral een activiteit van de dienst cardiologie (zie hoofdartikel).
Intussen sprongen andere diensten mee op de kar. Zo startte de dienst oogheelkunde een project rond het kweken van artificiële hoornvliezen. Vanuit de dienst nierziekten is er interesse voor het vaccin op basis van dendritische cellen (zie hoofdartikel). Daarmee zouden infecties met het cytomegalovirus (CMV) bij niertransplantatiepatiënten kunnen worden voorkomen.
Binnen de dienst dienst hepatobiliaire, transplantatie- en endocriene heelkunde wordt gedacht aan het inspuiten van stamcellen in de lever van patiënten bij wie dat orgaan gedeeltelijk werd verwijderd. De lever zou zich zo sneller herstellen. De dienst neus-keel-oorziekten wil nagaan of het implanteren van huidcellen een oplossing biedt voor bepaalde patiënten met een chronische ontsteking van de gehoorgang en of het de genezing na een trommelvliestransplantatie kan versnellen. Ook de dienst diabetologie hoopt op termijn celtherapie te kunnen inzetten. Ten slotte wordt in samenwerking met de dienst neurologie een onderzoeksluik geopend rond multiple sclerose (MS).
VAXinfectio
Het onderzoek naar vaccinaties en infecties is een dienstoverschrijdend gebeuren. Prof. dr. Herman Goossens, diensthoofd klinische biologie in het UZA, prof. dr. Zwi Berneman, diensthoofd hematologie in het UZA en prof. dr. Pierre Van Damme, hoofd van het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (CEV) van de Universiteit Antwerpen richtten vanuit die visie het Vaccin & Infectieziekten Instituut (VAXINFECTIO) op. Het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG) maakt daar deel van uit. Samen met het Centrum voor Statistiek (CenStat) van de Universiteit Hasselt wisten ze een Methusalem-financiering in de wacht te slepen. Het Methusalem-programma is een project van de Vlaamse regering dat aan gevestigde wetenschappers een financiering van zeven jaar toekent.