GroenerOK_Maguza129_focus_02.

Ziekenhuizen hebben een aanzienlijk aandeel in de totale afvalproductie in België. In het UZA zetten verschillende diensten zich volop in om daar iets aan te doen. Een kijkje in het operatiekwartier, bij de technische dienst en in de keuken leert dat de toekomst er een stuk groener uitziet.

CharlotteHarding
Charlotte Harding
Doctoraatsstudent UAntwerpen
DominiqueJanssens
Dominique Janssens
Projectverantwoordelijke technische dienst
MichaëlSels_portret
Michaël Sels
Hoofddiëtist
Gunter De Win
Prof. dr. Gunter De Win
Uroloog

Mondmaskers, flesjes ontsmettingsgel, ... tijdens de coronacrisis merkten we allemaal hoe moeilijk het is om zo weinig mogelijk afval te produceren als het op onze gezondheid aankomt. In ziekenhuizen is die uitdaging nog veel groter. De zorgsector in ­Nederland is verantwoordelijk voor zo’n zeven procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Voor België zijn er geen cijfers maar het aandeel is wellicht vergelijkbaar. En dat zorgt voor een paradox, want terwijl zorgprofessionals elke dag hun uiterste best doen om patiënten zo gezond mogelijk te houden, zorgen ze door de afvalproductie tegelijkertijd voor een negatieve impact op het leefmilieu.

 1. Het OK

 

Operatie geslaagd, vuilnisbak vol

Ongeveer een derde van al het ziekenhuisafval komt uit het operatiekwartier (OK). Denk aan steriele doeken, katheters en verpakkingsmateriaal. Uroloog en chirurg prof. dr. Gunter De Win van het UZA ligt er soms wakker van. ‘Na elke operatie zie ik hoeveel afval er in de vuilnisbak belandt. Dat is enorm confronterend. Zo’n vier jaar geleden stapte ik naar de Universiteit Antwerpen met de vraag of iemand wilde onderzoeken hoe we duurzamer kunnen werken in het OK en welke mogelijkheden er zijn om onze afvalproductie te verminderen’, vertelt Gunter De Win.

Interesse was er zeker. Doctoraatsstudent Charlotte Harding sprong als eerste op dit project. Uitgedost in een scrub pak volgde ze acht operaties van Gunter De Win mee. Ze telde alle producten die tijdens de ingreep werden gebruikt en weggegooid. ‘Tijdens het turven viel me op dat ik de meeste streepjes zette bij de verpakkingen van instrumenten, en ook bij de steriele schorten die chirurgen dragen en steriele doeken. In volume is dat ongelofelijk veel’, vertelt Charlotte Harding. ‘Ik besloot om verder te zoeken naar een oplossing voor al die wegwerpbare schorten.’

Cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie bevestigen die inschatting: 39 procent van het afval uit een OK bestaat uit textiel. Dan volgt plastiek (26 procent) en papier en karton (7 procent). De rest bestaat uit een mix van metaal, glas, scherpe voorwerpen, gassen voor anesthesie, medicatie en lichaamsstoffen.

Herbruikbare operatieschorten 2.0

Onder de naam ‘reCURE’, en gefinancierd door het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, zocht ­Charlotte Harding een herbruikbaar alternatief voor de chirurgische wegwerpschort. ‘Nieuw is het idee van zo’n herbruikbare schort niet. Er was een tijd waarin we hier allemaal met katoenen schorten opereerden die nadien gewassen en gesteriliseerd werden’, zegt Gunter De Win. ‘Maar rond 2000 veranderde de wetgeving. Wegwerpschorten werden toen als veiliger gezien, en dat is nog steeds de perceptie.’

Herbruikbareschorten_Maguza129_focus_01

‘Het is niet de bedoeling om terug in de tijd te gaan’, zegt Charlotte Harding. ‘De katoenen schorten gaven pluisjes af die het risico op kruisbesmetting verhogen. Daarnaast kwam er soms bloed of vocht door. Dat is niet veilig. De wegwerpschorten waren dus echt steviger, veiliger en makkelijker in gebruik.’

Maar sinds 2000 is er veel veranderd. Een nieuw soort herbruikbare schort blijkt inmiddels even veilig en gebruiksvriendelijk als de wegwerpschort. ‘Die schorten zijn niet van katoen maar van technologisch textiel gemaakt. Ze voelen aan als sportkledij en kunnen tot zeventig keer gewassen en gesteriliseerd worden. De stof pluist niet en laat geen vocht door. Een perfect en veel duurzamer alternatief voor wegwerpschorten’, legt Charlotte Harding uit.

‘Is dat wel veilig?’

Maar, zoals Gunter De Win al opmerkte, leeft de perceptie nog bij veel zorgprofessionals dat zo’n herbruikbare schorten niet veilig genoeg zijn. Ook in Nederland blijkt uit onderzoek dat er veel wantrouwen heerst. Duidelijkheid op vlak van regelgeving, prijs en comfort zou die mindset kunnen veranderen.

 

Een nieuw soort herbruikbare schort voor het OK blijkt even veilig en gebruiksvriendelijk als de wegwerpschort.

 

Charlotte Harding nam de proef op de som en trok met de herbruikbare schorten naar het UZA en het UZ Gent. Ze bracht eind vorig jaar vier dagen door in telkens een andere operatiezaal in het UZA, waar de chirurgen de herbruikbare schorten uittestten. ‘Alleen daardoor al werden vijftig wegwerpschorten uitgespaard, wat overeenkomt met 9,2 kilogram afval. In het begin vond iedereen het best spannend om zo’n herbruikbare schort te dragen. Achteraf waren de reacties vooral positief’, zegt de doctoraatsstudente. ‘Het is duidelijk dat alle betrokkenen wel duurzamer willen werken, alleen weten ze vaak niet hoe.’

Of en wanneer de herbruikbare schort weer in het operatiekwartier te zien zal zijn, is nog niet duidelijk. Charlotte Harding werkt momenteel aan een roadmap die de levenscirkel van herbruikbare schorten in kaart brengt: van het ontwerp ervan, de logistieke keten, het gebruik en de financiële gevolgen, tot de mogelijkheden om ze te wassen, steriliseren, herstellen en recycleren.

Hergebruik bij anesthesie

Ook de anesthesie tijdens een operatie brengt veel afval voort: in heel België zorgen anesthesieën voor maar liefst 12.500 ton afval per jaar. Productontwikkelaar Loore Nelen van UAntwerpen ontwierp na onderzoek in het UZA een prototype van een herbruikbaar product om patiënten te verdoven in het OK. Ze noemde het ‘REDOSE’. Eén REDOSE-­product vervangt alle wegwerpproducten die een anesthesist nu nodig heeft: een spuit, naald, flacon, en een ampul of flapul. Dat zorgt voor de helft minder afval.

Beter instrumentenbeheer

Kaat Dhondt, een andere student productontwikkeling van de UAntwerpen, onderzocht het sterilisatieafval. Een groot deel daarvan zijn de steriele instrumenten die chirurgen gebruiken. Die zitten allemaal in een set verpakt. Maar soms ontbreekt een instrument en halen verpleegkundigen die uit een nieuwe set, die nadien volledig steriel moet worden gemaakt, ook al werd er maar één instrument gebruikt. Dat kost extra water, energie en verpakkingsmateriaal. Het totale afval uit chirurgische instrumentensets in het UZA bedraagt zo’n 1,3 ton per jaar.

Als oplossing ontwierp Kaat Dhondt een circulaire verpakkingsmethode zonder wegwerpmateriaal. Via artificiële intelligentie detecteert een controlemachine of alle instrumenten aanwezig zijn in de set, zowel in het OK als in de centrale sterilisatieafdeling. Daardoor zijn alle sets volledig en moeten er geen meer onnodig worden geopend.

Green Deal

Het UZA werkt dit jaar mee aan de ‘Green Deal Duurzame Zorg’: een project van de overheid waarbij de hele zorgsector vrijwillig naar oplossingen zoekt voor afvalproductie en vervuiling.

Vanuit het OK willen UZA-­medewerkers – samen met andere partners in Antwerpen – focussen op het afval van medicatie dat in het water terechtkomt. De technische dienst gaat kennis over duurzaamheid uitwisselen met andere ziekenhuizen.

2. De technische dienst

Er lopen in het UZA verschillende organisatiebrede duurzame projecten. Zij focussen op waardevolle uitdagingen zoals: circulair aankopen, duurzame energieproductie, duurzaam (ver)bouwen en warmterecuperatie. Vier opmerkelijke projecten op een rij:

Boorgat Energie Opslag

Wist je dat het UZA een eigen BEO-veld heeft? Grote kans van niet, want het is volledig onzichtbaar. ‘BEO’ staat voor Boorgat Energie Opslag. In de praktijk betekent dit dat er onder twee gebouwen boorgaten zijn van honderd meter diep, vergelijkbaar met de hoogte van de Antwerpse Boerentoren. In die gaten liggen waterleidingen waarmee warmte of koude uit de bodem kan worden onttrokken. ‘Tijdens de zomer slaan we zo warmte op die we in de winter weer onttrekken. Dat zorgt ervoor dat we in de wintermaanden voor de verwarming met een aanvoertemperatuur van twaalf graden Celsius kunnen starten’, vertelt projectverantwoordelijke Dominique Janssens. ‘En het werkt ook omgekeerd: in de winter slaan we koude tot vier graden op, die we in de zomer inzetten om het ziekenhuis af te koelen.’

Warmterecuperatie

Warmte is kostbaar, daarom heeft het UZA de HVAC-systemen geoptimaliseerd. HVAC staat voor Heating (verwarming), Ventilation (ventilatie) en Air Conditioning (koeling). ‘De verwarmde lucht van twintig graden in het ziekenhuis werd vroeger via de ventilatie gewoon naar buiten geblazen en door koude buitenlucht vervangen, wat zonde is’, vertelt Dominique Janssens. ‘Via een warmterecuperatiesysteem onttrekken we nu warmte uit de uitgeblazen lucht en gebruiken we die om de nieuwe frisse lucht op te warmen. Dat zorgt voor een heel hoog rendement.’

IJsbanken

Nee, dit zijn geen zitbanken van ijs maar wel kelders vol ijsblokken! Het ijswater dat tijdens zomernachten wordt geproduceerd, wordt daarin opgeslagen en zorgt overdag voor koeling van de gebouwen. Het UZA zoekt voortdurend naar nieuwe oplossingen om water te hergebruiken, bijvoorbeeld door de toiletten in het Koningin Mathilde Moeder- en kindcentrum met regenwater te spoelen.

Nieuwe renovatieplannen

Het UZA werkt met gespecialiseerde bedrijven aan een algemeen energieplan. De voorstellen daarin om duurzamer om te springen met water, elektriciteit en gas worden de komende vijf jaar stapsgewijs in het ziekenhuis uitgevoerd. ‘Momenteel zijn we de zonnepanelen in capaciteit aan het verdubbelen en zetten we de duurzame renovatie en isolatie van het ziekenhuis verder’, zegt Dominique Janssens.

3. De keuken

Elke dag bereiden chef-koks in het UZA zo’n 500 warme maaltijden voor patiënten, 250 warme gerechten voor personeel en nog eens 300 schotels voor bezoekers. Op het einde van de dag verdwijnen daar helaas heel wat resten van in de vuilnisbak. Daarnaast liggen er nog te veel dierlijke producten op de borden. De organisaties Mosquito In The Room, Erasmushogeschool Brussel en FoodWIN willen dat bijsturen. Met subsidies van het klimaatfonds van stad Antwerpen rollen ze samen met het UZA en Sodexo een pilootproject uit voor een duurzamer voedingsplan in het UZA. Hoofddiëtist Michaël Sels tekent mee een groenere menukaart uit.

 

In ziekenhuizen gaat gemiddeld dertig procent van het bereide voedsel verloren, net geen honderd ton per jaar.

 

Meer plantaardige eiwitten

‘Enerzijds werken we aan een eiwitshift. Dat betekent dat we minder vlees en vaker plantaardig gaan eten,’ vertelt Michaël Sels. Dat is onder andere gebaseerd op de ‘planetary plate’: een model van het ideale bord, zowel voor onze gezondheid als binnen de grenzen van de planeet.

Dat vertaalt zich niet in uitsluitend nog vegetarische of veganistische gerechten in het UZA. Integendeel, patiënten, bezoekers en medewerkers zullen altijd kunnen kiezen wat ze eten, al wordt de hoeveelheid groenten en andere plantaardige producten groter. ‘Als je niets verplicht, is het makkelijker om je gedrag te veranderen’, zegt Michaël Sels. ‘Onlangs suggereerden we bijvoorbeeld bij patiënten als eerste keuze een spread van tomaten en paprika bij de boterham. Kaas of hesp kon ook, maar dat was de tweede optie. Alleen al door het anders te presenteren, proefden meer mensen van het plant­aardige alternatief.’

UZA-plantaardige voeding

Nieuwe broodjes en snacks

Samen met Sodexo en Mosquito rolt het UZA een actieplan uit. ‘Daarin werken we aan nieuwe kwaliteitsvolle plantaardige menu’s voor patiënten én personeel. We introduceren nieuwe broodjes, snacks én maken plantaardige lunchvergaderingen mogelijk’, laat Michaël Sels weten. Patiënten en personeel worden met tal van acties meegenomen in de verandering, onder andere via een proeverijweek in het personeelsrestaurant.

Of dat dan veel impact op het klimaat heeft? Jawel. Plantaardig voedsel zorgt voor minder gebruik van water, minder ontbossing en een lagere uitstoot van broeikasgassen. Bovendien is het gezonder: het leidt onder meer tot een lager risico op hart- en vaatziekten.

Protected meal time

Ook voedselverspilling is een werkpunt. In ziekenhuizen gaat gemiddeld dertig procent van het bereide voedsel verloren, tot wel bijna honderd ton per jaar! Dat is niet alleen een verlies van eten en grondstoffen, maar ook van water, energie, kunstmest, arbeid, grond en kapitaal. Bovendien komen bij de productie, verwerking en transport van voedsel veel broeikasgassen vrij.

Dat voedselverspilling een grote uitdaging vormt voor ziekenhuizen beseft het UZA. De keukenmedewerkers houden in het programma Waste Watch dagelijks bij wat in de afvalemmer belandt. FoodWIN zoekt de komende maanden verder naar de oorzaken en oplossingen van verspilling, steeds met goede zorg voor de patiënt. Zoals in vele andere ziekenhuizen wegen de bordresten van de patiëntenmaaltijden door. Zijn de porties te groot? Of was de eetlust te klein?

Tot slot zet het UZA verder in op ‘protected meal time’. Dat betekent dat er tussen twaalf en één uur zo weinig mogelijk onderzoeken worden ingepland, zodat de patiënten tijd hebben om rustig te eten. ‘Ook klinisch gezien is dat interessant: patiënten die voldoende en volwaardig eten, zullen ook sterker hun therapie tegemoet gaan’, aldus Michaël Sels.

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op