In het UZA ging de vaccinatie-campagne eind januari van start bij de kritische diensten en COVID-afdelingen. Een grote opluchting voor de teams die maandenlang in het midden van de COVID-storm stonden. De dankbaarheid stond op de vele gezichten van spoedverpleegkundigen tot intensivisten te lezen. Eind februari konden we beginnen met het vaccineren van alle andere medewerkers met patiëntencontact. Bij het in druk gaan van deze magUZA stond de teller van gevaccineerde medewerkers op 93 procent.
Patiënten maximaal beschermen
Dankzij de ziekenhuisapotheek, onze dienst arbeidsgeneeskunde en een team van interne vrijwilligers, liep het vaccinatieproces bij onze collega’s ontzettend vlot. Rudi Goris, hoofdverpleegkundige van de afdeling infectieziekten van het UZA – een COVID-afdeling –, was een van die vrijwilligers: ‘Er zijn drie redenen waarom ik me laat vaccineren. Ten eerste voor mijn patiënten. Als zorgverlener doe je er alles aan om hen maximaal te beschermen. Ten tweede voor mijn gezin. Als grootvader verlang ik net als iedereen naar het moment dat ik mijn kinderen en kleinkinderen terug kan knuffelen. En tot slot voor collega’s. Je geeft een voorbeeld. Het blijft toch de spuit van de hoop, ook al is niet alles opgelost na jouw prik. Maximale groepsimmuniteit, daar zijn we elk een schakel in. Ik heb me ook opgegeven als vrijwilliger voor mijn lokale vaccinatiecentrum. Ik wil zoveel mogelijk mensen vaccineren. Het geeft wel degelijk perspectief. Dat hoorden we ook van alle medewerkers die door onze vaccinatiestraat kwamen.’
Het UZA helpt intussen waar mogelijk met het vaccineren van medewerkers in woonzorgcentra en kwetsbare risicogroepen.
Wat na vaccinatie?
Binnen het ziekenhuis blijven ook na de vaccinatie alle maatregelen gelden en wordt er geduldig gewacht op het bereiken van de algemene groepsimmuniteit. Dat is het punt waarop er in onze samenleving voldoende mensen immuun zijn zodat het virus zich niet meer kan verspreiden onder de bevolking. Welk percentage van de bevolking hiervoor gevaccineerd moet zijn, wordt onder meer beïnvloed door hoe besmettelijk het virus intussen is. Geschat wordt dat tussen de 70 en 90 procent van de bevolking immuun moet zijn om het virus te stoppen. Het dragen van maskers en het houden van afstand en alle andere maatregelen blijven dus de komende periode nog van groot belang om onszelf en anderen te beschermen, ook nadat je zelf gevaccineerd bent.
Vragen? Blijf er niet mee zitten.
Het is begrijpelijk dat er vragen zijn over de vaccinatie en de vaccins. Ook onze medewerkers konden hun vragen in alle openheid bespreken met hun huisarts, specialisten of het vaccinatieteam. Welke bijwerkingen mag je verwachten? Wat weten we al over de werkzaamheid bij bepaalde patiëntengroepen? En wat weten we over de mRNA-techniek waarmee de Pfizer/BioNTech- en Modernavaccins zijn ontwikkeld?
Dat het ontwikkelproces van de mRNA-vaccins een lange voorgeschiedenis heeft, lees je onder meer verderop. Nooit eerder werd wereldwijd een vaccinatiecampagne zo grootschalig en onder het publieke oog opgevolgd. Onafhankelijke experts controleren en beoordelen de uitvoerige klinische studies met elk type vaccin. Internationale autoriteiten zoals de EMA – European Medicines Agency – formuleren adviezen over een veilig gebruik van de vaccins. En de goedgekeurde vaccins blijven ook na goedkeuring continu opgevolgd worden om ook zeldzame nevenwerkingen te identificeren.
Internationaal onderzoek naar overdraagbaarheid na vaccinatie, de werkzaamheid van de vaccins bij patiënten met onder meer immuunstoornissen, en hoe lang men immuun blijft, loopt intussen verder.
Volg deze kanalen voor de laatste inzichten
- Een antwoord op algemene vragen over het vaccin en de vaccinatiestrategie, kan je vinden op info-coronavirus.be, laatjevaccineren.be en covid-19.sciensano.be.
- Een wetenschappelijk onderbouwd antwoord op mediaberichten vind je op gezondheidenwetenschap.be.
- Ook op de website van het FAGG vind je vragen en antwoorden.
- Vragen over allergie en anafylaxie worden beantwoord op uza.be.
- Heb je vragen met betrekking tot je persoonlijke situatie, stel ze gerust aan je huisarts of specialist. Aarzel niet om advies in te winnen.