Team Forensisch DNA-laboratorium
'Om te beginnen worden de overtuigingsstukken – een pistool of broek, maar evengoed een sigarettenpeuk, schroevendraaier of blikje – administratief verwerkt door onze secretaresse. Daarna begint het sporenonderzoek. We zijn daarbij altijd goed ingepakt, zodat we de stukken niet contamineren met ons eigen DNA.’
‘De drie deskundigen in ons team, waaronder ikzelf, geven opdrachten aan een van de drie laboranten. Contactsporen zoeken op een mes bijvoorbeeld, of sperma in een slipje. We gebruiken ook sneltesten om te zien of een vlek bloed of ketchup is, speeksel of sperma. Bij zedenfeiten belichten we alle kleren met een speciale lamp die spermavlekken doet oplichten.’
‘Een klein stukje van het spoor gaat in een proefbuis. Daar voegen we chemische stoffen aan toe om het DNA te isoleren. Aan de hand van de PCR-techniek vermenigvuldigen we het DNA. Zo kunnen we beter de stukjes vinden die uniek zijn voor een persoon: de short tandem repeats (STR’s), plekken waar het DNA “stottert” of waar het zichzelf herhaalt.'
‘We analyseren 16 stukjes DNA. Die vergelijken we met de stalen van het slachtoffer of de verdachte. Bij een match is de kans op toeval kleiner dan 1 op de wereldbevolking. DNA heeft geen bewijskracht in België, maar speelt wel een belangrijke rol. Als het DNA van een verdachte op het moordwapen zit, zal die toch een goede uitleg moeten hebben.’
‘Ons lab, dat deel maakt uitmaakt van het Centrum voor Gerechtelijke Geneeskunde, werkt nauw samen met de wetsartsen. Zij voeren autopsies uit en brengen de overtuigingsstukken, wissers van de hals bij een wurging bijvoorbeeld, naar hier. Zo proberen we het verhaal vanuit het oogpunt van de slachtoffers te vertellen, ook als ze al overleden zijn.’
‘Naast DNA-analyse doen we verwantschapsonderzoek. Meestal gaat het om vaderschapstesten. We nemen wat wangslijmvlies af bij de betrokken personen en vergelijken het DNA. Ooit hebben we een zaak onderzocht van een man die kinderen had bij twee vrouwen. Ze wisten niets van elkaars bestaan af tot hij plots overleed. Ja, in ons lab zien we het leven in al zijn facetten passeren.’