Wetsdokters Alexia en Babette

Het mortuarium: een plek in het ziekenhuis die veel mensen liever mijden. Volgens de Van Dale is het ‘een gebouwtje voor het opbaren van doden’, maar in het UZA gebeurt hier ook veel onderzoek. Het is namelijk de werkplek van de wetsdokters. Zij spelen een cruciale rol in het zoeken naar de doodsoorzaak bij onverwachte overlijdens en zijn daarom vaak de laatste spreekbuis van de overledene.

Alexia Van Goethem
Dr. Alexia Van Goethem
Arts-specialist in opleiding gerechtelijke geneeskunde
Babette Van Rafelghem
Dr. Babette Van Rafelghem
Arts-specialist in opleiding gerechtelijke geneeskunde

In 2022 stierven in ons land in totaal 116.380 mensen. Cijfers van de doodsoorzaak zijn er enkel uit 2020: tumoren stonden toen op één, gevolgd door hart- en vaatziekten*.  Maar de doodsoorzaak is niet altijd even duidelijk, vooral wanneer er verdachte omstandigheden zijn. Enter de wetsdokters. Hun werkplek is het mortuarium, dat deel uitmaakt van de dienst Forensische Geneeskunde. In het UZA kom je hier terecht via route 102, waar diensthoofd professor Werner Jacobs samen met nog 6 andere wetsdokters, 4 secretaresses en 3 mortuariummedewerkers elke dag het verhaal van een (onduidelijk) sterfgeval probeert te achterhalen.

Wetsdokters Babette Van Rafelghem en Alexia Van Goethem zijn vaste waardes in het team en ronden hun opleiding af. “Er zijn veel misvattingen over onze dienst, mensen denken al snel dat wij allemaal nogal rare vogels zijn. Maar zoals je kan zien, valt het allemaal goed mee”, lacht Babette. Ze werkt intussen 5 jaar op de dienst Forensische geneeskunde in het UZA, haar collega Alexia 4 jaar. “Het UZA was de enige stageplaats waar we vanuit onze opleiding terecht konden, dus we zijn heel blij dat we hier aan de slag zijn. En de sfeer onder de collega’s is heel aangenaam.”

Hoe ziet jullie doorsnee werkdag eruit?

Babette: “Elke dag is anders omdat we zó veel verschillende taken doen. Zo zijn er natuurlijk de schouwingen en autopsies: we onderzoeken overleden personen uitwendig en inwendig. Niet alleen hier in het ziekenhuis, maar ook op de plaats waar ze gevonden of gestorven zijn. Hiervoor worden we gebeld door het parket en vertrekken we zo snel mogelijk.”

Alexia: “Maar wat veel mensen niet weten, is dat we daarnaast ook veel levende mensen zien: we onderzoeken bijvoorbeeld slachtoffers en verdachten, en we voeren ook rijgeschiktheidsonderzoeken uit. Eigenlijk behandelen we dus alle rechtsvragen die ze juridisch niet kunnen oplossen zonder medische deskundigheid. In 2022 hebben we meer dan 2.300 opdrachten uitgevoerd.”

Dat is veel. Kan het parket jullie dag en nacht opbellen?

Babette: “Inderdaad, we zijn afwisselend van wacht en kunnen dan altijd opgeroepen worden. Meestal is dat voor schouwingen of lichamelijke onderzoeken op verplaatsing – soms zelfs tot helemaal in West-Vlaanderen. Je weet niet wat de dag brengt, maar dat vinden we net leuk. Het is altijd druk wanneer we stand-by staan.”

Alexia: “Gisteren ben ik bijvoorbeeld twee keer ter plaatse gegaan en heb ik twee autopsies hier in het UZA gedaan. Het gebeurt ook dat opdrachten samen binnen komen. Dan zijn we bijvoorbeeld afgestapt in de Kempen en krijgen we al een nieuw telefoontje van het parket. We vertrekken altijd zo snel mogelijk, maar het gebeurt dus ook dat ze eventjes op ons moeten wachten. Om dat te voorkomen, krijgen we in de toekomst een prioritair voertuig.”

We onderzoeken altijd het volledige lichaam, nooit maar één deel.

Babette Van Rafelghem

Stel: jullie moeten naar een plaats delict, hoe gaat dat dan in zijn werk?

Alexia: “Dat gebeurt volgens een bepaalde systematiek. Het labo van de federale politie komt altijd eerst ter plaatse, zij zijn de beheerder van de crime scene. Dan komen wij aan de beurt: wij zijn verantwoordelijk voor het onderzoek van het lichaam. We kleden de overleden persoon uit en onderzoeken het lichaam van kop tot teen. We nemen stalen af – bloed, urine en oogvocht – en analyseren de urine indien mogelijk ter plaatse al. Dan hebben we al een zicht op mogelijke inname van medicatie of drugs.”

Babette: “Gemiddeld zijn we een uur bezig, tenzij het over een moord gaat. We kijken ook naar de positie van het lichaam en de context: lijkt het lichaam bijvoorbeeld gevallen of niet?  Hoe leefde deze persoon? Het gaat over meer dan enkel het lichaam onderzoeken.”

Kunnen jullie dan al meteen een doodsoorzaak bepalen?

Alexia: “Nee, dat is trouwens een groot misverstand. Wanneer we afgestapt zijn, kunnen we in veel gevallen nog niet zeggen waardoor de persoon gestorven is. Onze taak ter plaatse is eerder om in te schatten of het overlijden verdacht is of niet. De autopsie volgt later, pas dan kunnen we – hopelijk - met zekerheid zeggen wat de doodsoorzaak is.”

Babette: “Omdat hier zoveel onwetendheid over is – ook in de medische wereld – heb ik er onderzoek naar gedaan. Bij elke uitwendige schouwing hebben we een soort van voorlopige diagnose, doodsoorzaak, genoteerd. Die hebben we dan vergeleken met de uiteindelijk diagnose na autopsie, en in de meeste gevallen bleek de eerste, voorlopige diagnose niet te kloppen.”

Alexia: “Een autopsie blijft dus de standaard, we kunnen niet zonder. We hebben al eens voorgehad dat alles op het eerste zicht wees op een overdosis cocaïne, maar na autopsie bleek de doodsoorzaak een dubbele longontsteking te zijn.”

Ik denk dat veel mensen benieuwd zijn naar hoe zo’n autopsie juist verloopt.

Babette: “Eerst onderzoeken we het lichaam uitwendig: we beschrijven alle letsels gedetailleerd, kijken alles na en maken foto’s. Daarna onderzoeken we het lichaam inwendig. We kijken altijd eerst in de rug, checken op spierbloedingen en onderzoeken het cervicale merg. Daarna onderzoeken we de hersenen en de rest van het lichaam. We onderzoeken altijd het volledige lichaam, nooit maar één deel.”

Alexia: “Daarna volgt nog bijkomend onderzoek. Zo nemen we van elk orgaan een stukje weg dat we in formol leggen. Dat bestuderen we onder de microscoop op cellulair niveau. Daaruit kunnen we bijvoorbeeld een hartspierontsteking vaststellen.”

Babette: “Na de autopsie wordt het lichaam terug opgebaard. We gaan altijd met heel veel respect voor het lichaam te werk en ons team doet zijn uiterste best om het zo mooi mogelijk op te baren. Daar besteden we echt veel aandacht aan. We proberen altijd op zo’n manier te snijden dat er achteraf amper nog iets van te zien is.”

Vinden jullie het niet moeilijk om…

Alexia: “… onze emoties onder controle te houden? Die vraag krijgen we heel vaak. Maar als je dat niet kan, kan je deze job niet doen. We bekijken ons werk volledig rationeel. Het is natuurlijk ook niet zo dat wij gevoelloze mensen zijn, maar wij kunnen ons heel goed focussen op de anatomie van het lichaam dat voor ons op tafel ligt.”

Babette: “We voelen eerder bewondering voor het lichaam dan iets negatiefs. Het helpt natuurlijk dat we de emoties niet zien – een overleden persoon toont geen emoties meer en we worden meestal niet rechtstreeks geconfronteerd met het verdriet van de nabestaanden.”

Er zijn helaas nog te veel baby’s die sterven zonder dat we weten waarom.

Alexia Van Goethem

Jullie moeten het menselijke lichaam intussen enorm goed kennen, vanbinnen en vanbuiten?

Babette: “We worden verwacht een brede kennis te hebben, al beseffen we ook dat we niet alles kunnen weten. We vragen bijvoorbeeld geregeld advies aan andere artsen die elk in hun eigen vak gespecialiseerd zijn. Daarom verlopen sommige casussen in college, dat betekent dat er meerdere specialisten bij betrokken zijn.”

Ondervinden jullie soms druk, bijvoorbeeld wanneer het een zaak is die in de media komt?

Alexia: “Toch wel, omdat er vaak al een hypothese is gesuggereerd in de media. Dan werk je initieel anders dan in een open zaak. Soms lezen wij in de krant dat de autopsie al gebeurd is, terwijl wij nog moeten beginnen. We hebben geen flauw idee hoe dat kan. Soms klopt die hypothese, maar vaak ook niet.”

Babette: “We volgen de online nieuwsmedia zelf ook. Wanneer we van wacht zijn, krijgen we soms een flashbericht van een krant en rinkelt even later de telefoon, dat we ernaartoe moeten.”

Op de foto’s in de krant herkennen we jullie aan de witte pakken. Waarom dragen jullie die?

Babette: “Voor bescherming, maar vooral om het sporenonderzoek niet te verstoren, want ook wij laten sporen achter – daarom dat ons DNA ook in de DNA-databank zit. DNA-onderzoek gebeurt voor allerlei redenen, bijvoorbeeld wanneer we een ongeïdentificeerd lichaam aantreffen – of lichaamsdelen of een lichaam in ontbonden staat. Soms moeten we het doen met wat we kunnen vinden: botweefsel, een tandwortel, haarwortels, ...”

Alexia: “In geval van een misdaad doen we bij het slachtoffer ter plaatse een ‘taping’: dat zijn plakkers die we op elk plekje van het lichaam kleven en er weer af halen. We hopen om zo een haar of iets anders van de dader te vinden. En we nemen ook swabs: op plaatsen op het lichaam waar je iemand kan vastgrijpen, zoals de polsen en aan de hals, en voor zedenzaken vaginaal, oraal en anaal. En we zoeken ook naar huidcellen onder de nagels.”

Wetsdokter in mortuarium

Gebeurt het ook dat jullie geen doodsoorzaak vinden?

Babette: “Soms ja, dat we wel een vermoeden hebben maar niet zeker zijn. Dan is de doodsoorzaak een raadsel en blijft het door je hoofd spoken. Onduidelijke casussen worden soms besproken met heel het artsenteam, om van ideeën te wisselen.  Dan komen er soms nieuwe inzichten boven, die we kunnen terugkoppelen naar de onderzoeksrechter.”

Alexia: “Maar sommige zaken blijven grijs, bijvoorbeeld wanneer de overleden persoon een bepaald product heeft ingenomen waar nog geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is. Geneeskunde is sowieso geen exacte wetenschap, maar toch verwacht het parket vaak een zwart-wit conclusie. Begrijpelijk, want het is aan hen om te oordelen of iemand schuldig is of niet. Maar vanuit medisch oogpunt kunnen we soms enkel antwoorden met ‘meer of minder waarschijnlijk’.”

Wanneer hebben jullie het meeste voldoening?

Babette: “Wanneer we een moeilijke casus kunnen oplossen – zeker als er veel twijfel is en je maandenlang zoekt naar het antwoord. Ook meewerken aan een assisenproces geeft voldoening, omdat we als dienst een cruciale rol spelen – hoewel onze bijdrage enkel richtinggevend is.”

Alexia: “Ook wedersamenstellingen zijn interessant, waarbij een verdachte uitbeeldt hoe alles verlopen is. We controleren dit dan met onze objectieve medische bevindingen. Als een verdachte bijvoorbeeld zegt: ‘ik heb één keer gestoken’, maar wij hebben tien messteken geteld, dan weten we dat er iets niet klopt.”

Tot slot: de toekomst. De ‘virtopsie’ ofwel de virtuele autopsie is in opkomst. Iets voor het UZA?

Alexia: “Wij geloven dat de gewone autopsie de gouden standaard blijft, al kan beeldvorming een hele nuttige ondersteuning zijn. Zeker voor skeletbreuken is beeldvorming een grote meerwaarde. Ik heb een cursus gevolgd in Zwitserland waar het mortuarium een eigen CT-scanner en MRI heeft. Ze kunnen aanklikken van welk orgaan ze een biopt willen, waarop een speciale robot dit afneemt. Dat is heel handig bijvoorbeeld wanneer je een staal wilt voor microscopisch of microbiologisch onderzoek. Ze kunnen daar ook in 3D het lichaam bestuderen via een scanning met speciale lichttechnieken.”

Babette: “Dat is natuurlijk heel vooruitstrevend en handig, omdat je bij een gewone autopsie elk onderzoek maar één keer kan doen, terwijl met beeldvorming de data beschikbaar blijft. Maar het invasieve werk van een gewone autopsie blijft volgens ons de kerntaak. Dat merkten we ook bij het onderzoek van Alexia, zij bestudeert onverklaarbare overlijdens bij baby’s.”

Alexia: “Bij die overlijdens doen we standaard een post mortem CT- en MRI-onderzoek, maar alleen op basis daarvan kunnen we vaak geen doodsoorzaak vinden. Daarom kijken we nu in hoeverre deze beeldvorming effectief kan bijdragen aan een gewone autopsie. Er zijn helaas nog te veel baby’s die sterven zonder dat we weten waarom. Als we daarin in de toekomst stappen kunnen zetten, zouden we dat heel waardevol vinden.”

Wist je dat … Babette tekeningen maakt van autopsies?

Dat doet ze om de kloof tussen het brede publiek en haar vakgebied te verkleinen. “Ik wil tonen dat ons werk niet raar is, dat we niet enkel maar in mensen snijden maar dat we heel respectvol werken. Een beetje de angst wegnemen, dus. En met tekeningen kan je bepaalde beelden makkelijker overbrengen dan met foto’s.”

Illustratie schedelbreuk

* De cijfers die in de eerste alinea worden aangehaald, zijn afkomstig van Statbel, het Belgische statistiekbureau

Gerelateerde specialismen

Centrum voor gerechtelijke geneeskunde

Aangemaakt op
Laatste update op