Veertien was Kim toen het noodlot toesloeg. Tijdens het paardrijden gleed haar paard uit en belandde bovenop haar. De gevolgen waren niet min: een gebroken ruggenwervel, geknelde zenuwbanen, tussenwervelschijven geraakt, verrekte spieren en een beschadigde heup. 'Ik heb de pech gehad dat ze in het plaatselijke ziekenhuis mijn problemen niet ernstig namen. Volgens hen waren het maar wat blauwe plekken. Toen ik twee maanden later alsnog onder de scanner ging, was het te laat voor een operatie. De behandeling bleef beperkt tot steunzolen en kinesitherapie', aldus Kim.
Maar opgeven staat niet in Kims woordenboek. 'Ik had de keuze tussen in een hoekje kruipen of doorzetten. Het werd het tweede. Pijnstillers nam ik nooit, al had ik doorlopend heel erge pijn in mijn rug, bekken en benen.' Jarenlang werkte ze meer dan voltijds als poetsvrouw. Tot die ene dag, zowat een jaar geleden. 'Toen ik iets zwaars wilde verzetten, is mijn rug letterlijk gekraakt. Ik kon niets meer, zelfs stappen was een marteling', vertelt ze.
'Ik moest nee leren zeggen'
Via een omweg kwam Kim in het pijncentrum van het UZA terecht, bij pijnarts dr. Jens Gios. 'Sindsdien krijg ik regelmatig inspuitingen. En ik stemde alsnog in met pijnmedicatie. Daardoor is de pijn nu veel draaglijker. Als je mij vraagt hoeveel pijn ik nu heb op een schaal van tien: ik ben van meer dan 10 op 10 naar 5 of 6 op 10 gegaan. Daar ben ik al heel blij mee. Ik kan weer mijn huishouden doen, wat fietsen en wandelen ... Een operatie is voorlopig niet aan de orde omdat de kans op zenuwschade te groot is.'
Toen Kim vroeg wanneer ze weer kon gaan werken, verwees dr. Gios haar door naar het psychologenteam. 'Psychologe Lisa Bernaerts heeft me geleerd nee te zeggen en mijn beperkingen te aanvaarden. En dankzij Eline Christiaen, psychologe en re-integratiecoördinator, kan ik weer deeltijds werken. Samen met haar ben ik met mijn werkgever gaan praten. We zijn overeengekomen dat ik voorlopig twee halve dagen per week aan de slag ga. Met kleine aanpassingen: hoge ramen lappen of zware dingen tillen doe ik bijvoorbeeld niet meer. We zullen ook regelmatig opnieuw samenzitten om de situatie te evalueren. Ik ben heel gelukkig met die regeling: veel beter dan de hele week tussen vier muren zitten. Zo voel ik me nuttig.'
Kim weet dat haar gezondheid altijd fragiel zal blijven, maar is blij dat ze er weer staat. 'In het pijncentrum had ik vanaf het begin het gevoel dat het hele team er echt voor mij was. Ik dacht dat mijn leven voorbij was, maar kijk nu. Met de hulp van de juiste mensen kun je ver geraken.'