Maguza129_BFast

UZA-oncologe prof. dr. Sevilay Altintas vertrok in februari met B-Fast naar het aardbevingsgebied in Turkije. Het werd een intense maar prachtige ervaring. ‘Als team waren we één paar handen en één hart’, klinkt het.

Sevilay Altintas
Prof. dr. Sevilay Altintas
Gynaecologisch oncoloog en senoloog

Nooit eerder nam professor Sevilay Altintas deel aan een humanitaire missie, maar de aardbeving die haar vaderland begin dit jaar zwaar trof, raakte haar recht in het hart. ‘Het toeval wil dat ik op dat moment in Turkije op skivakantie was, weliswaar ver verwijderd van de ramp. Door een sneeuwstorm zaten we drie dagen vast in onze hotelkamer. Al die tijd volgden we de actualiteit op de voet. De nieuwsbeelden braken ons hart’, vertelt ze.

Terug in België bleek er een berichtje van B-Fast op haar voicemail te staan. Of ze het zag zitten om mee op missie te gaan naar Turkije? Het vertrek stond al gepland voor de volgende dag. Met haar Turkse afkomst en medische achtergrond kon ze een grote meerwaarde zijn voor het team. ‘Je moet weten dat ik zeventien jaar lang wachtdiensten heb gedaan op de spoedafdeling en de intensieve zorg van het St.-Dimpnaziekenhuis in Geel. Werk dat ik er als jonge arts ooit had bijgenomen en dat ik jaren ben blijven doen omdat ik het zo graag deed’, legt Sevilay ­Altintas uit. Ze besloot de sprong te wagen. ‘Ik voelde dat ik daar moest zijn voor die mensen.’

BFast_rampengebied

Rampgebied

Op 14 februari stapte ze samen met een groot team op een militaire vlucht naar Turkije. Met aan boord materiaal, medicatie en proviand voor de hele periode. Er reisden nog drie andere UZA-­collega’s mee: pediatrisch intensivist dr. Els Duval, pediatrisch assistent dr. Britt van Wanrooij en spoedverpleegkundige Raf ­Heyrman. Eerder was al een logistiek team van B-Fast afgereisd. Later trokken vanuit het UZA ook kinderarts dr. Elizabeth Feenstra en kinderarts in opleiding Thomas Gestels naar daar.

De ochtend na hun aankomst op de militaire basis in Adana ging de reis verder naar ­Kirikhan, waar het veldhospitaal van B-Fast was opgezet. De mooie landschappen en huizen ruimden bruusk plaats voor troosteloos rampgebied. Sevilay Altintas: ‘Huizen die tot zand verpulverd waren, een stad waar niets van overbleef, overal puin waaronder mensen levend waren begraven: (emotioneel) dat was heel moeilijk om te zien.’

Breuken en luchtwegklachten

In Kirikhan wachtte hen een leeg veldhospitaal dat ze in dik 24 uur tijd transformeerden naar een operatief ziekenhuis met een triage-­afdeling, spoedafdeling, twee ambulante verzorgings­tenten, een operatiekwartier, bevallingskamer, recovery, radiologie en twintig ziekenhuisbedden. Op sommige dagen zagen ze meer dan 200 patiënten. Onder hen veel mensen met ernstige breuken en verwondingen, die ze soms dagenlang verwaarloosd hadden omdat ze niet wilden wijken van een familielid onder het puin. Gaandeweg kwamen daar ook longontstekingen en andere luchtwegklachten bij. Sevilay Altintas: ‘Door de slechte hygiënische omstandigheden deed er zich op de duur ook een uitbraak van schurft voor. Heel snel hebben we toen een isolatie­tent ingericht om die mensen apart te kunnen behandelen. Zo moesten we keer op keer schakelen. Het was ongelooflijk hoe snel het logistieke team telkens alles voor elkaar kreeg.’

 

‘We behandelden veel ernstige breuken en verwondingen – en later ook longontstekingen en andere luchtwegklachten.’

 

Dag en nacht bewaking

Op 20 februari werd de regio opgeschrikt door een zware naschok, met een intensiteit van 6,4 op de schaal van Richter. Dat zorgde voor een nieuwe stroom aan gewonde patiënten. ‘Officieel mochten we maar acht uur per dag werken, maar dat was gewoon onhoudbaar. Als de nood zo groot is, ga je niet je tent afsluiten omdat je shift erop zit’, zegt ­Sevilay Altintas.

Of ze nooit vreesde voor haar veiligheid? ‘Zelf was ik nooit bang, mijn familie wel. De organisatie nam echter geen risico: we mochten het veldhospitaal onder geen beding verlaten en werden dag en nacht bewaakt door leger en politie.’ De samenwerking binnen het team was fantastisch, beklemtoont ze. ‘Met alle artsen, verpleegkundigen en logistiek medewerkers samen waren we wel met 106 man. We vormden samen één paar handen en één hart.’

Overlevingsdrang

Twee weken lang bood ze hulp waar en hoe ze maar kon. Ze werkte in de eerste plaats als spoedarts, maar nam ook andere taken in het veldhospitaal op. Ze behandelde enkele kankerpatiënten en trad vaak als tolk op. ‘Zelden heb ik me zo nuttig gevoeld als arts en als mens’, blikt ze terug. ‘Die mensen waren alles kwijt, en in al die miserie brachten wij liefde en hoop. De dankbaarheid van de patiënten was enorm. Maar ook hun trots: mensen die bijna niets hadden, weigerden een deken van ons aan te nemen omdat anderen het vast meer nodig hadden.’

 

Mensen die bijna niets hadden, weigerden een deken van ons aan te nemen omdat anderen het vast meer nodig hadden.

 

Ze hoorde veel schrijnende verhalen. ‘Een jonge man vertelde me hoe hij en vier andere mensen een dag lang in een kleine ruimte onder het puin op elkaar gepakt hadden gezeten. Ze ademden beurtelings frisse lucht door een klein gaatje. Al die tijd hoorden ze andere slachtoffers in doodsangst roepen. En toch hebben die mensen volgehouden.’ Voor de zorgverleners was het vaak ontzettend hard. ‘Wie wilde, kon terecht bij een psycholoog’, vertelt Sevilay Altintas.

‘Ik ben een van jullie’

Op sommige momenten maakte haar Turkse afkomst het verschil. Sevilay Altintas: ‘Een meisje van anderhalf met luchtwegproblemen was er zo slecht aan toe dat we haar naar een ander ziekenhuis moesten laten overbrengen. Maar haar vader vreesde voor haar veiligheid en wilde geen toestemming geven. Dat ik die man in zijn eigen taal kon toespreken en kon zeggen kijk, ik ben een van jullie, heeft geholpen om hem over de streep te trekken. Gelukkig maar, want dat meisje had het anders niet gehaald. We waren allemaal zo blij toen we achteraf hoorden dat ze aan de beterhand was.’

Na een kleine twee weken werd het team afgelost. Moe maar enorm voldaan keerde Sevilay Altintas naar België terug. ‘Ik ben heel erg uit mijn comfortzone moeten treden, maar ik zou het zo opnieuw doen.’ Als ze een ding uit de missie heeft geleerd, dan is het dat we het in België heel goed hebben. ‘Als ik ooit nog durf te klagen, mag mijn familie mij meteen op de vingers tikken. Dit avontuur heeft mij weer helemaal met de voeten op de grond gezet.’

Gerelateerde specialismen

Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA)

Aangemaakt op
Laatste update op