Het is intussen anderhalf jaar geleden, maar Marian herinnert het zich nog haarscherp. Die zondagnamiddag glipte opeens het strijkijzer uit haar handen. Kan gebeuren, dacht ze. En toen ze daarna door haar linkerbeen zakte, weet ze dat aan haar zwakke knie. Tot ze haar man en zoontje verschrikt zag kijken. De linkerhelft van Marians gezicht was helemaal scheef getrokken. En ze konden niets maken van haar gebrabbel. Marian: 'Mijn man zei dat ik maar beter kon gaan liggen. Toen hij mij een zakdoekje aanreikte, merkte ik dat ik geen gevoel meer had in mijn linkerhand.'
De ambulance en de MUG waren er snel. In het UZA bracht een scan een grote bloedklonter in Marians rechterhersenhelft aan het licht. Met medicatie werd geprobeerd die op te lossen. Toen dat niet lukte, werd er een trombectomie uitgevoerd: met een speciaal soort stent verwijderde de interventieradioloog de bloedklonter. Niet lang daarna keerde het gevoel in Marians linkerzijde terug.
Blokkade in hoofd
Twee dagen later mocht Marian naar huis. 'Intussen had ik gesproken met beroertecoach Delphine Mahieu, maar daar herinnerde ik me achteraf weinig van. Ze had me gelukkig wel haar kaartje gegeven.' Marian dacht dat het ergste leed geleden was en was vastbesloten een week later weer aan het werk te gaan. Maar ze botste al gauw op haar grenzen.
Als ik zie vanwaar ik kom, prijs ik me gelukkig.
Marian: 'Die eerste avond had ik opnieuw amper kracht in mijn linkerhand. Dat beterde na een nacht slaap, maar ook de volgende dag liep alles moeizaam. Na het ontbijt kroop ik uitgeput terug in bed. Het was geen gewone vermoeidheid, eerder een blokkade in mijn hoofd die maakte dat ik gewoon niet verder kon. Ik kon ook amper prikkels verdragen: het geluid van de televisie, de kinderen die ruzie maakten: het was me allemaal te veel. Verder was ik lichtgeraakt, en mijn geheugen liet me geregeld in de steek.'
De huisarts schreef Marian kinesitherapie voor en moedigde haar aan om contact op te nemen met Delphine. Die gaf haar nuttig advies. 'Ik moest luisteren naar mijn lichaam, maar mezelf ook geleidelijk weer blootstellen aan prikkels. En woordspelletjes doen, om mijn geheugen te trainen. En verder veel bewegen. Dat heb ik gedaan, ook omdat ik de eerste zeven maanden niet met de wagen mocht rijden. Ik heb heel veel gefietst.'
Grenzen respecteren
Het werd een lange weg terug. Marian deed wat ze kon, maar leerde ook om haar grenzen te respecteren. 'Normaal wil ik altijd vooruit, maar nu moest ik vooral geduld hebben. Elke namiddag lag ik uren te rusten. Pas na twee maanden heb ik mijn werk als laborante voorzichtig weer opgenomen, eerst twee halve dagen per week. Een halve dag mails verwerken lukte mij in het begin niet. En in het meest rumoerige lokaal kan ik het nog altijd niet lang uithouden. Te veel prikkels.' Gelukkig had ze heel veel steun aan familie, buren en vrienden. En ook op het werk reageerde iedereen erg begripvol.
Een duidelijke oorzaak voor de beroerte werd er nooit gevonden. Marian: 'Misschien had het te maken met de anticonceptiepil die ik nam, maar zeker is dat niet. Ik neem nu bloedverdunners en hou mijn cholesterol streng onder controle, ook al was die niet te hoog. Maar voor mensen die een beroerte hebben gehad, is de norm strenger.' Marian had veel aan de gesprekken met Delphine. 'Ze gaf me goede tips en stelde me vaak gerust. En ook mijn neurologe dr. Caroline Loos toonde zich altijd heel betrokken.'
Vandaag voelt ze zich goed. Ze werkt weer vier vijfde, thuis loopt alles goed. Toch zal de oude Marian nooit helemaal terugkomen, vermoedt ze. 'Dat hoor ik ook van andere beroertepatiënten: je wordt nooit weer helemaal dezelfde. Ik ga vroeger slapen dan ervoor en als ik echt moe ben, voel ik nog altijd een licht krachtverlies in mijn linkerarm. Maar als ik zie vanwaar ik kom, prijs ik me gelukkig.'