1. Het CRG is voorloper in het testen van zaadstalen op DNA-breuken.
Ilse Goovaerts, embryoloog: ‘Als wensouders moeilijk zwanger raken, heeft dat soms te maken met beschadigd DNA in de zaadcellen. Dat vertaalt zich in DNA-breuken in het spermastaal, die we kunnen opsporen in ons labo. We waren daarin pioniers en investeerden in de meest geavanceerde testtechniek. Als er veel DNA-breuken in het staal zitten, vinden we soms een oorzaak die we kunnen aanpakken, zoals een ongezonde levensstijl. Ook vruchtbaarheidsbehandelingen kunnen tot DNA-breuken leiden, wat we indien nodig met aangepaste technieken opvangen.’
2. De dienst fertiliteit is er ook voor kankerpatiënten met een verhoogd risico op vruchtbaarheidsproblemen.
Dr. Pascale Janssens, gynaecoloog: ‘Tegenwoordig geneest ruim 85 procent van de jonge kankerpatiënten, maar door de behandelingen lopen zij vaak een groot risico op verminderde vruchtbaarheid. Als referentiecentrum voor zorg aan AYA’s (adolescenten en jongvolwassenen met kanker) besteden we daar extra aandacht aan. In het CRG geven we patiënten – en hun ouders als ze minderjarig zijn – heldere informatie over hun kansen en opties. Indien mogelijk vriezen we bij vrouwelijke patiënten eicellen in. Bij jonge meisjes of in geval van tijdnood kunnen we ook eierstokweefsel invriezen binnen de 48 uur. Beide opties geven later een behoorlijke kans op zwangerschap.’
3. Vrouwen kunnen in het UZA hun eicellen laten invriezen voor later.
Prof. dr. Diane De Neubourg, diensthoofd CRG: ‘Vandaag bestaat de mogelijkheid om eicellen in te vriezen, om medische redenen maar ook bij een uitgestelde kinderwens. Daarmee heb je als vrouw een heel goede kans om later alsnog zwanger te worden. Je ondergaat daarvoor een gedeeltelijke IVF-procedure. Omdat de kans op een voldragen zwangerschap per ingevroren eicel maar vijf procent bedraagt, is het aan te raden meerdere cycli te doorlopen om eicellen te oogsten. Zo’n traject is best wel ingrijpend en heeft een grote kostprijs.’
4. Het CRG helpt patiënten met genderdysforie om hun kinderwens veilig te stellen.
Dr. Jolijn Van Cauwenberghe, coördinator transgenderzorg: ‘Als Gendercentrum behandelen en ondersteunen wij personen met genderdysforie: mensen van wie het gender niet overeenkomt met het geslacht waarmee ze geregistreerd werden bij de geboorte. Omdat hormoontherapie de vruchtbaarheid aantast, kaarten we in de aanloop van een mogelijk traject altijd het thema kinderwens aan. Wie wil, kan in het CRG sperma of eicellen laten invriezen. Zeker jonge transgenderpersonen zijn daar vaak nog niet mee bezig. We begeleiden hen bij het nemen van de juiste beslissing.’
5. De dienst fertiliteit doet studies met een rechtstreekse impact op de behandeling.
Prof. dr. Diane De Neubourg: ‘Momenteel coördineren wij de HYFOIL-studie, een onderzoek waarbij we proberen de kans op een natuurlijke zwangerschap te verhogen. Via echografie testen we bij onze patiënten de doorlaatbaarheid van de eileiders, waarna we de open eileiders spoelen met een in vet oplosbare stof. Die ingreep verbetert mogelijk de vruchtbaarheid, zonder dat er nood is aan een zware behandeling.’