Woensdagochtend. Een voorzichtig zonnetje schijnt over het nagelnieuwe revalidatieziekenhuis Revarte in Edegem, de opvolger van Hof ter Schelde op Linkeroever. Een jonge man in rolstoel zit voor de ingang. Een even jonge kerel, uitbundige krullen, onderbeenprothese, haalt een klapstoel en gaat ernaast zitten.
Revarte opende in december 2011 de deuren in een ruimere locatie, naast het UZA. Het centrum oogt binnenin jong en eigentijds, met veel licht en grote ruimtes. Nieuw is onder meer dat jonge verkeersslachtoffers, concreet tussen 18 en 30 jaar (vanaf 16 jaar na overleg), een aparte verblijfsruimte hebben gekregen op het gelijkvloers. De nieuwe afdeling kreeg de naam Centrum Herbosch mee. ‘Voor jongeren is het fijn om bij leeftijdsgenoten te zitten. We hebben het centrum ook een aparte look gegeven, met een huiselijke sfeer, een aparte zithoek met televisie en een ontspanningsruimte’, zegt Greet Van Mechelen, diensthoofd patiëntenbegeleiding.
Tafeltennis vanuit rolstoel
Revarte richt zich op de revalidatie van patiënten met een verworven hersenletsel, locomotorische problemen – verlies van mobiliteit zeg maar –, een amputatie of verlamming als gevolg van een ruggenmergletsel. ‘Hun verblijf varieert van een paar weken tot een paar maanden, afhankelijk van hun individuele situatie. Daarna kunnen ze de revalidatie ambulant in Revarte voortzetten. We mikken op revalidanten die we zover kunnen brengen dat ze zich actief inzetten voor hun herstel, dus bijvoorbeeld geen patiënten in een onomkeerbaar coma’, zegt prof. dr. Christophe Lafosse, directeur strategie en wetenschappelijk beleid, en tevens diensthoofd neuropsychologie, psychologische begeleiding en logopedie.
In de immense oefenruimte maken we kennis met Kenny (19). Vanuit zijn rolstoel speelt hij tafeltennis met Khadija (28). Kenny is hier nog maar twee dagen. Een week geleden raakte zijn bestelwagen geplet tussen twee vrachtwagens, net voorbij de Kennedytunnel. Het bilan: gebroken enkel en pols, zwaar gekwetst onderbeen en gekneusde schouder.
‘Ik wil zo snel mogelijk mijn job als dakwerker hervatten’, klinkt het. ‘Revalideren schrikt me niet af, want ik was altijd al sportief. Ik haal het onderste uit de kan.’ Hij heeft een goed gevoel over zijn verblijf. ‘Iedereen is hier altijd goed gezind. Als je iets vraagt, zijn ze er meteen. En ik vind het fijn dat ik met jonge mensen samen zit.’
‘Ze moeten boos zijn’
Afhankelijk van de medische problemen krijgen revalidanten een goed gevuld programma voorgeschoteld: kinesitherapie, sport- en bewegingstherapie, ergotherapie, logopedie, cognitieve revalidatie, psychologische begeleiding … Elke jongere heeft een persoonlijke begeleider. Ook begeleiding door een maatschappelijk werker hoort erbij.
‘Geconfronteerd met hun beperkingen maken veel revalidanten min of meer dezelfde fases door, eigen aan de verwerking van een verlies’, aldus Lafosse. ‘Eerst ongeloof, later boosheid. Pas veel later kunnen ze het gebeuren een plaats geven in hun leven. Die boosheid is een onderdeel van het rouwproces. Komt die er niet, dan maken we ons zorgen. Want die mensen krijgen de weerbots later, en des te harder.’ Het venijn zit hem in de staart, weet Lafosse. ‘Eens thuis botsen de revalidanten op hun grenzen. En de maatschappij is hard. Als iemand perfect mobiel is maar door cognitieve stoornissen als gevolg van een hersenletsel niet meer kan werken, komt daar kritiek op. Tegen dat soort zaken proberen we hen te wapenen. We zijn hier allemaal een beetje psycholoog.’
Terug op hoge hakken
Greet: ‘Het doel is dat onze revalidanten terugkeren naar de maatschappij en hun bezigheden: zelfstandig wonen, werk, onderwijs, sport, hobby’s … Daar komt veel bij kijken, tot en met hen opnieuw de bus leren nemen, op huisbezoek gaan om te zien welke aanpassingen er nodig zijn en de jobsituatie bekijken.’
Voor Khadija komt de terugkeer naar het gewone leven heel dichtbij. Ze is hier bijna vier maanden. ‘Ik ben aangereden tijdens het joggen en ben hard op mijn hoofd terechtgekomen’, vertelt ze. ‘Zelf heb ik geen herinneringen aan het ongeval. Ik was tijdelijk halfzijdig verlamd en lag eerst drie weken in het UZA. In Revarte moest ik opnieuw leren lopen, schrijven, mij wassen … Dagelijks ga ik naar de kinesitherapeut, de ergotherapeut, de logopedist en de psycholoog, onder meer voor geheugentraining.’
Vandaag kan Khadija weer vrij goed lopen. Op hoge hakken zelfs – glunderend toont ze een paar elegante schoenen. Wel heeft ze nog altijd geheugenproblemen en pijn aan haar schouder. ‘Intussen ben ik een paar weekends naar huis geweest’, zegt ze. ‘Na mijn ontslag zal ik nog vier keer per week terugkomen voor ambulante revalidatie. Of ik mijn job als leerkracht weer zal oppikken, weet ik nog niet. Ik kijk er echter naar uit om naar huis te gaan. En ik kan niet wachten om weer te gaan joggen.’
Info: Revalidatieziekenhuis Revarte, www.revarte.be, www.over-hoop.be, T 03 210 60 60
Revalidatie binnen het UZA, 03 821 35 89, www.uza.be