bloedafname

Als een koppel moeilijk zwanger raakt, spelen er in de helft van de gevallen (ook) mannelijke vruchtbaarheidsproblemen mee. Om wensouders daarmee te helpen, werken artsen van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) nauw samen met twee andrologen. Zij behandelen respectievelijk urologische en endocrinologische aandoeningen van mannen met een kinderwens.

Dr. Jolijn Van Cauwenberghe
Dr. Jolijn Van Cauwenberghe
Androloog en specialist endocrinologie, diabetologie en metabole ziekten
Yves Deruyver
Dr. Yves Deruyver
Androloog en uroloog

Een androloog is de tegenhanger van een gynaecoloog: een arts die zich richt op de gezondheid van de mannelijke voortplantingsorganen en hormoonhuishouding. Als wensouders zich in het CRG aanmelden omdat ze na één tot twee jaar niet zwanger zijn, wordt ook naar mannelijke vruchtbaarheidsproblemen gezocht. In eerste instantie nemen de fertiliteitsartsen een bloedstaal en spermatest af. ‘Blijkt daaruit dat er een verminderde spermakwaliteit is en mogelijke hormonale afwijkingen, dan komen de mannen bij mij op consultatie’, zegt androloog Jolijn Van Cauwenberghe. ‘Zijn er aanwijzingen voor afwijkingen aan de penis, teelballen of zaadleiders, dan onderzoekt collega Yves Deruyver hen verder.’

Hormonen en overgewicht

‘Bij heel wat mannen zijn de testosteronwaarden verstoord’, zegt Jolijn Van ­Cauwenberghe. ‘Dat kunnen we in bepaalde gevallen met medicatie bijsturen. Een andere grote groep zijn mensen die anabole steroïden misbruiken. Bij langdurig gebruik kan het meer dan twaalf maanden duren voordat de hormoonhuishouding en de productie van zaadcellen herstelt. Helaas is stoppen in veel gevallen niet eenvoudig, want er zijn veel gelijkenissen met verslavingen aan andere middelen.’

‘Ik zie ook heel wat mannen die kampen met obesitas of overgewicht. Een ongezonde levensstijl is gelinkt aan lagere testosteronwaarden en een slechtere sperma­kwaliteit. Ook roken en weinig bewegen speelt mee. Een kinderwens zorgt vaak voor extra motivatie om de eigen gezondheid op orde te krijgen. Maar je levensstijl verander je niet van vandaag op morgen. Bovendien duurt zaad­cellen ­aanmaken, van het prille begin tot werkende cel, drie maanden. Een nieuwe levensstijl heeft dus pas drie maanden later impact.’

Zaad uit teelbalweefsel

De andrologen en de fertiliteitsartsen werken heel nauw samen om de wensouders te ondersteunen. ‘We zitten minstens maandelijks samen om patiënten te bespreken en bellen elkaar makkelijk op’, zegt Yves ­Deruyver. ‘Bij nieuwe patiënten start ik altijd met een grondig klinisch onderzoek van de penis en de balzak: voelen de teelballen normaal aan, zijn de zaadleiders normaal aanwezig, is er geen spatader? Soms is ook een echografie van de teelballen of de prostaat nuttig.’

Vooral voor mannen met azoöspermie, bij wie geen rijpe zaadcellen in het sperma aanwezig zijn, kan een urologische ingreep het verschil maken. Yves Deruyver: ‘Bij een Testicular Sperm Extraction (TESE) nemen we onder narcose een stukje teelbalweefsel weg om daarin zaadcellen te zoeken. Vinden we zaadcellen, dan kunnen we die in een eicel injecteren binnen een ICSI-­traject waarbij ook eicellen van de vrouw worden afgenomen.’

Omgaan met schuldgevoel

In grote lijnen blijkt er bij wensouders met vruchtbaarheidsproblemen in één op de vier gevallen een mannelijke én een vrouwelijke factor te spelen. In nog eens één op de vier gevallen wordt alleen een mannelijk probleem ontdekt. Vooral dat laatste is emotioneel soms moeilijk voor de man. Jolijn Van Cauwenberghe: ‘Als jij wordt aangeduid als oorzaak gaat dat vaak met schuldgevoel gepaard. Je ziet dan hoe je partner door jou een zwaar traject moet doorstaan. We besteden tijdens consultaties veel aandacht aan het psychosociale en indien nodig staan de psychologen van het fertiliteitscentrum paraat.’ 

Aangemaakt op
Laatste update op