Met het diploma van basisarts op zak begon ik in 2019 aan mijn specialisatie in de interne geneeskunde. Vandaag werk ik als ASO op de dienst immunologie van het UZA. Ik zit in het voorlaatste jaar van mijn specialisatie. Eerst deed ik twee jaar ervaring op in AZ Monica en Jan Palfijn Merksem. Ik proefde er van verschillende diensten zoals gastro-enterologie, geriatrie, pneumologie en cardiologie. Eind 2021 verhuisde ik naar het UZA. Daar startte ik naast mijn assistentschap ook een doctoraat in de immunologie aan UAntwerpen.’
Passie voor immunologie
‘Ik herinner me nog hoe ik in 2017, in het vijfde jaar van mijn opleiding geneeskunde, stage liep op mijn huidige dienst. Toen ontwikkelde ik een passie voor het vakgebied van klinische immunologie en allergologie. Je bouwt hier echt een band met je patiënten op en je werkt nauw samen als team. Een jaar later solliciteerde ik om op de dienst te specialiseren. Inmiddels volg ik sommige patiënten al verschillende jaren op.’
‘Als basisarts heb je al vele stages doorlopen waarin je telkens meer verantwoordelijkheid krijgt. Toch weet ik nog dat de eerste shiften als ASO wat overweldigend waren. Als jonge ASO verricht je meestal zaalwerk. Daarbij heb je meer tijd en ruimte om eventueel te overleggen met je supervisor. Als je ineens zelf moet beslissen, bijvoorbeeld in een dringende situatie tijdens een wachtdienst, voelt dat toch anders. Je leert reflexmatig analyseren en handelen. In de geneeskunde leiden vele wegen naar Rome, en de finesse schuilt erin om de weg te kiezen die het best bij een situatie past.’
Patiënten die door een assistent gezien worden, hebben als voordeel dat er altijd extra ogen naar hun dossier kijken.
Vertrouwen en extra ogen
‘De eerste jaren voelde ik wel eens hoe patiënten liever bij het staflid of de professoren gaan en dat is hun recht. Ook al zal de uitkomst veelal hetzelfde zijn. Op de dienst hebben we ook heel wat overlegmomenten om onze aanpak te bespreken en bij te leren van elkaar. Ook voor volleerde artsen, blijft het nuttig om hun aanpak af te toetsen. Als ASO wordt alles wat je doet bovendien nagekeken door je supervisor. In die zin is het een voordeel om als patiënt door een assistent gezien te worden, dan kijken er altijd extra ogen naar je dossier.’
‘Ik kijk zeker uit naar het moment dat mijn specialisatie afgerond zal zijn. Al ga ik daarna grotendeels dezelfde consultaties verrichten, dezelfde stafvergaderingen bijwonen enzovoort. Als ASO ga je door leerrijke maar pittige jaren. Je draait heel wat shiften om het vak, met hulp van je mentor, in de vingers te krijgen. Ik zal normaal 32 jaar zijn als ik de opleiding afrond, maar die lange periode bekijk ik, zoals de meeste ASO’s, als een investering in de toekomst.’