In februari 2019 reisde Anita Serneels nog zorgeloos met haar man in Nieuw-Zeeland rond. Terug thuis kreeg ze twee mokerslagen te verwerken. Het bedrijf waar ze 34 jaar lang werkte ging over tot collectief ontslag. En haar huisarts stuurde haar door om een echo te nemen van wat het drukkende gevoel in haar buik kon veroorzaken. ‘Het k-woord viel: het ging om een zeldzame tumor met diameter van zo’n 11 centimeter. Na een biopsie zei mijn oncoloog dat hij zoiets maar één of twee keer in zijn hele carrière ziet.’
Intensieve opvolging
Een zware periode volgde. Het gezwel werd operatief verwijderd. Anita kreeg stevige chemo met nevenwerkingen zoals haaruitval, diarree en vermoeidheid. Tot overmaat van ramp stelden de artsen ook uitzaaiingen vast. ‘Toen stelde mijn dochter voor om een bijkomend onderzoek in het UZA te vragen. Daardoor kwam mijn dossier bij prof. dr. Hans Prenen van de dienst oncologie terecht. Ik mocht snel langsgaan. Maar in plaats van tests stelde hij iets compleet anders voor. Mijn tumortype kwam in aanmerking voor een veelbelovende vorm van immuuntherapie die alleen binnen een fase 1-studie beschikbaar is.’
‘Ik had niets te verliezen, dus mijn keuze was snel gemaakt. De uitleg over waarom ik kon deelnemen en wat de studie precies inhield stelde me gerust. Mijn twee dochters werken bij Janssen Pharmaceutica en bij de Weefsel- en cellenbank van het UZA en zij waren ook meteen enthousiast. Binnen de studie krijg ik om de vier weken een baxter met medicatie in het UZA. De eerste maand werd ik zeer intensief opgevolgd: in het begin om het uur, na twee dagen werden nog eens alle parameters gecheckt en later werd dat stapsgewijs minder.’
Eindelijk hoorde ik: open maar een fles champagne!
Blij met elke dag
Na twee toedieningen zou een CTR-scan eind januari 2020 aantonen of de medicatie aanslaat. ‘Eindelijk hoorde ik: open maar een fles champagne. De tumor was onder controle en dat zonder enige bijwerking. Ik was lichamelijk al weer sterker: ik wandel, verzorg het huishouden en pas op mijn twee kleinkindjes. Vandaag helpt de studiemedicatie mij nog altijd. Na twee jaar was het onderzoek afgelopen maar gelukkig kon prof. Prenen het voor nog eens twee jaar verlengen. Wat mijn verre toekomst brengt, weet niemand. Daarover bestaan nog geen data. Als ik eens buikpijn heb, sla ik dus nog altijd in paniek. Maar intussen geniet ik wel van elke dag dat ik me goed voel.’