Dermatoloog Olivier Aerts: ‘Momenteel zien we een enorme golf van huidkankers, en die zal in de toekomst alleen maar toenemen’
Klam, jeukend, puisterig, schilferig, dof, vlekkerig, verbrand… Voor uw huid is de zomer niet altijd het leukste seizoen. Tijd voor een consult bij dermatoloog Olivier Aerts. ‘Parabenen? Gelnagels, dáár moeten we ons zorgen over maken.’
Het gonst van de bedrijvigheid op de afdeling dermatologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Alle stoeltjes in de lange gang zijn bezet en drie medewerkers bemannen er aan de lopende band de telefoonlijnen. “Het is ontzettend druk”, zegt professor Olivier Aerts wanneer ik het geroezemoes toch mag voorbijsteken richting zijn praktijkruimte. De agenda die nog openstaat op zijn computerscherm is een mozaïek van kleurblokken, op zijn bureau prijkt prominent een fles zonnemelk.
Akkoord, ik interview u midden juli − hoogzomer zogezegd, maar het is een bewolkte dag en daarstraks was het zelfs nog aan het regenen...
“… en toch is de uv-index hoog. Het is niet omdat het niet broeierig warm is of omdat het bewolkt is dat er geen sterke uv-stralen aanwezig kunnen zijn. Het is belangrijk om je het hele jaar door te beschermen − niet alleen in de zomer, maar voorál in de zomer. Ook als de zon niet schijnt. Ook als het regent. Zelfs als er een raam tussen zit. (lacht)
“Ik kom misschien nogal sterk binnen, maar momenteel zien we een enorme golf van huidkankers, en die zal in de toekomst alleen maar toenemen, dat weten we. Dat komt voor een stuk omdat de bevolking vergrijst en we dus in het algemeen meer kankers zien. Daarnaast zijn zowel artsen als patiënten meer gesensibiliseerd, waardoor we bijvoorbeeld melanomen sneller kunnen detecteren.
“Maar we zien helaas ook een zorgelijke shift in gedrag. Uit de uv-monitor die jaarlijks gepubliceerd wordt, blijkt dat de meeste mensen doorgaans wel weten hoe ze zich moeten beschermen, maar er toch niet naar handelen. Vooral mannen en jongeren stellen niet altijd het juiste gedrag.”
Met gedrag bedoelt u: zonnecrème smeren?
“Onder andere. Wanneer de zon op haar sterkst is, dien je in eerste instantie vooral de schaduw op te zoeken. Een tweede beschermingsmiddel is zonwerende kledij − vooral bij jonge kinderen is dat ontzettend belangrijk. Het is al meermaals aangetoond dat wanneer je als kind of adolescent verbrandt het risico op melanoom enorm verhoogt. Ten slotte is er ook nog de zonnemelk, die je voldoende moet aanbrengen − het liefst met bescherming tegen uv A- en uv B-straling (zie verderop) en met factor 30 of 50. Dat wil zeggen om de twee à drie uur, en minimaal twee volle vingers.
“De felste zon vermijden is evenwel de eerste stap. Soms liggen mensen uren in de volle middagzon, maar omdat ze bruin worden en niet verbranden denken ze voldoende beschermd te zijn, terwijl het bruin worden van de huid eigenlijk ook al een reactie is van het lichaam dat in het verweer schiet.
Ik zie op mijn sociale media enerzijds mensen in gebraden bovenlijf declameren dat de zon goed is voor elk levend wezen en dus ook voor hen, anderzijds mensen die in het vliegtuig woedend worden omdat een medepassagier het schermpje voor het raam naar boven schuift.
“Het is uiteraard niet de bedoeling dat mensen angstvallig de zon vermijden. Wees je gewoon bewust van hoe krachtig ze kan zijn, zowel in positieve als negatieve zin. Zonlicht is goed voor ons − voor onze biologische klok en voor de aanmaak van vitamine D bijvoorbeeld, maar men overschat dat wel schromelijk. Je hebt geen langdurige middagzon nodig om die aanmaak te stimuleren.”
Toch weigeren heel wat mensen te smeren, omdat ze van mening zijn dat het juist de zonnecrèmes zijn die slecht zijn voor onze gezondheid.
“Alle nuance in dat debat is verloren gegaan. In wezen is er onenigheid over zonnefilters. Daar heb je twee soorten in: enerzijds de minerale filters, zoals zinkoxide en titaniumdioxide, die licht absorberen en vooral reflecteren. Die filters zijn door de band genomen zeer veilig, maar niet altijd zo aangenaam om te smeren omdat ze vaak een laagje achterlaten op de huid.
“Anderzijds heb je nog de hele grote groep chemische filters, waarmee allerhande combinaties gemaakt worden. Chemische filters bevatten koolstofverbindingen die voornamelijk het zonlicht zullen absorberen. En binnen die hele grote groep zijn er een aantal filters die af en toe vragen opwerpen − omdat ze huidirritaties of allergische reacties veroorzaken of omdat er ecologische bedenkingen zijn, denk aan het behoud van de koraalriffen bijvoorbeeld −, waarna er dan verder onderzoek naar gebeurt.
“De resultaten van die onderzoeken worden op sociale media, ongeacht de uitkomst, op één hoop gegooid, waardoor de consensus lijkt: zonnefilters zijn niet (meer) veilig. Terwijl, en dat wil ik echt benadrukken, het leeuwendeel van de zonnefilters veilig zijn en we ze écht nodig hebben om de huidkankerepidemie die op ons afkomt te counteren.”
U spreekt van een epidemie, is het dan niet gek dat ik sneller een dermatoloog vast krijg om mijn botox bij te werken dan om een verdacht vlekje te controleren?
“Dat is een boutade. Juist omdat steeds meer mensen op de hoogte zijn dat ze verdachte vlekjes moeten laten controleren, spelen dermatologische centra en ook dit ziekenhuis in op die toegenomen vraag. Zo hebben wij een ‘vlekjesspreekuur’, weliswaar op verwijzing, waar massaal op gereageerd wordt. Ik weet dat het een populaire stellingname is, maar ze is niet helemaal terecht. Het aantal dermatologen die vooral cosmetische behandelingen zoals botox aanbieden is beperkt tot een tiental procent, de overgrote meerderheid is bezig met het medische aspect van het vakgebied.
“Maar het klopt natuurlijk wel dat de wachtlijsten in de dermatologie vrij lang zijn, en ik weet niet of dat in de toekomst snel zal verbeteren. België telt zo’n 700-tal dermatologen, van wie er ruim 200 ouder dan 65 zijn. Dus we hebben steeds meer dermatologen nodig en tóch heeft de overheid onlangs beslist om vanaf 2026 strikte quota op te leggen voor de opleiding van dermatologen. Dat staat haaks op de urgente vraag om meer dermatologen op te leiden.”
Zijn verdachte vlekjes wel iets waarvoor je altijd een afspraak bij de dermatoloog moet maken? Kan dat niet (gedeeltelijk) elders opgevangen worden?
“We zijn bezig om ook huisartsen hierin verder op te leiden. Vanuit de beroepsgroep wordt er daarnaast ingezet om ook andere zorgverleners of mensen die in contact komen met de huid, zoals fysiotherapeuten en schoonheidsspecialisten, hierbij te betrekken. Niet om aan diagnostiek te doen, wel opdat ze kunnen zeggen: deze vlek ziet er niet pluis uit, laat die toch maar controleren. Zo kunnen dermatologen gerichter werken en specifieke letsels bestuderen.
“Wetenschappelijk onderzoek en onze praktijkervaring tonen aan dat dergelijke gerichte screening meer resultaat oplevert dan telkens van kop tot teen de volledige huid te controleren. Dat is ook niet altijd mogelijk trouwens; een afspraak duurt doorgaans een kwartier. Daarnaast kan de patiënt zelf ook actiever de ABCDE-methode (zie kader) toepassen en zijn of haar eigen vlekken screenen.”
De ABCDE-regel
Een vlek is verdacht als ze één of meer van de volgende eigenschappen heeft:
Asymmetrie: de ene helft van de vlek of moedervlek heeft een andere kleur of vorm dan de andere helft.
Border/rand: de vlek of moedervlek heeft een onregelmatige grillige rand.
Color/kleur: de vlek of moedervlek verandert van kleur of heeft verschillende kleuren.
Diameter: de vlek of moedervlek is groter dan 5 millimeter.
Evolving/evolutie: de vlek of moedervlek jeukt, bloedt of verandert.
Er bestaan tegenwoordig ook apps die de screening van vlekjes en andere huidaandoeningen voor hun rekening zeggen te nemen. Kunnen die de werkdruk niet wat verlichten?
“Apps kunnen nuttig zijn voor een eerste triage. Hoewel ik de commerciële aspecten van sommige van deze apps minder ondersteun, denk ik wel dat ze kunnen bijdragen. Hetzelfde geldt voor tele-dermatologie, hoewel dat ook zijn beperkingen heeft. Ik kan op basis van een beeld wel een vermoeden hebben, maar ik wil ook de huid kunnen voelen of de rest van het lichaam zien. Ik vind het dus niet verkeerd om nieuwe technologieën in te zetten, maar dermatologen moeten wel de regie behouden.”
‘Je zou kunnen zeggen dat het huidverouderingsproces voor 50 procent genetisch bepaald is, en voor 50 procent door onze leefstijl’
De wachtzaal van uw afdeling zit goed vol. Met welke klachten komen mensen het vaakst bij u?
“Goed dat je dat vraagt, want ik denk dat er bij patiënten, maar ook bij heel wat collega-artsen, nog altijd wel verwarring is over wat wij nu eigenlijk doen. (lacht) De ene denkt dat wij vooral puistjes behandelen, een ander denkt vooral aan botoxinjecties, terwijl het domein in de praktijk heel breed en gevarieerd is. Van acne en huidinfecties tot wonden, maar ook een heleboel auto-immuunziektes zoals psoriasis.
“Wij behandelen ook patiënten met ernstige huidreacties op medicatie, of mensen met andere aandoeningen die gepaard gaan met huidproblemen, zoals diabetes. Daarnaast heb je ook nog de specifieke huidziekten bij ouderen, bij kinderen, bij baby’s,... Maar het vaakst worden we momenteel geconsulteerd voor vragen en klachten die te maken hebben met huidkanker of eczeem en allergieën.”
Die allergieën nemen ook alsmaar toe. Hoe komt dat volgens u?
“Voor een stuk is dat natuurlijk hetzelfde verhaal als bij huidkanker: we zijn ons meer bewust van mogelijke huidaandoeningen, en we zullen ook sneller een arts raadplegen wanneer er iets scheelt. Je merkt dat er vandaag, mede opnieuw door sociale media, een grotere focus op de huid ligt.
“Dat zorgt ervoor dat we er veel mee bezig zijn, en dus ook veel meer producten gebruiken en testen − wat onze blootstelling aan allerhande chemicaliën, waaronder irriterende stoffen en allergenen, natuurlijk vergroot. Dat zorgt voor een toename aan huidreacties in het algemeen. We zien steeds vaker mensen die te veel producten smeren of de verkeerde producten gebruiken en daardoor last hebben van irritaties, allergieën, droogte en ontstekingen.”
We smeren dus verkeerd, maar mogen we de cosmetica die we hier in de winkel kunnen kopen over het algemeen wel veilig achten?
“De Europese cosmeticawetgeving is strikt − in tegenstelling tot wat veel mensen zouden denken veel strenger dan die in de Verenigde Staten. Daar werkt men met een Cosmetic Ingredient Review-panel (CIR) dat beoordeelt welke ingrediënten in cosmetische producten gebruikt mogen worden, maar in dat panel zetelen ook veel afgevaardigden uit de industrie. Dan krijg je een beetje de slager die zijn eigen vlees keurt. In Europa is de regelgeving afgewogen en streng, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek én onder constante revisie.”
Toch heerst er veel wantrouwen tegenover de industrie. Op verpakkingen lees je tegenwoordig naast wat er wel in zit ook in grote letters wat er niet in zit.
“Dat is een beetje de nasleep van de coronaperiode, die bij veel mensen wantrouwen jegens de wetenschap en de medische wereld heeft gecreëerd. De vaccins, de zonnefilters, de parabenen,… En dus vluchten mensen naar producten ‘die vrij zijn van’ − het moet zo natuurlijk mogelijk zijn, terwijl dat daarom niet altijd wil zeggen dat het veiliger is.
“Wij zien bijvoorbeeld heel veel allergieën voor die natuurlijke bestanddelen. Op bakuchiol bijvoorbeeld, een antioxidant dat wordt ingezet als de natuurlijke variant van retinol, maar ook voor etherische oliën zoals lavendel. Producten die bovendien snel oxideren of slecht worden, want van bewaarmiddelen wil men ook wegblijven.”
Ja, hoe zit dat nu eigenlijk met parabenen?
(zucht) Die claims (dat ze kanker zouden veroorzaken, red.) zijn gebaseerd op studies uit vervlogen tijden, die ondertussen ook weerlegd zijn. ‘Parabeenvrij’ mag ook al enkele jaren niet meer als claim op een verpakking gebruikt worden. Gelukkig maar, want parabenen zijn ideale bewaarmiddelen, die al ontzettend lang meegaan en al verschillende keren uitvoerig getest zijn geweest. Ironisch genoeg komen ze van nature voor in voedingsmiddelen, dus ze zijn zelfs ‘natuurlijk’.
“Hoewel we er nog steeds op testen, zien we zo goed als nooit een allergische reactie op parabenen, dus die kruistocht is onterecht. Ik denk dat er heel wat andere zaken zijn waarover we ons meer zorgen zouden moeten maken.”
Zoals?
“Gelnagels! De uithardende ingrediënten die daarin gebruikt worden, geven gigántisch veel allergische reacties. Wekelijks zien we vrouwen die gelnagels dragen met problemen aan hun handen en hun gezicht. Op zich lijkt dat onschuldig, maar die ingrediënten zitten ook in plombeersel − in tandvullingen dus − en in het botcement van protheses. Dus als je een allergie ontwikkelt, kan dat op heel veel domeinen problemen geven.”
Laten we het even over zweten hebben, nog zo’n typisch zomerkwaaltje …
(onderbreekt) “Zweten is geen kwaaltje, maar een natuurlijke manier van je lichaam om warmte kwijt te raken. Maar wanneer je zweet door verkeerde kledij of huidplooien niet vlot weg raakt, kan er zweetuitslag optreden. Ook mensen die zo overmatig zweten dat het fysieke of psychologische problemen geeft kunnen bij ons terecht voor behandelingen die niet alleen het zweten zelf, maar eventueel ook de geur wat meer in evenwicht brengen.”
Bij de drogist kan ik kiezen tussen deodorant of anti-perspirant. Wat is het verschil?
“Een deodorant is een product waarin vaak in beperkte mate aluminiumzouten zitten die de zweetklierkanaaltjes blokkeren, maar die vooral veel parfum bevatten om de geur te camoufleren. Anti-perspirantia remmen het zweten af en zijn ook op basis van aluminiumzouten, maar de concentratie daarvan ligt hoger. Het is ook beter om ’s avonds een anti-perspirant te gebruiken omdat je zweetklieren dan doorgaans minder actief zijn en die aluminiumzouten even vasthouden. ’s Ochtends kun je dan een deodorant gebruiken.”
In naam van mijn medependelaars: is het voldoende om alleen deze producten te gebruiken en je niet meer te wassen?
(lacht) “Zweet op zichzelf ruikt niet, het zijn de bacteriën die erin groeien die een geurtje veroorzaken. Daarom is jezelf wassen toch nog wel aangeraden. En een proper shirt aantrekken natuurlijk.”
Er zijn kwatongen, die duidelijk nooit het openbaar vervoer nemen, die beweren dat we ons te veel wassen.
“Aha, de hygiënetheorie: we zijn te proper en bijgevolg zijn we niets meer gewoon en reageren we daarop. Ik wil niet per se stellen dat we ons te veel wassen, ik denk dat mensen die balans wel goed voor zichzelf kunnen opzoeken, maar we gebruiken wel te veel cosmetische producten.”
We gebruiken ze ook steeds vroeger. Op TikTok zie ik meisjes van 13 antiagingproducten gebruiken.
“Dat is uiteraard veel te vroeg. Ze zullen hun huid eerder beschadigen dan beschermen, wat uiteindelijk zelfs huidveroudering in de hand kan werken.”
Met de kans op een existentiële crisis: wat is de juiste leeftijd om met zulke producten te beginnen?
“Ik zou zeggen halverwege de twintig, begin de dertig.”
Kúnnen we huidveroudering wel tegengaan?
“Volledig tegengaan niet natuurlijk, maar je kunt het proces wel vertragen. Ruwweg gesteld zou je kunnen zeggen dat 50 procent van het huidverouderingsproces genetisch bepaald is en dat 50 procent afhangt van onze leefstijl, waar we wel zelf invloed op hebben.”
Heerlijk nieuws, maar hoe kan de gewone sterveling zijn weg vinden in het arsenaal aan serums, toners en crèmes die vandaag te verkrijgen zijn?
“Ik begrijp dat je als consument door de bomen het bos niet meer ziet − niet alleen door het overaanbod, maar ook door alle filmpjes op sociale media. Mijn advies is daarom vooral: ga niet te snel mee in hypes, en consulteer een dermatoloog of andere zorgverlener die bekend is met huidproblemen. Vaak word je in de apotheek ook al goed geholpen.
“Er is geen magische one-size-fits-allformule omdat elke huid anders is, maar de basis blijft: reinigen, voeden, beschermen − met producten die afgestemd zijn op jouw huidtype. Die routine kun je eventueel, als je dat wilt, aanvullen met enkele gerichte serums die actieve bestanddelen bevatten en waarvan bewezen is dat ze werken.
“Niacinamide bijvoorbeeld gaat ontstekingen en roodheid tegen en wordt over het algemeen goed verdragen. Vitamine C is een krachtige antioxidant die vlekjes, fijne rimpeltjes en algemene dofheid bestrijdt, en vitamine A − in de vorm van retinoïden bijvoorbeeld − stimuleert het collageen en zorgt voor een mooiere huidstructuur. Met die laatste twee ingrediënten is het wel opletten omdat ze irritatie kunnen veroorzaken en soms niet goed bewaren. Koop ze dus bij voorkeur in een ondoorzichtige pompflacon zodat ze niet oxideren, en bouw de dosis rustig op − liefst onder begeleiding.
“Probeer vooral ook niet te veel tegelijkertijd uit en heb geduld. Van vitamine C of vitamine A bijvoorbeeld zie je pas ten vroegste na enkele maanden wat resultaat. En mag ik nogmaals het belang van zonnebescherming benadrukken?
U mag.
“De stralen van de zon omvatten onder meer uv B- en uv A-stralen. Uv B-stralen zijn de stralen waardoor we verbranden en bruinen, maar uv A-stralen gaan veel dieper en versnellen ook het verouderingsproces omdat ze zorgen voor de afbraak van collageen − het eiwit dat onze huid er vol, glad en gezond doet uitzien. Sowieso neemt dit rond ons dertigste levensjaar af, maar de zon versnelt dat proces dus, net als roken, stress en alcohol trouwens.”
‘Ga niet te snel mee in hypes. Bezoek een dermatoloog of andere zorgverlener die bekend is met huidproblemen. Vaak word je in de apotheek al goed geholpen’
Tegenwoordig zie je heel wat collageencrèmes en -supplementen op de markt. Kan dat helpen?
“De collageenmoleculen die in huidverzorging zitten zijn te groot om door de huid opgenomen te worden, dus dat zal inwendig niet veel veranderen. Die supplementen… tja. De studies die ze onder de loep nemen − die bovendien vaak gesponsord worden door de fabrikanten − tonen heel soms een heel klein voordeel aan. Maar ik heb er toch mijn twijfels bij. Als die poeders en drankjes zouden werken, zou iedereen die ze kan betalen − want dat kost vaak handenvol geld − er stralend uitzien en zou niemand nog artrose krijgen of protheses nodig hebben. Nee, dan denk ik dat je betere resultaten behaalt met gezonde voeding.”
Dus elke ochtend een handvol blauwe bessen en je blijft eeuwig jong?
(lacht) “Ook hier is balans weer belangrijk. Er is niet één superfood waarvan je vervolgens kilo’s moet eten. Het mediterraanse dieet lijkt mij een goede leidraad en ik zou zo veel mogelijk wegsturen van snelle en toegevoegde suikers. We weten uit onderzoek dat er ook in de huid versuikering optreedt, waarbij suikers zich als het ware vastzetten op het collageen en de elastine in de huid, die daardoor verharden en beschadigen. Bovendien krijg je er mogelijk puistjes van.”
Was het aloude gezegde dat je van chocolade puistjes krijgt niet afgevoerd?
“De consensus was vroeger dat het niets met onze voeding te maken heeft, maar daar is men wel wat van teruggekomen. Natuurlijk is dat niet de enige factor, maar het kan wel meespelen. Iets dat tegenwoordig ook leeft in de literatuur, is het bestuderen van het microbioom in onze darmen, en op onze huid, en die kennis tegen verschillende aandoeningen inzetten, ook die van de huid.
“Zo werkt men vanuit de Universiteit Antwerpen bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van huidproducten op basis van goede bacteriën, maar evengoed ziet men in onderzoek dat je door probiotica in te nemen ook bepaalde huidproblemen zoals acne en couperose (uitgezette rode en/of blauwe bloedvaatjes in het gezicht, red.) zou kunnen verlichten.
“Ik vind het een boeiende piste omdat je patiënten op die manier een paar handvatten biedt. Dat is voor alle duidelijkheid niet hetzelfde als zeggen dat de oorzaak en oplossing voor hun problemen bij henzelf ligt. Hun eigen aandeel is vaak eerder klein, maar dat ze íéts kunnen doen, helpt wel.”
Zou u durven te stellen dat we de gezondheid van mensen van hun huid kunnen aflezen?
“Dat wil ik niet gezegd hebben, maar de aanpak van huidproblemen is wel geëvolueerd van een puur medische benadering naar een meer holistische. Die holistische visie, waarbij de patiënt actief betrokken wordt bij de aanpak én preventie van zijn probleem, komt ook beter binnen dan het vroegere paternalistische model waarin artsen alleen vertelden wat voor behandeling ze zouden uitvoeren. Het is ook hoopgevend, omdat we bij aandoeningen zoals acne, eczeem en psoriasis zien dat mensen die letten op hun voeding, stoppen met roken of betere zonnebescherming toepassen, vaak betere resultaten behalen.
“Ik weet het, hoor. Elke arts geeft dezelfde adviezen, voor de longen, de darmen of de huid, en dat is ook logisch. Maar wanneer mensen begrijpen waaróm die adviezen voor hun specifieke probleem gegeven worden − hoe roken niet alleen slecht is voor de longen maar bijvoorbeeld ook hun handeczeem verergert of de oxidatie in hun huid versnelt − zullen ze ook meer geneigd zijn om ze te volgen. In die sensibilisering, die tijd en aandacht vergt, zit voor artsen nog de grootste uitdaging.”
Lees ook
Geselecteerd door de redactie