Wat doet een re-integratiecoördinator precies?
Christiaen: ‘Ik werk sinds 2016 binnen het multidisciplinair pijncentrum aan de re-integratie van chronische pijnpatiënten op de werkvloer. Dat een ziekenhuis daarvoor zelf een medewerker inschakelt, is uniek in België. Opnieuw kunnen werken maakt een wereld van verschil voor patiënten met pijnklachten. Het haalt hen uit een neergaande spiraal, verhoogt hun zelfwaardegevoel, wat soms zelfs meer impact op hun welzijn heeft dan een nieuw medicijn. Daarom zien we het re-integratietraject ook als onderdeel van de behandeling bij chronische pijnpatiënten.’
Wie zijn die patiënten en hoe komen ze bij jou terecht?
Christiaen: ‘Strikt genomen noemen we pijn die langer dan twaalf weken aanhoudt chronisch. Maar heel wat patiënten torsen hun klachten al veel langer mee, vaak zelfs meer dan een jaar. Soms is er een aanwijsbare reden voor hun pijn, zoals een ongeval of ziekte, soms niet. We zien ook klachten in alle gradaties van licht tot heel zwaar. De meeste patiënten zijn in behandeling bij het pijncentrum, en ook de diensten orthopedie, neurochirurgie en fysische geneeskunde sturen patiënten door. Daarnaast begeleid ik preventief patiënten die nog werken maar door hun pijnklachten dreigen uit te vallen.’
Een geslaagde re-integratie op de werkvloer heeft soms meer impact dan medicatie.
Waaruit bestaat de begeleiding die je biedt?
Christiaen: ‘Ik fungeer als coach en vertrouwenspersoon voor patiënten, en geef advies op maat waarmee werkgevers en werknemers aan de slag kunnen. Ik bekijk in de eerste plaats wat medewerkers ondanks hun pijn wel nog kunnen en welke mogelijkheden er zijn bij de werkgever. Ik sla de brug tussen de zorginstanties en het werkveld. Ik informeer patiënten en hun werkgever over wetgeving, help met administratieve zaken zoals de mutualiteit, overleg met de verschillende actoren binnen het re-integratietraject, zowel extern als intern met mijn collega’s van het pijncentrum over extra ondersteuning en mogelijke volgende stappen. Het is uniek dat ik deze rol vanuit het ziekenhuis zelf kan opnemen. Dat maakt het laagdrempelig voor de patiënt en ook de wisselwerking met onze psychologen en artsen biedt een unieke meerwaarde.’
Wat zijn de grootste uitdagingen op het pad naar werkhervatting?
Christiaen: ‘‘Elke pijn en elke situatie is anders. Wie zijn de patiënten? Welke job deden ze en wat kunnen ze nog? Moeten we de patiënt helpen om zich naar een andere job te heroriënteren? Of zijn er aanpassingen aan de job mogelijk, zoals andere taken, een flexibel uurrooster, een andere bureaustoel, hulp van een collega? Zijn er premies voor rendementsverlies mogelijk omdat de werknemer meer pauzes nodig heeft? Bij de patiënt zelf moet ik dikwijls heel veel twijfels en angsten wegmasseren. Ga ik dat wel kunnen? Wat als ik een terugval heb?’
Na een langere periode van arbeidsongeschiktheid moet je op je eigen tempo stap voor stap weer opbouwen.
Zijn er belangrijke administratieve en financiële vooruitgangen geboekt?
Christiaen: ‘Patiënten die langdurig ziek zijn, kunnen intussen op hun eigen ritme één, twee, drie, vier of vijf dagen per week terugkeren. In grote lijnen betaalt de werkgever alleen voor de tijd dat ze werken, de rest wordt deels bijgepast. Het systeem van gedeeltelijke werkhervatting is nu zo dat het voor de patiënt op financieel vlak normaal een meerwaarde biedt om te werken. Dat scheelt al veel, maar er zijn nog zaken die beter kunnen. Sommige werkgevers zijn niet mee in het re-integratieverhaal en zouden wat meer inspanningen mogen leveren. Ik geloof ook in een overkoepelend systeem dat de communicatie en samenwerking tussen de verschillende actoren vlotter doet verlopen.’
Waarbij hebben patiënten je hulp het meest nodig?
Christiaen: ‘Dat verschilt hard. Voor velen werkt het administratief en financieel kluwen waarin ze terechtkomen verlammend. Als ik die last van hun schouders haal, zijn zij al halfweg. Daarnaast is het van belang dat ze naar hun eigen lichaam luisteren en op tijd aangeven als het wat moeilijker gaat zodat we samen aan een oplossing kunnen werken. Na een langere periode van arbeidsongeschiktheid moet je op eigen tempo stap voor stap weer opbouwen. En hoe vroeger we patiënten hierbij ondersteunen, hoe vlotter hun re-integratie verloopt. Momenteel slagen we er in het UZA in om dankzij onze multidisciplinaire begeleiding iets meer dan de helft van de chronische pijnpatiënten het werk te laten hervatten.’