Een steek van een wesp, bij of hommel is nooit fijn, maar het ongemakkelijke gevoel gaat meestal snel voorbij. Voor wie allergisch is ten opzichte van het gif, zo’n 2% van de bevolking, kan een steek een ernstige en eventueel levensbedreigende reactie uitlokken. Als je allergisch blijkt aan wespen-, bijen- of hoornaargif, is de kans dat je bij een volgende wespensteek opnieuw minstens even heftig reageert ruim 50% bij volwassenen en 30% bij kinderen. Velen worden hiervoor een zelfinspuitbare adrenalinepen voorgeschreven. Dat is echter onvoldoende. ‘Vooreerst moeten altijd twee pennen voorgeschreven worden en bestaat er geen twijfel dat enkel immunotherapie bescherming kan bieden en levensreddend zijn’, zegt prof. Didier Ebo, diensthoofd immunologie - allergologie - reumatologie.
Bij immunotherapie wordt eerst getest aan welk gif de persoon in kwestie allergisch is. Eens het verantwoordelijke gif geïdentificeerd is kan de innmunotherapie gestart worden. De patiënt krijgt dan meerdere inspuitingen met sterk verdund gif, telkens in een hogere concentratie. Na een opstartbehandeling met wekelijkse injecties volgt een onderhoudsbehandeling met almaar grotere tussenpozen. In totaal duurt de behandeling vijf jaar.
In geval van een allergie ten opzichte van wespengif zijn patiënten na de opstartbehandeling voor 95 tot 99% beschermd. Dat wil zeggen dat de kans op een allergische reactie nog maar 1 à 5% bedraagt. Bij een allergie ten opzichte van bijen- of hommelgif bedraagt die bescherming 85 tot 90%. Treedt er toch nog een allergische reactie op, dan is die meestal een stuk milder.
