We weten steeds meer over kanker, wat maakt dat diagnose, behandeling en opvolging complexer worden. Specialist pancreaskanker dr. Geert Roeyen: ‘In de multidisciplinaire oncologische consults - kortweg MOC’s - brengen we elke week per soort kanker specialisten uit verschillende disciplines samen. Zo kunnen we onze patiënten de best mogelijke zorg geven.’ Hij neemt als voorbeeld een patiënte die bij hem aanklopte voor een tweede opinie. ‘In een ander ziekenhuis was bij de dame in kwestie een pancreastumor gevonden. Ze kon de tumor laten verwijderen via een operatie in dat ziekenhuis, maar besloot om eerst een tweede opinie in te winnen.’
Een goed aanvalsplan
Een tweede opinie is een veel voorkomende vraag bij pancreaskanker. ‘Het is een zeldzame kanker, waardoor niet alle ziekenhuizen er evenveel ervaring mee hebben. Bovendien gaat het dikwijls om een agressieve vorm, waardoor het belangrijk is om voldoende ingrijpend te opereren. Een tumor in de pancreaskop verwijderen wordt beschouwd als een van moeilijkste operaties binnen de oncologie. Als referentiecentrum voeren we in het UZA dergelijke operaties vaker uit dan de kleinere ziekenhuizen. De multidisciplinaire aanpak van de grotere ziekenhuizen verhoogt de overlevingskansen van de patiënt, blijkt uit onderzoek van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Daarom raadt het KCE aan om de behandeling van dergelijke zeldzame kankers te centraliseren in de referentiecentra.’
De multidisciplinaire aanpak verhoogt de overlevingskansen van de patiënt.
Minder agressieve tumor
Roeyen liet meteen extra scans uitvoeren. ‘Toen ik alle medische beelden uit het verleden bekeek, zag ik dat de tumor vijf jaar geleden ook al aanwezig was. In die vijf jaar was de tumor vrij traag gegroeid, wat mij deed vermoeden dat het niet om een pancreastumor ging, maar om een neuro-endocriene tumor. Zo’n tumor bestaat uit hormoonproducerende cellen en kan voorkomen in de pancreas, maar ook in het maag-darmstelsel of in de luchtwegen. Een neuro-endocriene tumor is globaal genomen minder agressief dan een pancreastumor, wat een andere aanpak vraagt.’
Vermoeden bevestigd
Er gebeurde een bijkomende MRI en een specifieke scan waarbij de patiënt een licht radioactief product kreeg toegediend dat zich vasthecht aan receptoren in neuro-endocriene kankercellen. Vervolgens werden de resultaten besproken op het MOC van digestieve oncologie. ‘De radioloog en de specialist nucleaire beeldvorming bevestigden mijn vermoeden: het ging inderdaad om een neuro-endocriene tumor. Met de aanwezige specialisten hebben we besproken wat de best mogelijke behandeling kon zijn. Omdat het om een neuro-endocriene tumor ging, hebben we het ook op het MOC van neuro-endocriene tumoren besproken. Het is een heel specifiek soort tumor, waardoor de expertise van de collega’s die daar vertrouwd mee zijn, goed van pas kwam.’ Het UZA werkt voor neuro-endocriene tumoren samen met verschillende andere ziekenhuizen, het netwerk kreeg een erkenning als Center of Excellence van de European Neuro-Endocrine Tumor Society.
Via conference calls overleggen we met specialisten uit andere ziekenhuizen.
Over het muurtje kijken
Per discipline is er elke week een MOC. Naast experts in medische beeldvorming zitten er onder andere ook oncologen, gastro-enterologen, chirurgen en pathologen rond de tafel. ‘Elke specialist die iets kan bijdragen, is welkom. Soms is ook de huisarts aanwezig. We werken vaak met conference calls om te kunnen overleggen met specialisten uit andere ziekenhuizen.’ Diensthoofd oncologie prof. dr. Marc Peeters vult aan: ‘In het MOC bekijken we elke kanker vanuit verschillende invalshoeken. De interactie tussen de specialisten zorgt ervoor dat we de diagnose, de behandeling en de opvolging beter kunnen onderbouwen.’
Grondige voorbereiding
Nadat in het MOC alle experts hun kennis hadden gedeeld, besprak Roeyen de aanpak met de patiënt. ‘Als het gaat over de behandeling heeft de patiënt uiteraard het laatste woord. Op basis van de meest recente wetenschappelijke kennis leggen wij de mogelijkheden uit. Maar de beslissing blijft bij de patiënt.’ In dit geval bleek een operatie de beste keuze. Met de informatie uit beide MOC’s bereidde Roeyen de operatie voor. ‘De experts medische beeldvorming toonden mij op welke plekken er tijdens de operatie problemen zouden kunnen opduiken. Dat we wisten welk soort tumor het was en waar hij precies zat, heeft ervoor gezorgd dat we tijdens de operatie niet voor verrassingen kwamen te staan.’
Als het gaat over de behandeling heeft de patiënt uiteraard het laatste woord.
Stap voor stap
Tijdens de operatie werd de tumor met omliggende organen verwijderd. ‘De tumor liep vrij ver door, waardoor we zoals verwacht niet alleen de pancreasstaart moesten verwijderen, maar ook de milt, de bijnier en een stukje van de maag. Het is nu wachten op de resultaten van het weefsel. Eens die binnen zijn, zullen we de volgende stappen in de behandeling bespreken met de patholoog op het volgende MOC.’
Snel handelen
Om een MOC te kunnen organiseren, moet er dikwijls gepuzzeld worden met de drukke agenda’s van de specialisten. Peeters: ‘Toch is het noodzakelijk dat we elke week samenkomen. We moeten snel kunnen handelen, we kunnen onze patiënten niet laten wachten op een beslissing. In het UZA lopen er in totaal 11 verschillende MOC’s. Dat is een hele organisatie, maar het biedt veel voordelen. Naast overleggen over diagnose, behandeling en opvolging houden we via de MOC’s ook de nodige gegevens bij in onze eigen databank en in het nationale kankerregister, dat de aard en de omvang van kanker in België in kaart brengt. Dankzij die gegevens weten we beter welke types kanker in welke mate voorkomen en welke behandelingen de beste uitkomsten geven.’