Jos Claes, hoe is het allemaal begonnen? Wanneer vertrok je voor het eerst op missie?
“In 2009 ben ik voor het eerst op missie gegaan met Artsen Zonder Vakantie, een Vlaamse organisatie die met vrijwilligers werkt. Ik voelde al langer dat ik zoiets graag wilde doen, maar elke keer kwam er wel iets tussen. Maar op mijn 54, dacht ik: nu vertrek ik! De bestemming werd Arusha, een stad in het noorden van Tanzania. Met een kleine equipe werkten we daar in een ziekenhuis waar veel apparatuur ontbrak of verouderd was. Na die eerste missie heb ik geprobeerd om nieuwe apparatuur te zoeken - vooral voor oorchirurgie - die ze daar konden gebruiken. Via de NGO ‘Piloten Zonder Grenzen’ is het me gelukt om een operatiemicroscoop tot daar te krijgen. Die heb ik kunnen gebruiken tijdens mijn tweede missie daar.”
De microbe had je duidelijk onmiddellijk te pakken. Waar ben je zo nog al geweest?
“Met Artsen Zonder Vakantie ben ik nadien nog naar Kinshasa gegaan. De opdracht toen was iets anders, namelijk chirurgen daar les geven in endoscopische neus- en sinuschirurgie. Daarna ben ik nog naar Congo geweest in opdracht van het Sint-Maartenziekenhuis waar ik ook gewerkt heb, en naar Suriname met een Nederlandse organisatie. Dat was een heel andere ervaring dan in Afrika. In Suriname is er een tekort aan artsen. Een ploegje van Nederlandse en Vlaamse artsen gaat daarom afwisselend naar daar, om er een maand of langer te werken.”
De laatste jaren heb je dan weer vooral gereisd met Mercy Ships. Een groot verschil met je vorige missies?
“Totaal anders. Ik ben mee geweest met de Africa Mercy, een Deens ferryschip dat omgebouwd is tot drijvend ziekenhuis, naar Guinée. Aan boord vind je onder meer vijf operatiekamers, een intensive care, 82 ziekenhuisbedden en heel veel apparatuur. Een groot verschil dus met mijn voorgaande missies waarbij we het met veel minder moesten doen. Ook de planning gebeurt heel efficiënt. Alle 400 vrijwilligers zijn perfect gebrieft en de organisatie legt de nodige contacten met de overheden en de bevolking van de plaats waar het schip aanmeert. En er is opvolgverzorging voorzien, waardoor we meer complexe operaties kunnen uitvoeren. Ikzelf ervaarde het schip als een dorp waar ik een rader was in een groot netwerk, het was leuk werken.”
Ga je nog terug?
“Omdat ik met pensioen ben, mag ik via Mercy Ships niet meer opereren, terwijl net dat mijn specialiteit is. Daarom ben ik recentelijk met de Gentse organisatie Revive mee gereisd, waarbij ik nog wel kan opereren. In maart 2022 en juni 2023 ben ik twee weken naar Benin gegaan, naar Dassa, met een ploegje van zo’n drie artsen, drie verpleegkundigen en twee logistieke collega's. We kwamen daar opnieuw terecht in een ziekenhuis dat qua infrastructuur zeer primitief is. De stroom valt om de haverklap uit en de operatietafels zijn afdankertjes van bij ons. Het heelkundig materiaal nemen we bovendien zelf mee: instrumenten, steriele doeken, medicatie voor narcose, naalden en infuusleidingen."
"In het lokale ziekenhuis zijn maar 3 artsen werkzaam, onder wie een gynaecoloog en een algemeen chirurg. Een anesthesist is er niet, dus veel operaties gebeuren er – zonder ons – onder lokale verdoving of via een ruggenprik. Er zijn wel verpleegkundigen die zich gespecialiseerd hebben om narcoses toe te passen. Ze hadden voor onze komst alle patiënten op een lijst gezet waar wij iets voor konden betekenen, dat waren wel 400 mensen met hals- en schildklierproblemen. De eerste dag hebben we een selectie gemaakt en de eerste 40 patiënten klinisch onderzocht, zodat we de dagen erna meteen konden opereren. We hebben ook patiënten moeten weigeren, die er te ernstig aan toe waren. Enerzijds omdat we hen nadien niet konden opvolgen. Anderzijds omdat het risico om te opereren te groot was met de beperkte mogelijkheden die in Dassa voorhanden zijn om een operatie aan te vatten. Zij gaan best naar een universitair ziekenhuis, maar dat ligt in Cotonou, zo'n 200 km verderop. Zo’n situaties zijn moeilijk, maar je focust je dan best op de mensen die je wel kan helpen.”
Welke herinnering uit al deze ervaringen zal je nooit vergeten?
“Eén van de patiënten op de Africa Mercy had een tumor in de hals die we verwijderd hebben. Na de operatie vertelde ze dat ze door haar familie uitgestoten was omwille van de tumor. Dat schijnt dikwijls te gebeuren omdat mensen niet weten welke ziekte het is, en dus ook niet weten dat het niet besmettelijk is. Zij besefte dat ze nu sociaal terug zou kunnen inpassen in haar omgeving en familie. Elke keer als we voorbij haar bed kwamen, stak ze haar duimen in de lucht, omdat ze zich gered voelde. Dan besef je hoeveel je kan betekenen.”
Welk gevoel geeft het je, als op je missie bent geweest?
“Het hogere doel is natuurlijk om mensen te helpen. De dankbaarheid die je op missie als arts terugkrijgt, is ongelofelijk en valt niet te vergelijken met hier in België. De mensen die wij zien in Afrika bijvoorbeeld, hebben quasi niets, er is ook geen sociale zekerheid dus als iemand daar een gezondheidsprobleem heeft, heeft die meestal heel weinig opties. Waarom? Omdat medische zorg er onbetaalbaar is, maar ook omdat er te weinig ziekenhuizen en artsen zijn. Vaak blijven ze dus met ziektes rondlopen. Binnen mijn vakgebied zag ik mensen met chronische oorontstekingen en schilderkliergezwellen die er al maanden tot jaren mee rondliepen. In principe zien we daar dezelfde ziektes als hier, alleen zouden we hier meteen naar onze huisarts kunnen gaan en doorverwezen worden naar een specialist. Maar los daarvan, geeft zo’n missie je ook de kans om de wereld te zien op een niet-toeristische manier, te ontdekken hoe de wereld in elkaar zit. Zo’n missies kunnen een rijker mens van je maken.”
Wat zou je zeggen tegen jonge artsen die twijfelen om een buitenlandse missie mee te doen?
“Dat moet je echt doen, niet twijfelen. Bij sommige organisaties kan je ook als assistent al mee en onder toezicht werken, zodat je ook als jonge persoon al veel ervaring kunt opdoen. Je leert ook de wereld veel beter kennen. Want, we weten hier in België wel dat wij het goed hebben, maar pas als je echt ziet hoe het elders is, besef je dat pas echt. Je leert veel mensen kennen en komt op plaatsen waar je anders niet komt. Dat heeft mij nederig gemaakt. Zulke ervaringen geven je een enorme levenswijsheid en een andere kijk op het leven.”
Je hoeft geen medische of paramedische achtergrond te hebben om aan zulke missies naar Afrika deel te nemen. Er werken ook nog heel wat andere vrijwilligers zoals technici, administratieve en logistieke medewerkers, onderwijzers, ...