Zo’n tien jaar geleden stond het in alle kranten: Angelina Jolie had haar borsten preventief laten verwijderen via een tepelsparende amputatie. De actrice was drager van het BRCA1-gen en had tot tachtig procent kans om kanker te ontwikkelen.
Zwaard van Damocles
Sinds Jolie naar buiten kwam met haar beslissing, hebben al heel wat vrouwen haar voorbeeld gevolgd. ‘Als je erfelijk belast bent, kan je je laten opvolgen en MRI-scans laten nemen van je borsten’, zegt dr. Thierry Tondu, reconstructief chirurg. ‘Maar veel patiënten blijven zich onveilig voelen. Op het moment van de scan zijn ze gerustgesteld, enkele weken later komt de angst weer opzetten. Alsof er een zwaard van Damocles boven hen hangt.’
Meer en meer vrouwen die erfelijk belast zijn, kiezen er daarom voor om hun borsten te laten amputeren, nog voor er sprake is van kanker. ‘Het voordeel van een preventieve amputatie is dat je tepelsparend kan werken’, legt Thierry Tondu uit. ‘We behouden de huid van de borst met de tepel, maar halen de klieren erachter weg. Het uitzicht van de borsten blijft dus grotendeels gelijk, alleen is de kans op borstkanker een heel stuk kleiner.’
Complicaties bij grotere borsten
Aan tepelsparende amputaties was tot voor kort één groot nadeel verbonden. Voor vrouwen met een grotere cupmaat had zo’n ingreep nadelige gevolgen. Thierry Tondu: ‘Wanneer we kleinere borsten preventief amputeren, behouden we huid en tepel. We reconstrueren de borst dan met lichaamseigen weefsel of met een prothese. Bij vrouwen met een grote cupmaat is de huid echter een stuk langer. Dat maakt de doorbloeding moeilijker en verhoogt de kans op het afsterven van huid en tepel.’
‘Een tweede probleem is het positioneren van de prothese of het lichaamseigen weefsel, ook de flap genoemd. Als je in grotere borsten de prothese of flap plaatst, zit die vaak te hoog, of de huid is te lang. Je moet dan de overtollige huid verwijderen, wat de doorbloeding nog slechter maakt en de kans op complicaties nog verhoogt.’
Opereren in twee fases
Thierry Tondu ontwikkelde daarom een nieuwe techniek. ‘Bij vrouwen met grotere borsten werken we in twee fases. Om te beginnen maken we de borst een heel stuk kleiner. Daarna wachten we drie maanden: de tijd die de huid en de tepel nodig hebben om opnieuw goed doorbloed te raken.’
‘In de tweede fase verwijderen we het stukje klier dat we achter de tepel achterlieten om deze te doorbloeden, zonder dat de tepel een verhoogd risico loopt op afsterven. Bij de klassieke tepelsparende operaties hebben patiënten met grote borsten 29 procent kans op complicaties, bij de techniek in twee fases zakt dat naar minder dan 1 procent. Bovendien is er met deze techniek minder huid op overschot, waardoor de flap of prothese makkelijker op de juiste plaats blijft.’
Genetische screening
‘Vandaag is het belangrijker dan ooit dat we alle vrouwen kunnen helpen’, vindt Thierry Tondu. ‘Door de vooruitgang in genetische screening ontdekken we steeds meer genen die een verhoogde kans geven op borstkanker. Veel patiënten die we vroeger pas zagen op het moment dat ze al borstkanker hadden, kunnen we nu preventief helpen. Een borstamputatie blijft weliswaar een ingrijpende operatie die ook emotionele gevolgen kan hebben. Maar het zou jammer zijn als we vrouwen met een grotere cupmaat die optie zouden moeten ontzeggen.’