Nick was het beu. Beu om extra kilo’s mee te torsen, maar vooral beu om geplaagd te worden met zijn gewicht. ‘Hij was al een paar jaar te zwaar’, vertelt Viviane. ‘We hadden zijn schildklier laten nakijken en we waren ook al naar een diëtiste geweest. Maar van haar mocht hij op de duur niks meer eten. Het blijft toch een kind, vind ik.’
Op advies van het CLB klopten ze aan bij het obesitasteam voor kinderen in het UZA. Zo kwamen ze bij dr. Van Hoorenbeeck terecht. ‘In Vlaanderen heeft 13 % van de kinderen overgewicht’, weet zij. ‘Bij 3 % is er sprake van obesitas: overgewicht dat zodanig ernstig is dat het met gezondheidsrisico’s gepaard gaat. Die kinderen hebben later een veel hoger risico op hart- en vaatziekten. Zelfs op jonge leeftijd zien we soms al een verhoogd cholesterolgehalte, een voorloper van type 2-diabetes en een vergrote hartspier. Gelukkig zijn die effecten tijdelijk als je vroeg ingrijpt. Hier in het UZA pakken we het probleem aan met een team dat bestaat uit gespecialiseerde kinderartsen, diëtisten, kinesitherapeuten en verpleegkundigen.’
Koffiekoek of frietjes
Twee maanden na de eerste raadpleging bij dr. Van Hoorenbeeck werd Nick kort opgenomen. Van Hoorenbeeck: ‘Er worden dan allerlei onderzoeken gedaan, waaronder bloednames, onderzoek van lever en hart en een longfunctietest. We willen niets over het hoofd zien. De overnachting is nodig om na te gaan of het kind geen slaapprobleem heeft, wat relatief vaak voorkomt.’ Weer een maand later gingen Nick en Viviane opnieuw op consultatie. Met een Body Mass Index (BMI) van 30,4 was Nick een stuk te zwaar, vernamen ze. Bovendien leed hij aan een voorloper van type 2-diabetes. Sindsdien neemt hij daar medicatie voor. Ook moest hij uitkijken voor leververvetting.
De kern van de behandeling was anders gaan eten, met maandelijks een bezoek aan diëtiste An De Meyer. ‘Bij elke sessie kwam een onderdeel aan bod’, legt Viviane uit. ‘Het ontbijt, het vieruurtje, het avondmaal... Zo heeft hij geleidelijk zijn voeding aangepast.’ ‘Dat viel eigenlijk best mee’, vindt Nick. De twee kregen veel tips. Viviane: ‘Zo zijn gekookte aardappelen beter voor Nick dan pasta of rijst, en moet zijn bord half gevuld zijn met groentes. Vaak is het ook een kwestie van kiezen: een koffiekoek op zondag mag, maar dan niet op dezelfde dag frietjes.’
Belangrijk is dat het hele gezin meedoet. Anders houden de nieuwe gewoontes nooit stand. Van Hoorenbeeck: ‘Ook de gezinsleden met een goed gewicht hebben baat bij gezond eten. Want slechte eetgewoontes wreken zich ook op niet zichtbare manieren, bijvoorbeeld met een te hoog cholesterolgehalte.’
De zesmaandendip
Nick kreeg ook de raad meer te bewegen. Maandenlang ging hij elke week sporten met de kinesitherapeuten van het UZA. ‘Bij mooi weer trokken we naar buiten. Zo heb ik kennis gemaakt met nordic walking’, vertelt Nick. Al geeft hij ruiterlijk toe dat sporten een moeilijk punt blijft.
Met vallen en opstaan legde Nick een hele weg af. Soms ging het lang goed, dan weer ging hij terug naar af. ‘Heel normaal. Bijna iedereen heeft na zes maanden een dip’, zegt Van Hoorenbeeck. Nicks BMI is gezakt naar 29: een behoorlijk verschil op de groeicurve. ‘De kinderen hoeven niet slank te zijn, maar wel gezond. Als ze nog groeien, is het soms genoeg dat ze hun gewicht behouden. De BMI telt’, aldus dr. Van Hoorenbeeck.
Nick blijft voorlopig naar de diëtiste gaan, naast een driemaandelijkse controle bij dr. Van Hoorenbeeck. ‘Ik heb er al heel veel aan gehad’, besluit hij. ‘Net alsof ik naar een school voor voeding ga. Veel is intussen een automatisme geworden. En gelukkig zijn de dokter en de diëtiste altijd heel lief.’
Info : www.eetexpert.be, www.gezondheidstest.be