Borstkanker is altijd een hard verdict, ook als de kanker vroeg wordt ontdekt. Niet zelden volgt kort na de diagnose een operatie. ‘Zo’n ingreep is veel meer dan een technische aangelegenheid’, zegt prof. dr. Wiebren Tjalma, medisch coördinator van de multidisciplinaire borstkliniek van het UZA. ‘De mentale impact is groot: de plotse confrontatie met kanker, de verwerking, de aanvaarding … Patiënten stellen zich allerlei vragen: hoe ga ik hiermee om? Hoe kom ik ermee naar buiten? Hoe overleef ik dit?’
Dankzij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker komen veel tumoren aan het licht op een moment dat ze nog klein en vaak niet voelbaar zijn: 45 procent is 20 millimeter of kleiner (bron: Belgian Cancer Register 2019). ‘Als we op een mammografie een letsel zien dat mogelijk kwaadaardig is, verloopt de diagnose in drie stappen: een klinisch onderzoek, aanvullende beeldvorming en een punctie om de aard van het letsel te bepalen. Op basis daarvan stippelen we met het hele team een behandelingsplan uit, tijdens het multidisciplinair oncologisch consult (MOC)’, legt radiologe dr. Inge Verslegers uit.
Gezond borstweefsel sparen
Meer dan 60 procent van de vrouwen bij wie de kanker in een vroeg stadium wordt opgespoord, ondergaat een borstsparende operatie. ‘Bij zo’n ingreep proberen we altijd zoveel mogelijk gezond borstklierweefsel te sparen. Daarom is het belangrijk dat de radioloog heel precies de locatie van de tumor bepaalt en dat zorgvuldig aan de chirurg communiceert. De plaatsing van een magnetisch zaadje is daarbij een belangrijke stap vooruit’, zegt prof. dr. Annemiek Snoeckx, diensthoofd radiologie.
Tot voor kort gebeurde het markeren van de tumor met behulp van een draadje, dat de radioloog op de ochtend van de ingreep plaatste. Tijdens de operatie volgde de chirurg dat traject. Maar die procedure was belastend voor de patiënt: het betekende een bijkomend onderzoek op een al stressvolle dag, en dat het draadje tot aan de buitenzijde van de borst liep, was voor de vrouw confronterend en onaangenaam.
Vandaag plaatsen de radiologen enkele dagen voor de ingreep een magnetisch zaadje ter grootte van een rijstkorrel in de tumor. Ze bekijken echografisch waar de tumor zich bevindt en brengen het zaadje met een lange naald onder lokale verdoving tot in het gezwel. Dankzij groefjes in het zaadje verankert het zich in de tumor en kan het daarna niet meer verschuiven.
Weinig belastende ingreep
‘Het is een eenvoudige ingreep die vrouwen als weinig belastend ervaren’, zegt radiologe dr. Julie Desimpel. ‘De dagen erna kunnen ze gewoon hun dagelijkse bezigheden hervatten. Ook voor het team is het rustiger werken. Na de plaatsing is er nog genoeg tijd om met de chirurg te bespreken hoe groot het letsel is, waar het zaadje zich precies bevindt en hoe breed hij de tumor moet wegsnijden.’ Ook de dag van de ingreep verloopt organisatorisch een stuk vlotter, aangezien het markeren van de tumor al is gebeurd.
Tijdens de ingreep zelf gebruikt de chirurg een pen die een magnetisch veld opwekt. ‘Aan de hand van instructies op een scherm en geluidssignalen worden we tot op de millimeter nauwkeurig naar de tumor geleid’, licht Tjalma toe. ‘Daardoor kunnen we nog nauwkeuriger werken en zo vaak bijkomende millimeters aan gezond weefsel sparen. Dat is niet onbelangrijk. Hoe minder weefsel we moeten wegnemen, hoe kleiner de holte die je achterlaat, hoe minder kans op complicaties en hoe mooier het resultaat. Ook de oppervlakte die je moet bestralen, verkleint.’ Een bijkomend voordeel is dat de chirurg niet zoals eerder het traject van het draadje hoeft te volgen. Hij kiest de kortste weg die esthetisch de voorkeur verdient.
Hoe minder weefsel we moeten wegnemen, hoe kleiner de holte die je achterlaat, hoe minder kans op complicaties en hoe mooier het resultaat.
Even goede genezingskansen
De techniek is een volgende stap in een lange evolutie naar meer borstsparend opereren. ‘Tussen de jaren zeventig en de jaren negentig van de vorige eeuw toonden grote studies aan dat je veilig borstsparend kan opereren’, vertelt Tjalma. ‘Aanvankelijk was het al een hele stap vooruit als we maar een derde van de borst moesten verwijderen. Intussen zijn we zover dat we maar een marge van twee à drie millimeter gezond weefsel hoeven weg te nemen. Met even goede genezingskansen.’
Na een uitrolfase waarbij Desimpel en Tjalma de techniek als vast team toepasten, wordt die nu standaard aangeboden aan alle borstkankerpatiënten die ervoor in aanmerking komen. Recent besliste de overheid om de ingreep grotendeels terug te betalen via het RIZIV. Voorheen financierde het UZA dat vanuit haar Innovatiefonds.
Het UZA is voorlopig het enige ziekenhuis in de Antwerpse regio dat de procedure aanbiedt. ‘Dat het allemaal zo vlot verloopt is te danken aan de goede samenwerking tussen de chirurgen, de radiologen, de operatieverpleegkundigen, de borstverpleegkundigen, de pathologen en de dienst nucleaire geneeskunde’, besluit Tjalma.