Vandaag is Ron een flinke baby van vier maanden oud. Toen Jessy halverwege haar zwangerschap was, merkte de gynaecologe tijdens een echo op dat de nieren van haar kindje wat groter waren dan normaal. Jessy: ‘Ze maakte zich nog geen zorgen, maar we moesten het wel laten opvolgen. Voor de rest verliep mijn zwangerschap prima. Het was ook ons tweede kindje: we hadden al een dochtertje in huis dat tijd en aandacht vroeg.’
Kennismaking in het UZA
Jessy wilde bevallen in AZ Heilige Familie in Rumst. Haar gynaecoloog, dr. Annelies Lust, werkt zowel in Rumst als in het UZA. Zij stelde voor om het nierprobleem alvast te signaleren aan prof. dr. Koen Van Hoeck en het gespecialiseerde team van kindernefrologie in het UZA. Jessy: ‘Nog tijdens mijn zwangerschap ben ik al bij prof. Van Hoeck langsgeweest. Zo kon hij het probleem al eens samen met de gynaecoloog bekijken, met de echo-apparatuur van het UZA.’ Papa Dennis: ‘Van Hoeck zei hetzelfde als de gynaecoloog: afwachten. Maar op die manier hadden we al een dossier in het UZA en wisten we ook bij wie we achteraf terecht zouden komen.’ Jessy: ‘We werden ook gerustgesteld: zelfs als het probleem niet vanzelf wegging, konden ze het zeker oplossen. Blijkbaar komt zoiets wel vaker voor bij jongens.’
Toen de bevalling in zicht kwam, bleek een van de nieren van het kindje al vanzelf genormaliseerd. ‘Ik ben dan begin december zoals gepland bevallen in Rumst. Dichtbij huis, zodat Dennis makkelijk over en weer kon met onze dochter.’ Na vijf dagen deed de radioloog in Rumst een echo om te zien of ook de tweede nier van Ron zich spontaan hersteld had. Dat bleek niet het geval. ‘Die ene nier bleef groter. Waarschijnlijk liep ze te traag leeg doordat de urineleider de urine niet goed doorliet of doordat er urine terugvloeide naar de nier. Maar het kon nog altijd vanzelf in orde komen. Na de geboorte moeten die organen blijkbaar ook nog wat op gang komen.’
Snel bij de juiste persoon
Toen Ron enkele weken later onverklaarbare huilbuien kreeg, namen Jessy en Dennis contact op met hun kinderarts in het AZ in Rumst, dr. Mieke van Goethem. ‘We maakten ons zorgen. Misschien had Ron pijn door de druk in zijn nier en zou zijn nier beschadigd kunnen raken? De onderzoeken die intussen al ingepland waren in het UZA werden daarom enkele weken vervroegd. Onze kinderarts heeft dat allemaal geregeld met het UZA-team. Die contacten verlopen echt supervlot. Onze eigen kinderarts is ons eerste aanspreekpunt, maar zij overlegt met prof. Van Hoeck en geeft zijn advies door aan ons. En als wij naar het UZA gaan, is Van Hoeck al van alles op de hoogte.’ Dennis: ‘Dat is het knappe van die samenwerking: je komt heel snel bij de juiste persoon terecht.’
In het UZA werden onder meer scans gedaan met contrastvloeistof om na te gaan waardoor het nierprobleem precies werd veroorzaakt. Jessy: ‘Na overleg met zijn team en met de chirurg heeft prof. Van Hoeck ons dan zelf opgebeld. Hij wilde nog tot eind maart afwachten en eventueel volgt dan een operatie. Maar we gaan ervan uit dat alles in orde komt’, zegt Jessy. ‘Het is in elk geval heel geruststellend dat je zo goed wordt opgevolgd, door de juiste specialist op het juiste moment. We hebben dichtbij huis een goed ziekenhuis en een goede kinderarts, en tegelijk zijn we gerust dat we op tijd worden doorgestuurd naar het UZA als dat nodig is.’
Eén netwerk, vijf ziekenhuizen
Het UZA, AZ Klina, AZ Monica, AZ Heilige Familie Rumst en AZ Sint-Jozef Malle hebben zich verenigd in een groepering. Samen hebben ze zeven ziekenhuiscampussen in de provincie Antwerpen. De bedoeling van zo’n groepering is dat de ziekenhuizen samenwerken en hun aanbod op elkaar afstemmen, zodat ze elkaar aanvullen. Specialisten uit het ene ziekenhuis verwijzen patiënten door naar een andere campus als daar rond een bepaalde ziekte meer expertise aanwezig is. Nadien wordt de patiënt verder behandeld door de oorspronkelijke specialist.