‘Eén patiënt is me enorm bijgebleven. Hij bezocht me net voor de euthanasiewet in 2002. Door een ruggenmergletsel na een motorongeval 20 jaar eerder was hij verlamd in beide benen. Hij was een joviale, sociaal geëngageerde en werklustige man die zijn leven anders had ingericht, met een speciale wagen en aanpassingen in huis voor zijn rolstoel. Stilaan raakte hij echter ook verlamd in zijn armen en dat viel hem heel zwaar. Met verlamde benen kon hij leven, maar met verlamde benen én armen? Ondanks alles was hij blijven genieten van het leven. Hij was zelfs nog naar het Himalaya-gebergte getrokken. Het is mij een raadsel hoe hij met zijn rolstoel die wandelingen had gedaan, maar in elk geval was hij een keer zo uitgeput dat een vriend hem de berg had moeten afdragen. De maat was vol voor hem. Op de afgesproken dag kwam hij naar het ziekenhuis, vergezeld van zijn echtgenote, zijn twee kinderen en een vriend. Hij had zijn favoriete muziek mee en een goede fles champagne. De hoofdverpleger en ik werden uitgenodigd om samen een glas te drinken. Wij waren waarschijnlijk meer gespannen dan hijzelf. Hij was eerder opgelucht, zonder angst. Het afscheid was ontroerend en we voelden ons bijna indringers in die intieme momenten. Terwijl zijn echtgenote en kinderen afscheid van hem namen en de medicatie werd toegediend, bleven wij achter met vertwijfeling, maar ook met bewondering voor wie hij was, de kracht die hij uitstraalde en het gevoel dat het zo was gegaan als hij had gewild.’
Prof. dr. Patrick Cras wordt vaak als consulterend arts betrokken bij vragen naar euthanasie. ‘Ik ben altijd erg onder de indruk van de moed die patiënten tonen bij beslissingen over het levenseinde.’
Aangemaakt op
Laatste update op