‘Ons team maakt deel uit van het Revalidatiecentrum voor Communicatiestoornissen, dat ingebed zit in de afdeling Neus-Keel-Oorziekten (NKO). Maar naast de NKO-artsen, werken we ook samen met onder meer neurologen, kinesisten, psychologen en maatschappelijk werkers. Heel multidisciplinair dus.’
‘Elke ochtend overlopen we de dossiers van de patiënten en bekijken we de nieuwe aanvragen. Daarna verdelen we de patiënten volgens urgentie en onze specialismen. Ik ben gespecialiseerd in geriatrie. Alle patiënten van die afdeling worden standaard gescreend op taal-, spraak- en slikproblemen.’
‘Onze patiënten liggen op verschillende afdelingen. Spraak- en slikproblemen kunnen het gevolg zijn van een beroerte, een chronische ziekte als ALS, een hersenaandoening, langdurige kunstmatige beademing … Op één dag zetten we tot wel 15.000 stappen.’
‘Patiënten met taal- of spraakproblemen onderzoeken we eerst om de diagnose te stellen. Daarna geven we tips en oefeningen op maat. Die gaan van eenvoudige ja- en neevragen en het benoemen van voorwerpen tot complexe taalopdrachten. Dezelfde procedure passen we toe bij spraakproblemen, maar daarbij leren we technieken aan om de spraakverstaanbaarheid van patiënten te verbeteren.’
‘Als patiënten moeilijk slikken, evalueren we eerst zelf de veiligheid van het slikken. Bij twijfel vragen we extra onderzoek aan bij de NKO-arts. Die kijkt met een endoscoop via de neus in de keel. Zodra het probleem in kaart is gebracht, starten we de behandeling. We trainen bijvoorbeeld de tongkracht, of leren andere manieren van slikken aan.’
‘Verzwakte tongspieren kunnen aan de basis liggen van slikproblemen. Vermoeden we dat er krachtverlies is, dan meten we bijvoorbeeld de tongkracht met een toestel. We hebben ook tools om de hoestkracht te meten. In het UZA gebeurt constant wetenschappelijk onderzoek, waardoor we over heel geavanceerd materiaal beschikken.’