Privacy in het ziekenhuis

Stel, u bent betrokken bij een ongeval of een gebeurtenis die grote persaandacht krijgt. Hoe gaat het UZA dan om met uw privacy? En hoe beschermen we de privacy van onze patiënten in het algemeen?

Regel 1 is dat elke medewerker van het ziekenhuis beroepsgeheim heeft. Medewerkers mogen geen informatie delen met buitenstaanders of medewerkers die niet betrokken zijn bij uw behandeling. Uw medisch dossier is ook alleen toegankelijk voor medewerkers die met u een klinische relatie hebben. Dat kan gecontroleerd worden: het systeem houdt bij wie uw dossier op welk moment opent. In geval van nood kunnen andere ziekenhuismedewerkers, bijvoorbeeld de arts van wacht, uw dossier wel openen, maar alleen als ze daar een motivatie voor geven en een aantal vragen beantwoorden. U kunt dus op beide oren slapen wat privacy betreft.

 

Geen commentaar

Maar wat als de druk wordt opgevoerd? Wat als de pers geïnteresseerd is in u, bijvoorbeeld omdat u betrokken bent in een spectaculair ongeval, een ramp of een misdaad, of als u getroffen bent door een ziekte die de pers interesseert? ‘We geven nooit aan buitenstaanders informatie over een patiënt. Alle medewerkers weten dat’, zegt communicatieverantwoordelijke Ann Segers. ‘We zullen zelfs nooit bevestigen of een bepaalde persoon in ons ziekenhuis is opgenomen, tenzij bijvoorbeeld de politie of de familie dat al heeft bekendgemaakt. Maar zelfs dan geven we geen informatie over de medische toestand van de patiënt, behalve als de patiënt of zijn familie dat zelf uitdrukkelijk wil. Als we zelf een uitspraak doen, zal dat enkel heel algemeen zijn, bijvoorbeeld dat de toestand van de patiënt stabiel is. We zullen ook nooit telefoontjes van journalisten rechtstreeks doorverbinden naar de kamer van de patiënt: de pers moet altijd via de communicatiedienst passeren.’ Mocht u als patiënt in het ziekenhuis toch onverwacht geconfronteerd worden met iemand van de pers, breng dan meteen de verpleging op de hoogte.
 
Als een journalist met u in contact probeert te komen, zal het ziekenhuis u daarvan op de hoogte brengen. Als u op die vraag wil ingaan, dan kunt u dat natuurlijk doen, al overlegt u het best vooraf toch met uw behandelende arts. Hij of zij kan inschatten of het in uw medische toestand aangewezen is een interview te geven en ook wat u beter wel of niet vertelt. Als zo’n interview in het ziekenhuis plaatsvindt, moet de communicatiedienst daarvan altijd op de hoogte zijn. 
 
Als u zelf liever niet met de pers praat, maar toch informatie kwijt wil, dan kunt u ook aan uw arts vragen om in uw plaats een mededeling te doen over uw medische toestand. U spreekt dan onderling – het liefst op papier – af wat de arts al dan niet mag vertellen. En in sommige gevallen is het zinvol om uw advocaat het woord te laten voeren, bijvoorbeeld als het gaat om gewelddaden en het belangrijk is dat ook uw kant van de zaak wordt toegelicht.
 

Bekende patiënten

Nog een stap verder zijn bekende personen. Ook zij hebben natuurlijk soms gezondheidsproblemen, en ook zij hebben recht op privacy. Hier gelden dezelfde basisregels: het ziekenhuis zal nooit communiceren over bekende personen die zijn opgenomen, tenzij zij daar zelf mee naar buiten willen komen. Ann Segers: ‘Ook bekende personen vragen soms aan hun arts om de media te informeren over hun gezondheid, maar ook dat gebeurt alleen op vraag van de patiënt of zijn familie en als ook de arts ermee akkoord gaat. Er wordt bij voorkeur op papier overeengekomen wat er precies mag worden meegedeeld. De arts moet er immers over waken dat zijn beroepsgeheim niet wordt geschonden.’ Alle patiënten, bekend of niet, worden in het UZA overigens gelijk behandeld. 
 
Het UZA brengt binnenkort een folder uit ‘Tips voor omgang met de pers’. Vraag ernaar bij de verpleging. 
 
Info: dienst communicatie: T 03 821 34 40
Aangemaakt op
Laatste update op