‘Ik ben al jaren in behandeling in het UZA voor slaapapneu. Het zijn de dokters van het Slaapcentrum die een hartruis hebben ontdekt. Op hun aanraden ging ik naar de hartspecialist en die stuurde mij de volgende dag al naar het UZA voor een katheterisatie. Toen bleek dat mijn aortaklep niet meer voldoende openging. Een week later ging ik al onder het mes bij prof. Inez Rodrigus. Ik heb op voorhand nooit beseft dat ik een hartprobleem had, maar na de operatie merkte ik wel een groot verschil.
Gedrevenheid en oneindig geduld
Ik ben muzikant, contrabassist meer bepaald. Ik was onder meer solist in het Nationaal Orkest van België en in het orkest van de toenmalige BRT, tot Gerard Mortier mij daar weghaalde om leiding te geven aan de contrabassisten van de Munt in Brussel. Zo goed als alle Belgische contrabassisten die vandaag bij grote orkesten spelen of lesgeven in de conservatoria zijn oud-studenten van mij van het conservatorium van Brussel. Fred Brouwers noemde mij ooit de vader der contrabassisten. In het UZA heb ik met dr. Bram Amsel, die elke dag langskwam aan mijn bed, veel over muziek gepraat. Zo ben ik op het idee gekomen een concert te geven voor de ploeg van cardiochirurgie. Het is uiteindelijk nieuwjaarsconcert geworden, op 6 januari, samen met een bevriende gitarist.
Ik ben heel tevreden over mijn operatie, de verpleging, de kine… Je zou kunnen zeggen dat die mensen ook maar hun werk doen, maar toch… Toen ik op intensieve lag, ging er iets mis met de man naast mij. Zes, zeven mensen zijn die nacht bezig geweest met die man, vol gedrevenheid om het toch nog in orde te krijgen. Ook het oneindige geduld van de verpleging is mij bijgebleven. In medium care lag er naast mij een man wiens bed ze op een nacht tijd zeker vier keer hebben moeten verschonen. Dat vind ik bewonderenswaardig. En als ze ’s nachts hun ronde doen, lopen ze met een zaklamp rond om te proberen de patiënten niet wakker te maken. Ze doen het toch maar, elke nacht. Het is ook opvallend hoe het personeel kan omgaan met al die verschillende mensen, al die karakters. Er wordt ook geen verschil gemaakt tussen mensen.
Het UZA op contrabas
Ik heb over mijn wedervaren in het UZA een muziekstuk geschreven, dat ik tijdens het concert heb uitgevoerd op contrabas. De waarschuwingssignalen en de geluiden van de machines waren voor mij muzieknoten die in mijn hoofd bleven hangen en die tijdens die eerste onrustige nacht kwam spoken. Daarom heet het stuk Fantomen. Het vertelt het verhaal van mijn verblijf in muziek: het begint in de kamer, vervolgens hoor je het scheren van de borstkas, dan de tocht naar de operatiekamer, de angst die je dan voelt, maar ook de schuifdeuren van de operatiezaal die opengaan, vervolgens de immense kou in de operatiezaal en zo verder. De ploeg van cardiochirurgie begreep goed waarover het ging!'
Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be