Om half 10 verzamelen de donderdagse vrijwilligers in de keuken van de afdeling patiëntenbegeleiding. Ze kennen elkaar goed en gaan soms samen op stap. Nog even bijpraten en dan is het tijd om aan de slag te gaan. In totaal zijn er ongeveer 40 vrijwilligers die een dag per week naar het UZA komen. Sommigen maken patiënten wegwijs in de inkomhal, anderen staan op ‘hun’ vaste verpleegafdeling. Ze nemen geen verpleegkundige taken op zich, maar helpen met kleine zaken als koffie rondbrengen of iets uit de winkel halen. ‘Maar eigenlijk bieden we vooral een luisterend oor’, zegt Greta.
Rond 10 uur komt Greta op de afdeling aan. De zorgkundige overloopt met haar de patiënten: wie er diabetes heeft en dus geen koekje bij de koffie mag, wie er nuchter moet blijven, wie vandaag naar huis mag. En of ze niet vergeet hoofdverpleegkundige Viviane drie kussen te geven, want die is jarig. Greta noteert alles: kamernummer, naam en bijzonderheden. ‘Vroeger had ik die lijst niet nodig om alles te onthouden, nu wel’, bekent ze. Greta is een gepensioneerde lerares scheikunde en deed vroeger ook al vrijwilligerswerk in haar parochie. ‘In 1989 startte ik hier. Ik heb altijd op de afdeling oncologie gestaan’, vertelt ze.
Even diep ademhalen
Intussen komen we bij de eerste kamer aan. Een bescheiden klopje op de deur, even voorstellen. De jonge vrouw op bed glimlacht breed. Nee, ze heeft niks nodig. ‘Maar lief om het te vragen.’ In een andere kamer grijpen een patiënt en zijn vrouw dankbaar de kans om hun hart te luchten. Dat de diagnose een klap in hun gezicht was, vertellen ze, en dat er in hun actief leven met huis, tuin, kinderen en kleinkinderen geen plaats is voor kanker. ‘Maar goed, we staan ervoor en we moeten erdoor’, besluit de echtgenote dapper. Op het eind van de gang ligt een jonge man. Zijn moeder staat aan het bed. ‘Hoe gaat het hier?’, vraagt Greta voorzichtig. De moeder schudt het hoofd, de tranen komen al snel. Anderhalf jaar heeft haar zoon tegen kanker gevochten, niet één behandeling sloeg aan, hij heeft een zoontje van drie, en nu is hij terminaal. Nee, ze hebben niks nodig, alleen iemand die even luistert. De dankbaarheid staat in haar ogen te lezen als ze afscheid nemen.
Op de gang haalt Greta diep adem. ‘Jonge mensen met kanker, dat went nooit’, zegt ze. ‘Een vaste formule om met moeilijke situaties om te gaan, is er niet. Soms krijg je een stortvloed aan woorden, soms zit je zwijgend bij elkaar. Gewoon meeleven met de patiënt. Maar ik neem het niet mee naar huis. Zelfs toen mijn eigen man erg ziek was, bleef ik komen. Ik kan die zaken goed van elkaar scheiden.’ In de keuken drinkt ze even koffie met de verpleegkundigen. ‘De meesten heb ik weten beginnen in het UZA. Ze zijn als het ware mijn dochters. Of kleindochters’, lacht Greta.
Even na 12 uur deelt Greta mee de dienbladen met eten rond. Daarna helpt ze nog met patiënten eten geven op de afdeling neurologie. Even lunchen en dan wordt ze weer op haar afdeling verwacht voor de koffie- en theeronde. ‘Natuurlijk ben ik moe na zo’n dag’, zegt Greta. ‘Toch doe ik dit ook voor mezelf. Het is een verrijkende ervaring. En als een patiënt hier na jaren terug komt en zegt Ha, Gretake, gij zijt hier nog altijd, dan doet dat zo’n deugd.’
Ook vrijwilliger worden?
Het UZA is op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Bedoeling is dat u zich een dag per week vrijmaakt voor de patiënten. U parkeert gratis en krijgt een lunch aangeboden. Voorts bent u verzekerd en krijgt u regelmatig opleiding. Meer info bij Nora Lens, T 03 821 40 11 of nora.lens@uza.be.