Wereldwijd wordt er nochtans hard geboden voor ziekenhuizen. Dit jaar zijn er door holdingmaatschappijen in de Verenigde Staten, Australië, Singapore, Nieuw-Zeeland en andere landen honderden ziekenhuizen opgekocht om ze te reorganiseren tot winstgevende bedrijven voor de aandeelhouders. De reden is dat investeerders de gezondheidszorg zien als een internationale groeimarkt. In de Verenigde Staten speelt ook de nieuwe ziekteverzekeringswet van Obama: ziekenhuizen moeten investeren in dure informaticatoepassingen, die kleinere non-profitziekenhuizen zich niet kunnen permitteren. Dus worden ze opgekocht door grote ketens, zoals HCA. Die ziekenhuisgroep haalde in mei 4,5 miljard dollar op door naar Wall Street te trekken voor een kapitaalsverhoging. Vier jaar geleden werd HCA gekocht door een investeringsmaatschappij voor 33 miljard dollar. De aandeelhouders kregen over 2009 een dividend uitbetaald van 1,75 miljard dollar.
De keerzijde: slecht verzekerde patiënten worden geweigerd, bij te late betaling wordt aan de patiënten 18% interest aangerekend, bij wanbetalers wordt onmiddellijk overgegaan tot inbeslagname, dure zorg wordt niet verleend. De reden? Ziekenhuisketens die te zacht omgaan met hun patiënten, maken te weinig winst en halen geen vers geld op op de beurs. Patiënten zijn er toch genoeg, door de veroudering van de bevolking komen er altijd nieuwe patiënten bij. De Amerikaanse manier om met gezondheidszorg om te gaan blijft onbegrijpelijk voor een Europeaan.
Ondertussen in België: van alle Europeanen zijn de Belgen het meest tevreden over de kwaliteit van hun gezondheidszorg. Volgens de Eurobarometer vindt 97% van de Belgen de kwaliteit van de zorg goed tot zeer goed, ook al klagen de mutualiteiten in de komkommertijd dat de ziekenhuisfacturen niet steeds correct zijn.