De apotheek van het UZA is geen gewone publieksapotheek. Hij levert alleen geneesmiddelen aan de eigen ziekenhuisafdelingen en maakt veel bereidingen, waaronder ook specifieke medicatie zoals die voor chemotherapie.
‘Er zijn acht apothekers, die elk hun domein hebben’, zegt John. ‘We hebben onze kerntaken, maar we spelen ook een centrale rol in studies en in de implementatie van het elektronisch voorschrijfsysteem. Zelf ben ik verantwoordelijk voor het beheer van de medicijnen en distributie. Ik leid de verdeling van geneesmiddelen in het UZA in goede banen en zoek naar oplossingen als er problemen zijn met de distributie, bijvoorbeeld als een bedrijf een geneesmiddel niet kan leveren. Dat gebeurt bijna dagelijks.’ John zit ook in het antibioticacomité en het medisch-farmaceutisch comité, die zich respectievelijk bezighouden met het antibiotica- en het geneesmiddelenbeleid van de apotheek.
‘Dan is mijn dag goed’
De apotheek is een minibedrijfje op zich, waar in totaal een veertigtal mensen werken, van apothekers en apothekersassistenten tot magazijniers en zelfs een datamanager. Daarbuiten is er vooral samenwerking met verpleegkundigen, artsen en – vooral in het kader van het elektronisch voorschrijfsysteem – ICT-medewerkers.
‘Patiëntencontact is in onze job vrij beperkt. Al staan hier elke dag toch heel wat UZA-patiënten aan de balie voor specifieke medicatie.’ Nu en dan staat de telefoon roodgloeiend, wanneer iedereen tegelijk met vragen lijkt te zitten of een medicijn onverwacht niet kan worden geleverd. ‘Als je dan hier en daar een nuttige oplossing kunt aanreiken en je ’s avonds met een gerust gemoed de deur achter je dichttrekt, met het besef dat meer dan 500 patiënten hun broodnodige medicatie hebben gehad, dan is mijn dag goed’, zegt John.
Apotheker op het voorplan
Een nieuwe richting binnen het domein van de ziekenhuisapotheker is de klinische farmacie, wat zoveel betekent als apothekers inzetten op de ziekenhuisafdelingen ter ondersteuning van de artsen, verpleegkundigen en patiënten.
‘In buitenlandse ziekenhuizen is dat al lang niet meer uitzonderlijk. Stilaan komt het ook bij ons op’, zegt John Leys. De Federale Overheidsdienst voor Volksgezondheid steunt een aantal projecten, waarvan het UZA er één binnenhaalde. John is daarvoor verantwoordelijk. ‘Concreet begeleid ik patiënten die in het dagziekenhuis zijn geopereerd bij hun pijnmanagement. Bij hun ontslag geef ik uitgebreid toelichting bij hun pijnmedicatie. De volgende dag bel ik ze op en pols ik naar hun pijnbeleving. Als het nodig is, kan ik de medicatie dan nog bijstellen.’ Een interessante wending binnen het beroep, vindt hij. ‘Het komt erop neer dat we als apotheker meer op het voorplan treden. Dat kan alleen maar positief zijn.’