Voor eenzelfde zorgverlening betaalt u bij een geconventioneerde arts soms minder dan bij een niet-geconventioneerde. Hoe komt dat?

Om te hoge gezondheidskosten te vermijden, sluiten de ziekenfondsen, de overheid en de artsen een akkoord af over de tarieven die artsen mogen aanrekenen. Artsen zijn echter vrij om die conventie helemaal, gedeeltelijk of niet te ondertekenen. Ze moeten hun patiënten wel inlichten over die keuze.

Wat betaalt u aan wie?

  • Geconventioneerde artsen: rekenen het afgesproken tarief aan. U betaalt alleen uw persoonlijke aandeel, ook wel remgeld genoemd: het verschil tussen het bedrag dat het ziekenfonds terugbetaalt en het tarief dat de arts mag vragen.

  • Niet-geconventioneerde artsen: bepalen hun eigen tarieven. Dat betekent dat ze bovenop het afgesproken tarief een honorariumsupplement mogen aanrekenen. Dat supplement wordt nooit terugbetaald door het ziekenfonds.

  • Gedeeltelijk geconventioneerde artsen: houden zich op bepaalde uren, dagen of plaatsen aan de conventietarieven, op andere rekenen ze een supplement aan. 


Goed om te weten: het UZA rekent in de meeste gevallen de conventietarieven aan, ook al is de arts niet of gedeeltelijk geconventioneerd. Er zijn maar een beperkt aantal uitzonderingen.

Wilt u weten of een arts geconventioneerd is, dan kunt u dat opzoeken op de website van het Riziv.

Aangemaakt op
Laatste update op