‘Als arts blijf je arts, ook op vakantie. Ik was deze zomer met mijn gezin op vakantie in Mallorca. Op een avond hoorden we geschreeuw in het hotel. Iemand riep dat er een jongetje in het zwembad gesukkeld was. Ik repte mij er ook naartoe. Een kelner had intussen het kind, Jude, uit het water gevist en was aan de eerste hulp begonnen. Maar de jongen zag al blauw en de omstaanders gaven allerlei verschillende instructies. Ik heb toen de reanimatie overgenomen, samen met een Poolse dame. Zij deed de mond-op-mondbeademing en ik de hartmassage. Na tien minuten kreeg Jude weer kleur en hoestte hij water op. Hij ademde zelfstandig en had weer een sterke polsslag. Ik kon nog even met zijn ouders praten voor de ambulance kwam. Ik was er niet gerust in dat alles neurologisch terug goed zou komen, aangezien hij zijn armen en benen niet bewoog. Maar drie dagen later was Jude terug in het hotel, aan het eten en spelen. Een dag na het incident kwam het regionale tv-nieuws mij zelfs interviewen.
Het blijft wel aan je kleven, zeker op vakantie. Ik had nog nooit een kind gereanimeerd. Als arts heb je natuurlijk wel al veel reanimaties in de vingers van tijdens de opleiding. Kunnen reanimeren is een noodzakelijke basisvaardigheid voor een arts of verpleegkundige, maar ik merkte deze zomer toch opnieuw hoeveel koelbloedigheid dat vergt. En ik ben zo blij dat dat kindje voor de volle honderd procent gerecupereerd is, dat is mijn mooiste beloning.’